Wijziging Delegatiebesluit subsidie bodemsanering bedrijfsterreinen

Besluit van de Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer van 6 december 2006, nr. LMV 2006332202, Directie Lokale Milieukwaliteit en Verkeer, Afdeling Sturing Bodemsaneringsoperatie, houdende wijziging van het Delegatiebesluit subsidie bodemsanering bedrijfsterreinen

De Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,

Gelet op artikel 76 j, vierde lid, van de Wet bodembescherming;

Besluit:

Artikel I

Het Delegatiebesluit subsidie bodemsanering bedrijfsterreinen wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 2 wordt de zinsnede ‘artikel 40’ vervangen door: de artikelen 40 en 40a.

B

In artikel 3 wordt de zinsnede ‘is hoofdstuk 3 en artikel 40 van het Besluit van toepassing’ vervangen door: zijn hoofdstuk 3 en de artikelen 40 en 40a van het Besluit van toepassing.

Artikel II

Dit besluit treedt inwerking op het tijdstip waarop het Besluit van 20 november 2006 houdende wijziging van het Besluit financiële bepalingen bodemsanering (aanpassing draagkrachtregeling), alsmede vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding van artikel 40 en bijbehorende bijlage in werking treedt.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 6 december 2006.
De Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, P.L.B.A. van Geel.

Toelichting

Uit overleg met de Europese Commissie na de melding bleek dat het draagkrachtinstrument niet voldeed aan het Milieusteunkader of andere staatssteunkaders. Daarom is besloten artikel 40 van het Besluit zodanig aan te passen en een nieuw artikel 40a in het Besluit in te voegen waarbij een cesuur is aangebracht in de gevallen waarin een uitgebreide draagkrachtondersteuning kan plaatsvinden en in de gevallen waarin dat niet kan uit het oogpunt van ongeoorloofde staatsteun. Voor laatstgenoemde gevallen volgt uit artikel 40a dat een beperkte ondersteuning kan plaatsvinden welke dient te voldoen aan de regels van de de minimis-verordening. De taken en bevoegdheden als bedoeld in deze artikelen worden door het bevoegd gezag bodemsanering uitgeoefend nadat dit artikel inwerking is getreden.

Naar boven