Intrekking diverse regelingen in verband met de wijziging van de Wet geluidhinder

Regeling van de Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer van 29 november 2006, nr. LMV 2006.330831, houdende intrekking van diverse regelingen in verband met de wet van 5 juli 2006 houdende wijziging van de Wet geluidhinder (modernisering instrumentarium geluidbeleid, eerste fase; Stb. 2006, 350)

De Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,

Gelet op artikel 15.13 van de Wet milieubeheer en de artikelen 12 en 16 van het Subsidiebesluit openbare lichamen milieubeheer;

Besluit:

Artikel 1

De volgende regelingen worden ingetrokken:

a. Regeling van 13 augustus 2001, nr. LMV 2001059512, houdende wijziging van de regeling van de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer van 13 juni 2001, LMV 2001059512, houdende vaststelling subsidieplafonds sanering verkeerslawaai 2001 (Stcrt. 2001, 119) en bekendmaking van de projecten, bedoeld in artikel 2, eerste lid, onder d, van genoemde regeling (Stcrt. 2001, 156);

b. Subsidieregeling spoorweglawaai 2004;

c. Regeling van 26 januari 2004, nr. LMV 2003131910, houdende vaststelling subsidieplafonds sanering verkeerslawaai 2004 (Stcrt. 2004, 22);

d. Regeling van 1 juni 2004, nr. LMV 2004046362, houdende vaststelling van projecten die in aanmerking komen voor subsidie voor de uitvoeringskosten van de sanering van verkeerslawaai in 2004 (Stcrt. 2004, 109);

e. Regeling van 29 december 2004, nr. LMV 2004128891, houdende vaststelling van de criteria voor de subsidieverlening ten behoeve van de sanering verkeerslawaai 2005 (Stcrt. 2005, 12);

f. Regeling van 29 april 2005, nr. LMV 2005047127, houdende vaststelling van het subsidieplafond sanering spoorweglawaai 2005 (Stcrt. 2005, 90);

g. Regeling van 12 mei 2005, nr. LMV 2005028502, houdende vaststelling van de subsidieplafonds en de vaststelling van de projecten die in aanmerking komen voor subsidie voor de uitvoeringskosten van verkeerslawaai in 2005 (Stcrt. 2005, 98).

Artikel 2

1. Voorzover er ter zake nog sprake is van enige bestuursrechtelijke afdoening, met inbegrip van bezwaar- en beroepsprocedures, vindt deze overeenkomstig de regelingen, genoemd in artikel 1, plaats.

2. Bestaande aanspraken en verplichtingen bij, ingevolge de regelingen, genoemd in artikel I, blijven in stand.

Artikel 3

Deze regeling treedt in werking op het tijdstip waarop de wet van 5 juli 2006 houdende wijziging van de Wet geluidhinder (modernisering instrumentarium geluidbeleid, eerste fase; Stb. 2006, 350) in werking treedt.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 29 november 2006.
De Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, P.L.B.A. van Geel.

Toelichting

Deze regeling is een uitvloeisel van zowel het Meerjarenprogramma herijking van de VROM-regelgeving als de fasegewijze herziening van de Wet geluidhinder.

Deze regeling strekt tot uitvoering van het Meerjarenprogramma herijking. Het Meerjarenprogramma herijking van de VROM-regelgeving (Kamerstukken II 2003/04, 29 383, nr. 1) is gericht op het vereenvoudigen, stroomlijnen en verminderen van regelgeving. In lijn met deze doelstellingen van de herijking worden in deze regeling zeven regelingen ingetrokken.

Deze (sanerings)regelingen bevatten vaststellingen van subsidieplafonds, lijsten van projecten welke in aanmerkingen kwamen voor uitvoeringssubsidie en criteria voor subsidieverlening. Door het verstrijken van de in de regelingen genoemde tijdvakken hebben de regelingen hun materiële betekenis verloren. Om de overzichtelijkheid en toegankelijkheid van de geldende regelgeving te bevorderen worden de regelingen ingetrokken.

De Wet geluidhinder (hierna: de wet) wordt in fasen gemoderniseerd. Naast een wijziging van de wet die voorzag in de implementatie van de Europese richtlijn omgevingslawaai (Stb. 2004, 338), is een aantal andere aanpassingen doorgevoerd (Wet van 5 juli 2006, houdende wijziging van de Wet geluidhinder (modernisering instrumentarium geluidbeleid, eerste fase, Stb. 2006, 350).

Volledigheidshalve wordt vermeld dat de volgende regelingen van rechtswege zijn komen te vervallen:

– het Besluit geluidsgevoelige ruimten van een woning;

– de Regeling bepaling geluidszones langs wegen 1993 en

– het Besluit bepaling referentieniveau-periode.

Hetgeen is geregeld in h et Besluit geluidsgevoelige ruimten van een woning en de Regeling bepaling geluidszones langs wegen 1993 is thans geregeld in respectievelijk artikel 1 en artikel 75 van de Wet geluidhinder. Het bepaalde in het Besluit bepaling referentieniveau-periode komt te vervallen, omdat de bepaling van het referentieniveau niet meer voor komt in de wet en de onderliggende regelgeving.

In artikel VII van de Wet van 5 juli 2006, houdende wijziging van de Wet geluidhinder (modernisering instrumentarium geluidbeleid, eerste fase, Stb. 2006, 350) is geregeld dat procedures op grond van de wet en de daarop gebaseerde regelgeving, die lopen op het tijdstip waarop dit wetsvoorstel in werking is getreden, worden afgemaakt conform het oude recht. Facultatief kan ook binnen 3 maanden na inwerkingtreding nog een keuze gemaakt worden de huidige wet of de gewijzigde wet toe te passen bij te nemen besluiten. Ter aanvulling is in deze regeling een overgangsbepaling opgenomen, welke benadrukt dat lopende procedures en bestaande aanspraken en verplichtingen moeten worden afgehandeld conform het tot dusverre geldende recht.

De Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,

P.L.B.A. van Geel

Naar boven