Regeling aanpassing bedragen leerlinggebonden budget in het voortgezet onderwijs schooljaar 2006–2007

Regeling van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 27 november 2006, nr. PO/BenB/06-45776, houdende de aanpassing van de bedragen leerlinggebonden budget in het voortgezet onderwijs schooljaar 2006–2007 (Regeling aanpassing bedragen leerlinggebonden budget in het voortgezet onderwijs schooljaar 2006–2007)

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

Gelet op artikel 8a, tweede lid, van het Bekostigingsbesluit W.V.O.;

Besluit:

Artikel 1

Aanpassing bedragen

De bedragen bedoeld in artikel 8a, eerste lid, van het Bekostigingsbesluit W.V.O. worden met ingang van 1 augustus 2006 aangepast volgens de onderstaande tabel:

Toelaatbaar verklaard tot voortgezet speciaal onderwijs aan/van: (Onderwijssoort)

Bedrag LWOO/PRO exclusief her te besteden

bedragen

Bedrag Overig VO exclusief her te besteden bedragen

Her te besteden bedrag Personele bekostiging

Her te besteden bedrag Materiële bekostiging

a. dove kinderen

€ 2.216,46

€ 2.876,13

€ 4.689,68

€ 522

b. slechthorende kinderen

€ 1.424,87

€ 2.876,13

€ 3.033,24

€ 202

c. lichamelijk gehandicapte kinderen

€ 1.451,26

€ 2.876,13

€ 4.689,68

€ 437

d. langdurig zieke kinderen met een lichamelijke handicap

€ 1.424,87

€ 2.876,13

€ 3.033,24

€ 256

e. zeer moeilijk lerende kinderen

€ 1.424,87

€ 2.876,13

€ 3.033,24

€ 139

f. meervoudig gehandicapte kinderen

€ 1.424,87

€ 2.876,13

€ 3.033,24

€ 256

g. cluster 4

€ 1.424,87

€ 2.876,13

€ 3.033,24

€ 256

Artikel 2

Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 augustus 2006.

Artikel 3

Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling aanpassing bedragen leerlinggebonden budget in het voortgezet onderwijs schooljaar 2006–2007.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, M.J.A. van der Hoeven.

Toelichting

Met deze regeling worden de voor het schooljaar 2006–2007 geldende bedragen leerlinggebonden budget in het voortgezet onderwijs aangepast.

In artikel 8a van het Bekostigingsbesluit W.V.O. is sprake van een vergoeding op basis van een bedrag per leerling, waarvan een her te besteden deel is vastgesteld. Dit her te besteden deel wordt op basis van artikel XIV van het Besluit van 26 februari 2003, houdende wijziging van het Bekostigingsbesluit WEC, het Formatiebesluit WEC, het Onderwijskundig besluit WEC, het Bekostigingsbesluit WPO, het Formatiebesluit WPO en het Bekostigingsbesluit W.V.O. in verband met de invoering van leerlinggebonden financiering, rechtstreeks aan de begeleidende school voor (voortgezet) speciaal onderwijs vergoed. Voor alle duidelijkheid wordt er op gewezen dat de onderhavige regeling slechts de bedragen vaststelt voor het voortgezet onderwijs. Ingevolge artikel 34 van het Besluit bekostiging WPO worden ook bedragen vastgesteld voor het leerlinggebonden budget in het primair onderwijs, waarvan op basis van artikel XV van het bovenbedoelde besluit van 26 februari 2003 eveneens een her te besteden deel rechtstreeks wordt toegekend aan de begeleidende scholen voor (voortgezet) speciaal onderwijs. Deze ‘PO-bedragen’ zijn echter niet opgenomen in de onderhavige regeling maar in artikel 7 en 8 van de Regeling aanpassing bekostiging personeel PO 2006–2007. Om de VO-bedragen op gelijke wijze te publiceren als de bedragen voor het PO zijn de bedragen per leerling opgenomen exclusief het her te besteden bedrag. Artikel 8a van het Bekostigingsbesluit W.V.O. zal hierop worden aangepast. De bedragen in de eerste kolom van de tabel worden dus aan een de school voor voortgezet onderwijs met een geïndiceerde leerling in het LWOO of PRO toegekend. De bedragen in de tweede kolom zijn de bedragen voor een geïndiceerde leerling in het overig voorgezet onderwijs. Deze bedragen worden in augustus 2007 uitbetaald. De bedragen in de laatste twee kolommen gaan naar de school die de geïndiceerde leerling ambulant begeleidt.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

M.J.A. van der Hoeven

Naar boven