Benoeming en ontslag leden Commissie klachtenbehandeling aanstellingskeuringen
Regeling van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
van 1 december 2006, Directie Arbeidsverhoudingen, nr. AV/IR/2006/86350, tot
benoeming en ontslag leden Commissie klachtenbehandeling aanstellingskeuringen
De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
Gelet op het bepaalde in artikel 4 van het Besluit klachtenbehandeling
aanstellingskeuringen,
Besluit:
Met ingang van 1 februari 2007
Mevrouw mr. E. Cremers-Hartman, geboren op 31 mei 1951 te Hoogeveen, lid
van de Commissie klachtenbehandeling aanstellingskeuringen, te benoemen tot
plaatsvervangend voorzitter van de Commissie klachtenbehandeling aanstellingskeuringen
voor een periode die eindigt op 1 februari 2008;
Mevrouw mr. C.M.F. van Roessel, geboren op 26 juni 1953 te Soest, te benoemen
tot lid van de Commissie klachtenbehandeling aanstellingskeuringen met als
plaatsvervanger; de heer prof. mr. W.H.A.C.M. Bouwens, geboren op 23 mei 1960
te Oss, beide voor een periode die eindigt op 1 februari 2010.
De benoemingen van de heer dr. C.T.J. Hulshof, geboren op 4 september
1953 te Tegelen, thans plaatsvervangend voorzitter van de Commissie klachtenbehandeling
aanstellingskeuringen en van mevrouw mr. M.J.M. Kelder, geboren op 31 maart
1954 te Rotterdam, als lid van de Commissie klachtenbehandeling aanstellingskeuringen,
te beëindigen.
Dit besluit wordt in de Nederlandse Staatscourant gepubliceerd.
’s-Gravenhage, 1 december 2006.
De Staatssecretaris
van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,H.A.L. van Hoof.
Overeenkomstig de Algemene wet bestuursrecht kan tegen deze beschikking
schriftelijk bezwaar worden gemaakt door een ambtenaar wiens belang rechtstreeks
bij deze beschikking betrokken is. Daartoe moet binnen zes weken na de dag
van verzending van deze beschikking een bezwaarschrift worden ingediend bij
de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, t.a.v. de Directie Wetgeving,
Bestuurlijke en Juridische aangelegenheden, Bureau Ondersteuning Bezwaar en
Beroep, Postbus 90801, 2509 LV ’sGravenhage.
Het bezwaarschrift dient te worden ondertekend en ten minste te bevatten
de naam en adres van de indiener, de dagtekening, een omschrijving van deze
beschikking alsmede de reden(en) waarom de beschikking niet juist wordt gevonden.
Verzocht wordt bij het bezwaarschrift een kopie van deze beschikking en eventuele
andere op de zaak betrekking hebbende stukken te voegen. Het bezwaar schort
de werking van deze beschikking niet op.