Wijziging Uitvoeringsregels Wet arbeid vreemdelingen behorende bij het Delegatie- en Uitvoeringsbesluit Wet arbeid vreemdelingen

Regeling van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 13 december 2006 Directie Arbeidsmarkt, nr. AM/AMI/06/98927, tot wijziging van de Uitvoeringsregels Wet arbeid vreemdelingen behorende bij het Delegatie- en Uitvoeringsbesluit Wet arbeid vreemdelingen

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

Gelet op de artikelen 8, derde lid, en 22 van de Wet arbeid vreemdelingen;

Besluit:

Artikel I

De Uitvoeringsregels Wet arbeid vreemdelingen behorende bij het Delegatie- en Uitvoeringsbesluit Wet arbeid vreemdelingen1 worden als volgt gewijzigd:

Paragraaf 19a komt te luiden:

19a Werving van arbeidsaanbod uit de nieuwe lidstaten van de EU

Ter invulling van de tweede fase van het overgangsregime voor het vrij verkeer van werknemers met de nieuwe lidstaten van de Europese Unie, zoals neergelegd in de Toetredingsverdragen tussen de EU en haar lidstaten enerzijds en de lidstaten die per 1 mei 2004 tot de Europese Unie zijn toegetreden anderzijds, kan zonder toets aan artikel 8, eerste lid, onder a en b, van de Wet arbeid vreemdelingen een tewerkstellingsvergunning worden verleend, wanneer de aanvraag betrekking heeft op de tewerkstelling van een vreemdeling met de nationaliteit van Estland, Hongarije, Polen, Letland, Litouwen, Slovenië, Slowakije of Tsjechië, die te werk wordt gesteld in een van de volgende sectoren, bedoeld in artikel 5.1 van de Regeling Wfsv:

1. Agrarisch bedrijf,

3. Bouwbedrijf,

8. Groothandel in hout , zagerijen, schaverijen en houtbereidingsindustrie,

10. Metaalindustrie,

12. Metaal- en technische bedrijfstakken,

13. Bakkerijen,

15. Slagersbedrijven,

16. Slagers overig, in deze beperkt tot de subsectoren loonslachterijen en abattoirs,

17. Detailhandel en ambachten,

19. Grootwinkelbedrijf,

22. Binnenscheepvaart,

25. Vervoer KLM,

26. Vervoer NS,

27. Vervoer Posterijen,

28. Taxi- en ambulancevervoer,

29. Openbaar vervoer,

30. Besloten busvervoer,

31. Overig personenvervoer te land en in de lucht,

32. Overig goederenvervoer te land en in de lucht,

33. Horeca algemeen,

35. Gezondheid, geestelijke en maatschappelijke belangen,

38. Banken,

39. Verzekeringswezen,

41. Groothandel I,

42. Groothandel II,

43. Zakelijke dienstverlening I,

44. Zakelijke dienstverlening II,

45. Zakelijke dienstverlening III,

50. Voedingsindustrie, in deze beperkt tot de subsector visverwerkende industrie,

53. Bewakingsondernemingen,

57. Stukadoorsbedrijf,

59. Mortelbedrijf,

60. Steenhouwersbedrijf,

61. Overheid, onderwijs en wetenschappen,

62. Overheid, rijk, politie, rechterlijke macht,

64. Overheid, provincies, gemeenten en waterschappen,

65. Overheid, openbare nutsbedrijven,

66. Overheid, overige instellingen, en

69. Telecommunicatie

Artikel II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 13 december 2006.
De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, H.A.L. van Hoof.

Toelichting

In de Toetredingsverdragen van de Europese Unie en de 15 lidstaten enerzijds en de nieuwe EU-lidstaten, die per 1 mei 2004 zijn toegetreden anderzijds, is een overgangsregime met betrekking tot het vrij verkeer van werknemers opgenomen. Dit overgangsregime houdt in dat EU-lidstaten tot uiterlijk 1 mei 2011 de bepalingen met betrekking tot het vrij verkeer van werknemers niet behoeven toe te passen.

Als invulling van de tweede fase in het overgangsregime voor het werknemersverkeer (van 1 mei 2006 tot 1 mei 2009) heeft Nederland in april 2006 besloten om de tewerkstellingsvergunningsplicht voor werknemers uit de nieuwe EU-lidstaten van Midden- en Oost-Europa voorlopig te handhaven. Om toe te groeien naar een volledig vrij verkeer van werknemers zullen echter stapsgewijs sectoren worden vrijgesteld van de arbeidsmarkttoets. Werkgevers uit de vrijgestelde sectoren die werknemers uit de nieuwe lidstaten van de Europese Unie willen te werk stellen, behoeven in het kader van de aanvraag van een tewerkstellingsvergunning hun vacature niet meer te melden bij CWI. De in artikel 8, eerste lid, onder a en b, van de Wet arbeid vreemdelingen vervatte weigeringsgronden zijn in deze niet langer van toepassing.

Deze wijziging van paragraaf 19a van de Uitvoeringsregels Wet arbeid vreemdelingen behorende bij het Delegatie- en Uitvoeringsbesluit Wet arbeid vreemdelingen betreft een uitbreiding van het aantal sectoren waarvoor de arbeidsmarkttoets en daarmee de vacaturemelding vervalt. De aanwijzing van sectoren is gebaseerd op de sectorindeling, die is opgenomen in artikel 5.1 van de Regeling Wfsv. Deze indeling is bepalend voor de vrijstelling van de arbeidsmarkttoets. De nieuw vrijgestelde sectoren (met UWV-code) zijn: bouwbedrijf (3), vervoer KLM (25), vervoer NS (26), vervoer posterijen (27), taxi- en ambulancevervoer (28), openbaar vervoer (29), besloten busvervoer (30), overig personenvervoer te land en in de lucht (31), overig goederenvervoer te land en in de lucht (32), banken (38), verzekeringswezen (39), zakelijke dienstverlening I (43), zakelijke dienstverlening III (45), bewakingsondernemingen (53), stukadoorsbedrijf (57) en steenhouwersbedrijf (60).

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

H.A.L. van Hoof

  • 1

    Stcrt. 1995, 168; laatstelijk gewijzigd bij ministeriële regeling van 25 oktober 2006 (Stcrt. 208).

Naar boven