Staatscourant van het Koninkrijk der Nederlanden
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties | Staatscourant 2006, 241 pagina 9 | Circulaires |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties | Staatscourant 2006, 241 pagina 9 | Circulaires |
Aan: De burgemeesters, de wethouders, de raadsleden en de gemeenten
Onderwerp: Ambtstoelage burgemeesters, (onkosten)vergoedingen wethouders, raadsleden en commissieleden
Doelstelling: Informatie over beleid
Juridische grondslag: Rechtspositiebesluit burgemeesters, Rechtspositiebesluit wethouders en Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden
Relaties met andere circulaires: 5 december 2005, nrs.2005-284594 en 2005-284761 en 10 maart 2006, nr. 2006-28054
Ingangsdatum: 1 januari 2007
Geldig tot: Nadere berichtgeving
Datum: 30 november 2006
Kenmerk: 2006-0000382623
Onderdeel: DGKB/KZ
Aantal bijlagen: 0
De bezoldiging van burgemeesters wijzigt overeenkomstig de wijziging van de bezoldiging van het personeel in de sector Rijk. De looptijd van het arbeids-voorwaardenakkoord sector Rijk is van 1 januari 2006 tot 1 januari 2007. Momenteel zijn de arbeidsvoorwaardenonderhandelingen in de sector Rijk nog gaande.
De laatste algemene salarisverhoging was in januari 2006. Indien er een volgende wijziging van het salaris wordt vastgesteld, wordt u geïnformeerd over de gevolgen daarvan voor de bezoldiging van de burgemeester.
Het bovenstaande houdt in dat u vooralsnog kunt uitgaan van de bezoldiging die is vastgesteld per 1 januari 2006.
In artikel 16, tweede lid, van het Rechtspositiebesluit burgemeesters is bepaald dat de ambtstoelage van burgemeesters per 1 januari van elk jaar wordt herzien aan de hand van de consumentenprijsindex geldend voor de maand september van het voorafgaande kalenderjaar.
De consumentenprijsindex voor 2006 is bepaald op 115,3. Voor 2005 was dat indexcijfer 114,1.
Dit betekent dat de bedragen van de ambtstoelage per 1 januari 2007 worden verhoogd met 1,1%.
Met ingang van 1 januari 2007 luiden de bedragen genoemd in artikel 16, eerste lid, van het Rechtspositiebesluit burgemeesters als volgt:
Inwonersklasse | Ambtstoelage |
---|---|
Klasse 1 en 2 | € 600,04 |
Klasse 3 en 4 | € 630,78 |
Klasse 5 en 6 | € 657,35 |
Klasse 7 t/m 11 | € 679,21 |
De vergoeding van wethouders wijzigt overeenkomstig de wijziging van de bezoldiging van het personeel in de sector Rijk. De looptijd van het arbeids-voorwaardenakkoord sector Rijk is van 1 januari 2006 tot 1 januari 2007. Momenteel zijn de arbeidsvoorwaardenonderhandelingen in de sector Rijk nog gaande.
De laatste algemene salarisverhoging daarvan was in januari 2006. Indien er een volgende wijziging van het salaris wordt vastgesteld, wordt u geïnformeerd over de gevolgen daarvan voor de vergoeding van wethouders.
Het bovenstaande houdt in dat u vooralsnog kunt uitgaan van de vergoeding die is vastgesteld per 1 januari 2006.
In artikel 25, tweede lid, van het Rechtspositiebesluit wethouders is bepaald dat de onkostenvergoeding voor wethouders per 1 januari van elk jaar wordt herzien aan de hand van de consumentenprijsindex geldend voor de maand september van het voorafgaande kalenderjaar.
De consumentenprijsindex voor 2006 is bepaald op 115,3. Voor 2005 was dat indexcijfer bepaald op 114,1.
Dit betekent dat de bedragen van de onkostenvergoeding per 1 januari 2007 worden verhoogd met 1,1%.
Met ingang van 1 januari 2007 luiden de bedragen genoemd in artikel 25, eerste lid, van het Rechtspositiebesluit wethouders als volgt:
Aantal inwoners gemeente | Max. onkostenverg. per maand |
---|---|
–8.000 | € 252,62 |
8.001–14.000 | € 415,13 |
14.001–18.000 | € 537,02 |
18.001– | € 585,98 |
Splitsingsproblematiek wachtgeld en pensioen op grond van de Appa
Met ingang van 1 januari 2006 worden wethouders aangemerkt als werknemer en vallen onder de werking van de Wet op de loonbelasting (circulaire van 1 september jl., kenmerk 2005-158381). Tot die datum werden wethouders fiscaal beschouwd als niet-werknemer (hierna aangeduid als zelfstandigen) die desgewenst kunnen kiezen om voor de loonbelasting te worden aangemerkt als fictief werknemer.
Voor wethouders die tijdens hun ambtsperiode zowel in een tijdvak als zelfstandige als in een ander tijdvak als (fictief) werknemer zijn aangemerkt, moet de wachtgeld- of pensioenuitkering naar evenredigheid worden gesplitst naar het inkomsten- en loonbelastingregime. Dit heeft echter een gecompliceerde uitvoering van de Appa-uitkeringsregeling tot gevolg.
Eerder is in de circulaire van 20 december 2005 (nr. 2005-321095) aangegeven dat het streven was om de Appa-uitkeringsregelingen met ingang van 1 januari 2007 in alle situaties onder de Wet op de loonbelasting te brengen waardoor de splitsingsproblematiek wordt beëindigd. Gezien het beperkte aantal uitkeringen waarvoor de splitsingsproblematiek geldt en de geleidelijke daling van dergelijke uitkeringen, is uiteindelijk besloten dit niet in regelgeving vast te leggen. Dat betekent dat de met de belastingsdienst overeengekomen praktische oplossing kan worden gecontinueerd.
De belastingdienst gaat er in de praktijk mee akkoord als inhoudingsplichtigen – om splitsing van de uitkering te voorkomen – de volgende inhoudingswijze toepassen. De inhoudingsplichtige (gemeente) houdt met instemming van betrokkene loonbelasting in over de volledige uitkering.
De Appa-uitkeringsgerechtigde kan dan de belastinginspecteur verzoeken de voorlopige aanslag inkomstenbelasting die over dat jaar eventueel is opgelegd te verminderen met het bedrag dat naar verwachting in dat jaar aan loonbelasting zal worden ingehouden. Per saldo levert deze werkwijze daardoor voor betrokkene geen nadeel op.
In artikel 2, tweede lid, van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden is bepaald dat de vergoeding voor werkzaamheden voor raadsleden per 1 januari van elk jaar wordt herzien aan de hand van het indexcijfer CAO lonen overheid inclusief bijzondere beloningen geldend voor de maand september van het voorafgaande kalenderjaar.
Toepassing van het bovenstaande houdt in dat de bedragen van de vergoeding voor werkzaamheden voor raadsleden per 1 januari 2007 worden verhoogd met 2,5%. Dit is de verhoging van het indexcijfer van 2006 (116,7) ten opzichte van 2005 (113,8).
Het maximumbedrag per maand voor de vergoeding van werkzaamheden voor raadsleden genoemd in artikel 2, eerste lid, van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden bedraagt per 1 januari 2007:
Klasse | Inwonertal | Maximum vergoeding werkzaamheden per maand |
---|---|---|
1 | –6.000 | € 188,11 |
2 | 6.001–8.000 | € 208,35 |
3 | 8.001–10.000 | € 242,29 |
4 | 10.001–12.000 | € 280,99 |
5 | 12.001–14.000 | € 329,22 |
6 | 14.001–18.000 | € 414,35 |
7 | 18.001–24.000 | € 513,16 |
8 | 24.001–30.000 | € 645,32 |
9 | 30.001–40.000 | € 796,54 |
10 | 40.001–50.000 | € 954,38 |
11 | 50.001–60.000 | € 1.037,02 |
12 | 60.001–80.000 | € 1.133,08 |
13 | 80.001–100.000 | € 1.213,48 |
14 | 100.001–125.000 | € 1.301,18 |
15 | 125.001–150.000 | € 1.377,68 |
16 | 150.001–250.000 | € 1.460,33 |
17 | 250.001–375.000 | € 1.604,96 |
18 | 375.001– | € 1.953,98 |
In artikel 2, vijfde lid, van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden is bepaald dat de onkostenvergoeding voor raadsleden per 1 januari van elk jaar wordt herzien aan de hand van de consumentenprijsindex geldend voor de maand september van het voorafgaande kalenderjaar.
De consumentenprijsindex voor 2006 is bepaald op 115,3. Voor 2005 was dat indexcijfer bepaald op 114,1.
Dit betekent dat de bedragen van onkostenvergoeding per 1 januari 2007 worden verhoogd met 1,1%.
Het maximumbedrag per maand voor de onkostenvergoeding voor raadsleden genoemd in artikel 2, derde lid, van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden bedraagt per 1 januari 2007:
Klasse | Inwonertal | Onkostenvergoeding raadsleden per maand |
---|---|---|
1 | –6.000 | € 37,51 |
2 | 6.001–8.000 | € 39,59 |
3 | 8.001–10.000 | € 43,24 |
4 | 10.001–12.000 | € 46,87 |
5 | 12.001–14.000 | € 52,60 |
6 | 14.001–18.000 | € 59,90 |
7 | 18.001–24.000 | € 69,80 |
8 | 24.001–30.000 | € 80,74 |
9 | 30.001–40.000 | € 95,84 |
10 | 40.001–50.000 | € 116,68 |
11 | 50.001–60.000 | € 123,97 |
12 | 60.001–80.000 | € 133,35 |
13 | 80.001–100.000 | € 141,16 |
14 | 100.001–125.000 | € 150,00 |
15 | 125.001–150.000 | € 157,83 |
16 | 150.001–250.000 | € 165,12 |
17 | 250.001–375.000 | € 188,04 |
18 | 375.001– | € 225,53 |
Het maximumbedrag per maand voor de onkostenvergoeding voor raadsleden (bij fictieve dienstbetrekking) genoemd in artikel 2, vierde lid, van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden bedraagt per 1 januari 2007:
Klasse | Inwonertal | Onkostenvergoeding raadsleden (bij fictieve dienstbetrekking) per maand |
---|---|---|
1 | –6.000 | € 78,13 |
2 | 6.001–8.000 | € 82,30 |
3 | 8.001–10.000 | € 90,11 |
4 | 10.001–12.000 | € 97,93 |
5 | 12.001–14.000 | € 109,37 |
6 | 14.001–18.000 | € 125,02 |
7 | 18.001–24.000 | € 144,80 |
8 | 24.001–30.000 | € 168,24 |
9 | 30.001–40.000 | € 199,50 |
10 | 40.001–50.000 | € 242,74 |
11 | 50.001–60.000 | € 258,35 |
12 | 60.001–80.000 | € 277,63 |
13 | 80.001–100.000 | € 293,78 |
14 | 100.001–125.000 | € 313,06 |
15 | 125.001–150.000 | € 328,68 |
16 | 150.001–250.000 | € 344,30 |
17 | 250.001–375.000 | € 391,18 |
18 | 375.001– | € 469,83 |
In artikel 14, eerste lid, juncto artikel 2, tweede lid, van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden is bepaald dat de vergoeding voor het bijwonen van vergaderingen per 1 januari van elk jaar wordt herzien aan de hand van het indexcijfer CAO lonen overheid inclusief bijzondere beloningen geldend voor de maand september van het voorafgaande kalenderjaar.
Toepassing van het bovenstaande houdt in dat de bedragen van de vergoeding voor werkzaamheden voor commissieleden per 1 januari 2007 worden verhoogd met 2,5%. Dit is de verhoging van het indexcijfer van 2006 (116,7) ten opzichte van 2005 (113,8).
De maximumvergoeding voor het bijwonen van vergaderingen voor leden van gemeentelijke commissies genoemd in het eerste lid van artikel 14 van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden bedraagt per 1 januari 2007:
Klasse | Inwonertal | Vergoeding per vergadering |
---|---|---|
1 | –10.000 | € 50,05 |
2 | 10.001–20.000 | € 55,33 |
3 | 20.001–50.000 | € 66,38 |
4 | 50.001–100.000 | € 81,67 |
5 | 100.001–250.000 | € 104,31 |
6 | 250.001– | € 132,24 |
Informatie die betrekking heeft op politieke ambtsdragers, kunt u vinden op de internetsite van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties: www.minbzk.nl, openbaar bestuur, politieke ambtsdragers.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stcrt-2006-241-p9-SC78087.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.