Regeling vaststelling percentages verdeelsleutel rijksbijdrage educatie

Regeling van de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 4 december 2006, nr. BVE/Stelsel/2006/43280, houdende de vaststelling van de percentages van de verdeelsleutel rijksbijdrage educatie (Regeling vaststelling percentages verdeelsleutel rijksbijdrage educatie)

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

Gelet op artikel 3.2.3 van het Uitvoeringsbesluit WEB;

Besluit:

Artikel 1

Begripsbepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder besluit verstaan: Uitvoeringsbesluit WEB.

Artikel 2

Vaststelling percentages verdeelsleutel educatie

Het percentage voor de maatstaf, bedoeld in:

a. artikel 3.2.2, eerste lid, onderdeel a, van het besluit wordt vastgesteld op 20%;

b. artikel 3.2.2, eerste lid, onderdeel b, van het besluit wordt vastgesteld op 59%;

c. artikel 3.2.2, eerste lid, onderdeel c, van het besluit wordt vastgesteld op 21%.

Artikel 3

Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2007.

Artikel 4

Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling vaststelling percentages verdeelsleutel rijksbijdrage educatie.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, B.J. Bruins.

Toelichting

Algemeen

Gevolgen nieuw inburgeringsbeleid voor de verdeling van het educatiebudget

In april 2004 heeft het kabinet er bij de behandeling van de Contourennota Herziening van het inburgeringsstelsel mee ingestemd dat het deel van het educatiebudget dat wordt ingezet voor de opleidingen Nederlands als tweede taal, niveaus 1 en 2, structureel wordt overgeheveld naar het Ministerie van Justitie (Minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie (VenI)) ten behoeve van inburgering. Deze overheveling heeft inmiddels plaatsgevonden met het oog op de inwerkingtreding per 1 januari 2007 van de Wet Inburgering.

Deze overheveling vormt de aanleiding om de verdeelsleutel educatie aan te passen. De eerste reden hiervoor is dat de middelen die toegevoegd zijn aan het inburgeringsbudget met de verdeelsleutel voor inburgering worden verdeeld over de gemeenten. De verdeelsleutel voor inburgering is een andere dan die voor de educatie. Het ongewijzigd laten van de verdeelsleutel educatie, gevoegd bij de verdeelsleutel van VenI voor inburgering heeft herverdeeleffecten over gemeenten tot gevolg. De tweede reden vloeit voort uit het feit dat inburgering geen onderdeel meer uitmaakt van de educatie. Hierdoor moet het gewicht voor de maatstaf ‘ethnische achtergrond’ worden verlaagd.

Herverdeeleffecten over de gemeenten

Door het Ministerie van Justitie (VenI) is meegedeeld dat de inburgeringsmiddelen, waarvan de overgehevelde educatiemiddelen deel uitmaken, in 2007 worden verdeeld aan de hand van het aantal niet-westerse allochtonen, alsmede allochtonen afkomstig uit voormalig Joegoslavië en de voormalige Sovjet-Unie in de leeftijdscategorie 15 tot en met 65 jaar (CBS-gegevens per 1 januari 2005) van elke gemeente. Eén van de drie maatstaven van de verdeelsleutel voor educatie houdt eveneens rekening met de etnische achtergrond van volwassen inwoners van elke gemeente. Omdat bij de verdeling van de inburgeringsmiddelen deze inwoners ook een rol spelen wordt het gewicht van deze maatstaf aangepast.

Omdat inburgering geen onderdeel meer is van de educatie ligt het voor de hand de maatstaf ‘etnische achtergrond’ een minder zwaar gewicht te geven. Op deze wijze worden ook de herverdeeleffecten voor de gemeenten beperkt. Indien het educatiebudget generiek gekort zou worden, zouden kleinere gemeenten onevenredig gekort worden op hun educatiebudget ten opzichte van de grotere gemeenten met relatief meer allochtone inwoners. Tevens wordt op deze wijze voorkomen dat de overheveling ten koste gaat van de resterende opleidingen voor de educatie, zoals het voortgezet algemeen volwassenenonderwijs (vavo) en de opleidingen voor alfabetisering van autochtone inwoners.

Door deze regeling wordt bevorderd dat de budgetten die de gemeenten ontvangen voor zowel inburgering als educatie zoveel mogelijk aansluiten bij de budgetten van voorgaande jaren.

Artikelsgewijs

Artikel 2

Met het Besluit van 3 oktober 2006, houdende wijziging van het Uitvoeringsbesluit WEB in verband met de verdeelsleutel educatie, de juridische grondslag voor het controleprotocol als ministeriële regeling en de bekostiging van de kenniscentra (Staatsblad 2006, 468), wordt het Uitvoeringsbesluit WEB op een aantal punten gewijzigd. Zo worden onder meer de percentages van de verdeelsleutel educatie niet langer vastgesteld in het Uitvoeringsbesluit WEB maar bij ministeriële regeling. Op deze wijze kunnen de percentages in de toekomst eenvoudiger worden gewijzigd.

Artikel 3

Inmiddels is de Wet inburgering aanvaard in de Eerste Kamer der Staten Generaal. Dit betekent dat deze wet met ingang van 1 januari a.s. in werking kan treden. Bovengenoemd besluit kan derhalve voor wat betreft het onderdeel verband houdend met de verdeelsleutel educatie eveneens in werking treden met ingang van 1 januari 2007. Dit geldt ook voor de onderhavige regeling.

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

B.J. Bruins

Naar boven