Regeling model rapportageformulier Besluit glastuinbouw

22 november 2006

De Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,

Handelende in overeenstemming met de Minister van Verkeer en Waterstaat en de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit;

Gelet op bijlage 1, voorschrift 1.1.3, behorende bij het Besluit glastuinbouw;

Besluit:

Artikel 1

Als model van het formulier voor de rapportage, bedoeld in voorschrift 1.1.3. in bijlage 1 bij het Besluit glastuinbouw, wordt vastgesteld het model, opgenomen in de bijlage bij deze regeling.

Artikel 2

Deze regeling wordt aangeduid als: Regeling model rapportageformulier Besluit glastuinbouw.

Artikel 3

De Regeling vaststelling modellen teeltplan en rapportageformulieren Besluit glastuinbouw wordt ingetrokken.

Artikel 4

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 22 november 2006.
De Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, P.L.B.A. van Geel.

Bijlage bij artikel 1

stcrt-2006-245-p27-SC78166-1.gifstcrt-2006-245-p27-SC78166-2.gifstcrt-2006-245-p27-SC78166-3.gif

Toelichting bij het formulier

Dit formulier dient jaarlijks voor 1 mei ingevuld en ondertekend te worden opgestuurd naar de Stichting UO-IMT. Adres: UO-Datamanagement, Postbus 18505, 2502 EM Den Haag, servicedesk@uo-glastuinbouw.nl. De website is www.uo-glastuinbouw.nl.

De bevoegde gezagen (gemeenten, waterschappen, en het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit) hebben de Stichting UO-IMT opgericht met als doel alle registratie-gegevens op één punt te verzamelen. De Stichting UO-IMT zorgt voor de (wettelijk verplichte) rapportage aan het bevoegd gezag.

De jaarrapportage dient door een geaccepteerde deskundige te worden beoordeeld op juistheid en volledigheid (bijlage 1, voorschrift 1.1.4 van het Besluit glastuinbouw). Een bewijs van de beoordeling, afgegeven door of namens degene die de beoordeling heeft uitgevoerd, wordt bij de rapportage gevoegd. Als bewijs volstaat een handtekening van de geaccepteerde deskundige of het digitaal aanleveren van de jaarrapportage door de geaccepteerde deskundige.

Een lijst van door het bevoegd gezag geaccepteerde deskundigen is te vinden op de website www.uo-glastuinbouw.nl.

Alle gegevens die u gebruikt voor deze rapportage (meetgegevens, logboek, berekeningen, facturen, afleveringsbewijzen, etc) dient u ten minste vijf jaar te bewaren. U wordt aangeraden een kopie van dit formulier te bewaren in uw eigen administratie.

Dit formulier dient ingevuld te worden per inrichting. Het kan zijn dat uw bedrijf uit meerdere inrichtingen bestaat. Uw gemeente kan u aangeven waar de grens van de inrichting is gelegen.

1. Hier geeft u het kalenderjaar aan waarover deze jaarrapportage gaat (bijvoorbeeld 2006)

2. Adresgegevens en UO-nummer: zodra uw gegevens bekend zijn bij het bevoegd gezag krijgt u via de UO-IMT een UO-nummer. Als u nog geen UO-nummer heeft dan kunt u dit via de gemeente opvragen.

3. Verbruik: om het door u gerealiseerde verbruik over het gehele kalenderjaar te berekenen telt u bijvoorbeeld de waarden voor de dertien perioden (zoals u bijhoudt in uw logboek) bij elkaar op. Het verbruik moet ingevuld worden in de aangegeven eenheden.

4. De bedrijfsjaarnorm dient u per milieuveld uit te rekenen in de aangegeven eenheden (Gigajoule per hectare voor energie, kilogram N en P per hectare voor meststoffen, en kilogram werkzame stof per hectare voor gewasbeschermingsmiddelen). U moet dus ook zelf per meststof en beschermingsmiddel de hoeveelheden N, P en werkzame stof uitrekenen.

De regels voor de berekeningen kunt u vinden in het Besluit glastuinbouw (en dan vooral in Bijlage 1), en de toelichtingen daarop. Uitleg en enkele voorbeeldberekeningen zijn te vinden in het Handboek Milieumaatregelen Glastuinbouw (te vinden op www.glami.nl). Bij twijfel is de tekst van het Besluit glastuinbouw altijd bindend. Anders: een geaccepteerde deskundige kan voor u de berekeningen uitvoeren.

5. Hier wordt u gevraagd aan te geven wat u het afgelopen kalenderjaar heeft geteeld.

Per gewas, gewasgroep, en energietoepassing geeft u aan in welke weken u dit hebt geteeld en op welk oppervlak (in hectare, met een nauwkeurigheid van vier cijfers achter de komma). Als het beteeld oppervlak van een gewas in het jaar wijzigt kunt u hiervoor twee of meer regels gebruiken. Bijv. Tomaat: van week 1 tot en met 34 op 1,5340 ha en Tomaat van week 34 tot 48 op 2,5280 ha.

Bij meer dan 3,5 dagen van een bepaalde teelt wordt dit afgerond naar één week.

In het eerste deel van de tabel geeft u aan op welke oppervlakken u welke gewassen heeft geteeld. Onbeteeld oppervlak (uw kas ligt bijvoorbeeld een aantal weken leeg tussen twee teelten) dient u apart te vermelden. Ook als u een periode van het jaar geen registratieverplichting heeft dient u dit apart te vermelden. In de tabel zijn de regels voor ‘onbeteeld oppervlak’ en ‘geen registratieverplichting’ al voorgedrukt.

Gewassen waarvoor opkweek plaatsvindt op uw bedrijf dient u apart te vermelden. Voor opkweek geldt namelijk een andere norm dan voor reguliere teelt, het apart opnemen is van belang voor de berekening van de juiste bedrijfsnorm voor uw bedrijf.

Geen registratieplicht (code 999):

De term ‘geen registratieplicht’ geldt alleen bij bedrijfsbeëindiging of bij de start van een nieuw bedrijf tijdens het jaar. Voor de periode in dat jaar dat u dan nog niet of niet meer teelt geldt de term ‘geen registratieplicht’. Als een deel van uw kassen niet in gebruik is geldt de term ‘onbeteeld oppervlak’.

Bij verhuur van een deel van de kas behoeft u dat deel niet meer te verantwoorden en zal dus het geregistreerde totale oppervlak verminderen.

In het tweede deel van de tabel geeft u aan welke energietoepassingen u op uw bedrijf heeft gebruikt. Een energietoepassing is bijvoorbeeld de inzet van assimilatiebelichting. U geeft aan in welke weken de energietoepassing is ingezet en over welk oppervlakte. Het gebruik van energietoepassingen is van invloed op het berekenen van uw bedrijfsnorm, de bedrijfsnorm wordt verhoogd. Als u geen van de vier genoemde toepassingen heeft gebruikt, hoeft u hier niets in te vullen.

Als u meer ruimte nodig heeft in de tabel dan kunt u daarvoor een extra pagina toevoegen. Geeft u dit a.u.b. wel aan op het formulier, onder ‘opmerkingen’. Een voorbeeld van het invullen van deze tabel is onderaan de toelichting bijgevoegd.

6. Opmerkingen: Hier kunt u eventueel ter zake doende opmerkingen noteren.

7. Vergeet niet het formulier te dateren en te ondertekenen (en vergeet u ook niet alle pagina’s te paraferen en op alle pagina’s uw UO-nummer in te vullen).

8. De jaarrapportage dient volgens het Besluit glastuinbouw te worden beoordeeld door een geaccepteerd deskundige. De geaccepteerd deskundige vermeldt in deze tabel of de jaarrapportage volledig is bevonden. Daarnaast voorziet de geaccepteerd deskundige het formulier van naam, datum en handtekening.

VOORBEELD van het invullen van Tabel 1

Gewasgroep (code)

Periode

 

Oppervlakte

 

Van week*

Tot en met week*

(in ha)

Onbeteeld oppervlak (000)

1

2

2,3000

Geen registratieplicht (999)

   

Paprika (82)

3

42

2,3000

Courgette (301)

1

38

1,7000

Onbeteeld oppervlak (000)

39

43

1,7000

Onbeteeld oppervlak (000)

44

52

4,0000

    
    
    
    
    
    
    
    
    
    

* Een week in het rapportagejaar

Energietoepassing (code)

Periode

 

Oppervlakte

 

Van week*

Tot en met week*

(in ha)

Dagverlenging (199)

   

Grondkoeling (198)

   

Assimilatiebelichting (197)

   

Overige koeling / preparatie (196)

   
    
    
    
    

* Een week in het rapportagejaar

Toelichting op het voorbeeld

Deze teler heeft op zijn bedrijf een totaal teeltoppervlak van 4 hectare (40.000 m2). Daarvan gebruikt hij dit jaar 2,3 ha voor paprikateelt, en 1,7 ha voor courgettes. Een gedeelte van het jaar, in de winter, ligt het bedrijf leeg.

In de tabel moet deze teler dus 3 dingen aangeven:

1. Wanneer en op welk oppervlak hij paprika’s teelt;

2. Wanneer en op welk oppervlak hij courgettes teelt;

3. Wanneer welk oppervlak onbeteeld is.

Eerst worden de gewassen ingevuld.

De teler teelt paprika’s van week 3 tot en met week 43 op 2,3 ha. De gewascode voor paprika is 82.

Dit wordt opgenomen in de tabel l. De teler teelt courgette van week 1 tot en met 38 op 1,7 ha. De gewascode voor courgette is 301. Ook dit wordt vermeld.

In deze rapportage is het belangrijk om ook de periodes te vermelden dat (een deel van de) tuin leeg staat. De rapportage is namelijk pas volledig als voor alle 52 (of 53) weken is vermeld wat er in de kas geteeld is.

Voor deze tuinder geldt dat de kas zowel in het begin van het jaar als het eind van het jaar, gedeeltelijk leeg staat. Dit wordt vermeld als onbeteeld oppervlak. Omdat het oppervlakte onbeteeld aan het eind van het jaar (vanaf week 43) verandert zijn hier drie regels voor nodig in de tabel.

Per week vergelijkt de teler het oppervlak dat in gebruik is voor paprika en courgette met het totale teeltoppervlak.

In week 1 en week 2 staan er al wel courgettes in de kas, maar nog geen paprika’s. 2,3 ha van het kasoppervlak is dus onbeteeld. Op de bovenste, voorgedrukte, regel van de tabel (‘onbeteeld’) geeft hij aan dat in week 1 en 2 2,3 ha onbeteeld is.

In de periode van week 3 tot en met week 38 is het totale kasoppervlak in gebruik voor paprika’s en courgettes. Er is dus in deze periode geen onbeteeld oppervlak.

In de weken 39 tot en met 42 is 1,7 ha onbeteeld. De tuinder neemt dit op in de tabel. Vanaf week 43 staat de hele tuin leeg. Ook dit wordt vermeld in de tabel.

Deze teler heeft geen van de aangegeven energietoepassingen gebruikt afgelopen jaar. Hij vult hier dus niets in.

Naar boven