Instellingsbesluit Klankbordcommissie bureaucratiebenchmark onderwijs

Besluit van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 24 november 2006, nr. ASEA/DIR/2006/45859, houdende instelling van een commissie ter beoordeling van de kwaliteit van te ontwikkelen bureaucratiebenchmarks voor het onderwijs (Instellingsbesluit Klankbordcommissie bureaucratiebenchmark onderwijs)

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

Besluit:

Artikel 1

Begripsbepalingen

In dit besluit wordt verstaan onder:

a. minister: de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

b. commissie: de commissie, bedoeld in artikel 2.

Artikel 2

Instelling en taak

1. Er is een Klankbordcommissie bureaucratiebenchmark onderwijs

2. De commissie heeft tot taak om de methodologische kwaliteit van door besturenorganisaties te ontwikkelen bureaucratiebenchmarks voor alle onderwijssectoren te toetsen, voor zover daarvoor aan hen door de minister subsidie wordt verstrekt, en daaromtrent advies uit te brengen aan:

a. de minister, of

b. betreffende besturenorganisaties.

Artikel 3

Instellingsduur

De commissie wordt ingesteld voor de periode tot en met 30 juli 2007.

Artikel 4

Informatieplicht

De commissie verstrekt aan de minister desgevraagd de voor de uitoefening van zijn taak benodigde inlichtingen.

Artikel 5

Leden

1. Tot leden van de commissie worden benoemd:

a. prof. dr. R.J. Bosker, tevens voorzitter,

b. prof. dr. G.T.M. ten Dam,

c. prof. dr. J.R. Magnus,

d. prof. dr. M.J.M. Vermeulen, en

e. P.G. Kuyt, ambtelijk lid.

2. De commissie wordt bijgestaan door een secretaris, de heer B.H. Fischel, ambtenaar bij het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. De secretaris is geen lid van de commissie.

3. De benoeming geschiedt voor de duur van de commissie.

Artikel 6

Werkwijze

1. De commissie stelt haar eigen werkwijze vast.

2. De commissie kan zich door andere personen doen bijstaan voorzover dat voor de vervulling van haar taak nodig is, waaronder, op persoonlijke titel, ambtelijke deskundigen.

3. De minister kan bij zijn ministerie werkzame ambtenaren aanwijzen, die de vergaderingen van de commissie bij kunnen wonen.

4. Leden van de commissie onthouden zich van beraadslagingen of besluitvorming over een zaak waarbij zij persoonlijk betrokken zijn of een persoonlijk belang hebben.

Artikel 7

Eindrapport

De commissie brengt vóór 31 juli 2007 een eindverslag uit aan de minister. Hierin is in ieder geval een eindoordeel opgenomen over de kwaliteit van de bureaucratiebenchmarks, bedoeld in artikel 2.

Artikel 8

Vergoeding

De voorzitter en andere leden van de commissie, voor zover geen ambtenaar, ontvangen per vergadering een beloning op basis van het Vacatiegeldenbesluit 1988 en de daarop gebaseerde voor het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap geldende bepalingen, waarbij de commissie als zware commissie in de zin van het Vacatiegeldenbesluit 1988 wordt aangemerkt. De vergoeding bedraagt het maximum dat geldt voor een zware commissie.

Artikel 9

Kosten van de commissie

De kosten van de commissie komen, voor zover goedgekeurd, voor rekening van de minister. Onder kosten worden in ieder geval verstaan:

a. de kosten voor vergaderingen en voor secretariële ondersteuning,

b. de kosten voor publicatie van rapportages.

Artikel 10

Geheimhouding

Een ieder die betrokken is geweest bij de werkzaamheden van de commissie en daarbij de beschikking krijgt over gegevens waarvan hij het vertrouwelijk karakter kent of redelijkerwijs moet vermoeden en voor wie niet reeds uit hoofde van ambt, beroep of wettelijk voorschrift terzake van die gegevens een geheimhoudingsplicht geldt, is verplicht tot geheimhouding daarvan, behoudens voorzover enig wettelijk voorschrift hem tot bekendmaking verplicht of uit zijn taak bij deze werkzaamheden de noodzaak tot bekendmaking voortvloeit.

Artikel 11

Openbaarmaking

Rapporten, notities, verslagen en andere producten welke door of namens de commissie worden vervaardigd, worden niet door de commissie openbaar gemaakt, maar uitsluitend aan de minister uitgebracht.

Artikel 12

Archiefbescheiden

De commissie draagt zo spoedig mogelijk na beëindiging van haar werkzaamheden of, zo de omstandigheden daartoe aanleiding geven, zoveel eerder, de bescheiden betreffende die werkzaamheden over aan het archief van de directie ASEA van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap.

Artikel 13

Inwerkingtreding en vervaldatum

1. Dit besluit treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 juni 2006

2. Dit besluit vervalt met ingang van 31 juli 2007.

Artikel 14

Citeertitel

Dit besluit wordt aangehaald als: Instellingsbesluit Klankbordcommissie bureaucratiebenchmark onderwijs.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, M.J.A. van der Hoeven.

Toelichting

Om per onderwijsinstelling inzichtelijk te kunnen maken hoe de omvang van de bureaucratie (overhead) afgezet tegen de kwaliteit van onderwijs zich verhoudt tot vergelijkbare instellingen binnen de sector, laat de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap voor elke onderwijssector een bureaucratiebenchmark ontwikkelen door besturenorganisaties. De Klankbordcommissie bureaucratiebenchmark onderwijs, die met dit besluit wordt ingesteld, heeft tot taak om de methodologische kwaliteit van deze benchmarks te beoordelen en te waarborgen. Naar verwachting zal de commissie vijf maal bijeenkomen voor een vergadering.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

M.J.A. van der Hoeven

Naar boven