Wijziging diverse regelingen in verband met invoering transitokentekenbewijs en enkele andere wijzigingen

Regeling van de Minister van Verkeer en Waterstaat van 12 december 2006, nr. HDJZ/2006/1895, Hoofddirectie Juridische Zaken, tot wijziging van enkele regelingen in verband met de invoering van het transitokentekenbewijs en enkele andere wijzigingen

De Minister van Verkeer en Waterstaat,

Gelet op de artikelen 36, derde en achtste lid, 50, vijfde lid, en 62, vierde lid, van de Wegenverkeerswet 1994 en de artikelen, 24a en 25, eerste lid, van het Kentekenreglement;

Besluit:

Artikel I

De Regeling kentekens en kentekenplaten1 wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 1, tweede lid, en in artikel 3, derde lid, wordt ‘zesde lid’ vervangen door: vijfde lid.

B

De bijlage wordt als volgt gewijzigd:

1. Model 27.18 wordt vervangen door het model opgenomen in bijlage I bij deze regeling.

2. Model 27.19 wordt vervangen door het model opgenomen in bijlage II bij deze regeling.

3. Model 27.20 wordt vervangen door het model opgenomen in bijlage III bij deze regeling.

4. Model 30.9 wordt vervangen door het model opgenomen in bijlage IV bij deze regeling.

5. Model 30.10 wordt vervangen door het model opgenomen in bijlage V bij deze regeling.

Artikel II

De Regeling Kentekenbewijzen2 wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 2, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd:

1. In de onderdelen d en m wordt ‘zesde lid’ vervangen door: vijfde lid, aanhef en onder a.

2. Er wordt na onderdeel m een onderdeel toegevoegd, luidende:

n. een kentekenbewijs, bevattende een kenteken als bedoeld in artikel 4, vijfde lid, aanhef en onder b, van het Kentekenreglement (transitokentekenbewijs): model: 19.1.

B

De bijlage wordt als volgt gewijzigd:

1. In het opschrift bij model 18.1 wordt :‘zesde lid’ vervangen door: vijfde lid, aanhef en onder a.

2. Na model 18.1 worden de volgende tekst en afbeelding ingevoegd:

Model 19.1 Deel I van een kentekenbewijs, bevattende een kenteken als bedoeld in artikel 4, vijfde lid, onder b, van het Kentekenreglement (transitokentekenbewijs)

Voorzijde (kleur: wit)

stcrt-2006-244-p27-SC78162-1.gif

Achterzijde (kleur: overwegend blauw)

stcrt-2006-244-p27-SC78162-2.gif

Artikel III

De Regeling erkenning bedrijfsvoorraad3 wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 1, onderdeel b, wordt ‘zesde lid’ vervangen door: vijfde lid, aanhef en onder a.

B

Artikel 13, achtste lid, wordt als volgt gewijzigd:

1. In onderdeel c wordt ‘,en’ aan het eind van de zin vervangen door een puntkomma.

2. Onder vervanging van de punt aan het eind van onderdeel d door een puntkomma worden twee onderdelen toegevoegd, luidende:

e. dient het erkende bedrijf de door de Dienst Wegverkeer te bepalen gegevens met betrekking tot het voertuig te verstrekken, welke gegevens overeen dienen te komen met de gegevens op het certificaat van overeenstemming, en

f. dient het erkende bedrijf op verzoek van daartoe bevoegde ambtenaren de voertuigen waarvoor nog niet tenaamgestelde kentekenbewijzen zijn aangevraagd, alsmede de daarbij behorende certificaten van overeenstemming te tonen.

Artikel IV

De Regeling legitimatievoorschriften kentekenbewijzen en kentekenplaten4 wordt als volgt gewijzigd:

A

De titel van hoofdstuk 5 ‘Aanvraag uitvoerverklaring en uitvoerkentekenbewijs’ komt te luiden: Hoofdstuk 5. Aanvraag uitvoerverklaring en uitvoerkentekenbewijs en aanvraag transitokentekenbewijs

B

Artikel 9 wordt als volgt gewijzigd:

1. De aanhef komt te luiden:

Bij het overleggen van de in de artikelen 31, 32, en 33 van het Kentekenreglement bedoelde verklaring alsmede bij de aanvraag van een kentekenbewijs, bevattende een kenteken als bedoeld in artikel 4, vijfde lid, aanhef en onder a, van het Kentekenreglement, dan wel bij de aanvraag van een kentekenbewijs als bedoeld in artikel 4, vijfde lid, aanhef en onder b, van het Kentekenreglement, dient degene die de verklaring overlegt, dan wel het kentekenbewijs aanvraagt, een van de in artikel 2, eerste lid, genoemde legitimatiebewijzen over te leggen, met dien verstande dat:

2. In onderdeel c wordt ‘het eerste lid’ vervangen door: de aanhef.

Artikel V

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2007.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst met uitzondering van de bijlagen, die ter inzage worden gelegd bij de bibliotheek van het Ministerie van Verkeer en Waterstaat, Plesmanweg 1, ’s-Gravenhage, de Dienst Wegverkeer, Europaweg 205, Zoetermeer en de Dienst Wegverkeer, Skagerrak 10, Veendam.

De Minister van Verkeer en Waterstaat, K.M.H. Peijs.

Toelichting

Algemeen

De onderhavige regeling strekt tot het wijzigen van een aantal regelingen in verband met de invoering van het zogenoemde transitokentekenbewijs. Voor de redenen voor de invoering van het transitokentekenbewijs zij verwezen naar het besluit van 28 november 2006 houdende wijziging van het Kentekenreglement in verband met invoering van het transitokentekenbewijs en verstrekking van gegevens uit het kentekenregister ten aanzien van voertuigen betrokken bij misdrijven of overtredingen in het buitenland (Stb. 2006/634). Van de gelegenheid is gebruik gemaakt daarnaast enkele andere wijzigingen en verbeteringen door te voeren.

De invoering van het transitokentekenbewijs betekent dat er bestaande regelgeving op een aantal punten dient te worden aangevuld of aangepast. Zo dient in de Regeling kentekens en kentekenplaten te worden geregeld welke kentekenplaten van toepassing zijn op voertuigen met een transitokentekenbewijs. Er is voor gekozen hiervoor dezelfde kentekenplaten te gebruiken als voor voertuigen met een exportkenteken (artikel I, onderdeel B).

In de bijlage van de regeling Kentekenbewijzen is het model voor het transitokentekenbewijs opgenomen. In die regeling zelf is uiteraard een verwijzing naar dit nieuwe model in de bijlage opgenomen (artikel II, onderdelen A en B).

In de regeling erkenning bedrijfsvoorraad was het noodzakelijk enkele verwijzingen aan te passen (artikel III, onderdeel A). Van de gelegenheid is gebruik gemaakt in diezelfde regeling ook twee andere, niet in verband met de invoering van het transitokentekenbewijs staande, wijzigingen door te voeren (artikel III, onderdeel B). Deze wijzigingen hebben betrekking op de bevoegdheid tot het aanvragen van nog niet tenaamgestelde kentekenbewijzen zonder afzonderlijk onderzoek aan het voertuig, zoals deze is neergelegd in artikel 6, eerste lid, onderdeel b, van de Regeling erkenning bedrijfsvoorraad. Met deze bevoegdheid wordt het grootste gedeelte van het Nederlandse wagenpark van nog niet tenaamgestelde kentekenbewijzen voorzien. Het is belangrijk dat bij de aanvraag van een nog niet tenaamgesteld kentekenbewijs de juiste gegevens worden opgegeven. Deze voertuiggegevens komen immers op het kentekenbewijs te staan en worden in het kentekenregister opgenomen. Teneinde te verzekeren dat de juiste gegevens worden opgegeven is in het nieuwe onderdeel e van het achtste lid van artikel 13 neergelegd dat de erkende bedrijven door de Dienst Wegverkeer (hierna: RDW) te bepalen gegevens moeten verstrekken én dat die gegevens moeten overeenstemmen met de op het certificaat van overeenstemming opgenomen gegevens. Daarnaast is het wenselijk om fysiek toezicht uit te kunnen oefenen op de steeds groter wordende groep bedrijven die gebruik maakt van deze bevoegdheid, omdat dit de zuiverheid van het kentekenregister ten goede komt (het nieuwe onderdeel f van het achtste lid van artikel 13). De RDW verwacht zo’n 450 steekproeven per jaar uit te voeren. Een steekproef duurt ongeveer een uur. Aangezien er circa 300 importeurs zijn, komt dat op een stijging van de administratieve lasten per importeur van anderhalf uur per jaar.

Tot slot is de Regeling legitimatievoorschriften kentekenbewijzen en kentekenplaten zodanig aangepast, dat voor het aanvragen van een transitokentekenbewijs thans dezelfde legitimatie-eisen gelden als voor het aanvragen van een exportkentekenbewijs (artikel IV, onderdelen A en B).

Artikelsgewijs

Artikel I, onderdelen A en B

In de artikelen 1, tweede lid, en 3, derde lid, van de Regeling kentekens en kentekenplaten werd abusievelijk verwezen naar artikel 4, zesde lid, van het Kentekenreglement. Dat moest zijn artikel 4, vijfde lid.

Artikel I, onderdeel B

De modellen 27.18, 27.19, 27.20, 30.9 en 30.10 worden gewijzigd, omdat deze thans naast op de exportkentekenplaat ook van toepassing zijn op transitokentekenplaten.

Artikel II, onderdeel A

In het eerste onderdeel wordt de onjuiste verwijzing naar het zesde lid van artikel vier van het Kentekenreglement in artikel 2, eerstel lid, van de Regeling Kentekenbewijzen gecorrigeerd. Thans wordt verwezen naar artikel 4, vijfde lid, aanhef en onder a. Met het tweede onderdeel wordt het nieuwe model voor het transitokentekenbewijs geïntroduceerd.

Artikel II, onderdeel B

In de bijlage is het onjuiste opschrift bij model 18.1 gecorrigeerd. Het nieuwe model 19.1 is in de bijlage toegevoegd.

Artikel III, onderdeel A

In artikel 1, onderdeel b, van de Regeling erkenning bedrijfsvoorraad is de onjuiste verwijzing naar artikel 4, zesde lid, van het Kentekenreglement gecorrigeerd. Dat moest zijn artikel 4, vijfde lid. Thans is dat, gezien de wijziging van artikel 4, vijfde lid, van het Kentekenreglement: artikel 4, vijfde lid, aanhef en onder a.

Artikel III, onderdeel B

Verwezen zij naar het algemene deel van de toelichting.

Artikel IV

De titel van hoofdstuk 5 van de Regeling legitimatievoorschriften kentekenbewijzen en kentekenplaten is aangepast. Dit hoofdstuk is thans ook van toepassing op de aanvraag van een transitokentekenbewijs. Hiervoor gelden dezelfde uitzonderingen op de legitimatievoorschriften die ook gelden voor de aanvraag van een exportkentekenbewijs. Dit betekent dat geen gewaarmerkt afschrift van de gegevens uit de basisadministratie persoonsgegevens hoeft te worden overgelegd en dat een ander in Nederland geldig buitenlands reisdocument kan worden overgelegd dan de in artikel 2, eerste lid, onderdeel d, genoemde documenten (artikel 9, aanhef en onder a).

In artikel 9, onder c, werd per abuis verwezen naar de verklaring als bedoeld een eerste lid van artikel 9. Dit moet echter zijn de verklaring als bedoeld in de aanhef van artikel 9. Van de gelegenheid is gebruik gemaakt deze onjuistheid te corrigeren.

De Minister van Verkeer en Waterstaat,

K.M.H. Peijs

  • 1

    Stcrt. 1997, 239; laatstelijk gewijzigd bij ministeriële regeling van 9 augustus 2005 (Stcrt. 161).

  • 2

    Stcrt. 1994, 248; laatstelijk gewijzigd bij ministeriële regeling van 28 november 2002 (Stcrt. 230).

  • 3

    Stcrt. 1994, 248, laatstelijk gewijzigd bij ministeriële regeling van 19 september 2005 (Stcrt. 186).

  • 4

    Stcrt. 1994, 248, laatstelijk gewijzigd bij ministeriële regeling van 11 augustus 2006 (Stcrt. 158).

Naar boven