De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,
Gelet op de artikelen 10 en 11 van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren en de artikelen 2, 3, 4 en 5 van het Besluit inzake het in de handel brengen van dieren en producten en de toepassing van maatregelen met betrekking tot in Nederland gebrachte dieren en producten;
Gelet op artikel 12, aanhef, van de Kaderwet diervoeders;
Besluit:
Artikel I
De Regeling veterinairrechtelijke voorschriften handel dierlijke producten1 wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 2.4.2.6 komt als volgt te luiden:
Artikel 2.4.2.6
1. Ingeval het product een handelsmonster als bedoeld in artikel 2, eerste lid, onderdeel b, van richtlijn nr. 92/118/EEG is:
a. is ten aanzien van dit product door de minister een vergunning verleend voor de invoer van dit product, of
b. is een termijn van 30 werkdagen, te rekenen vanaf de datum van ontvangst van de aanvraag van een vergunning bedoeld in onderdeel a, verstreken, zonder dat door de minister op de aanvraag is beslist.
2. Ingeval een vergunning is verleend als bedoeld in het eerste lid, onderdeel a, worden de desbetreffende vergunning alsmede de daaraan verbonden voorschriften, voorwaarden en beperkingen in een document vastgelegd.
3. Het document, bedoeld in het tweede lid, onderscheidenlijk een afschrift van de aanvraag, bedoeld in het eerste lid, onderdeel b, vergezelt het product, bedoeld in het eerste lid.
B
Artikel 3.2.3.1, onderdeel a, komt als volgt te luiden:
a. de minister heeft toestemming verleend voor het brengen van deze partij in Nederland, ofwel een termijn van 30 werkdagen, te rekenen vanaf de datum van ontvangst van de aanvraag van deze toestemming, is verstreken zonder dat de minister op de aanvraag heeft beslist;.
Artikel II
Aan artikel 78 van de Regeling diervoeders2 wordt een lid toegevoegd, luidende:
3. De aanvrager van een registratie als bedoeld in artikel 69, is geregistreerd, indien een termijn van zes weken, te rekenen vanaf de datum van ontvangst van de aanvraag tot registratie, is verstreken zonder dat de minister op de aanvraag heeft beslist.
Artikel III
Deze regeling treedt op 1 januari 2007 in werking.
Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.
Bij het binnen het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) uitgevoerde project Herbeoordeling LNV-vergunningen in het kader van het rijksbrede Project Vereenvoudiging Vergunningen is een viertal LNV-vergunningstelsels geïdentificeerd waarbij invoering van het systeem van de Lex Silencio positivo in de rede ligt. Dit systeem impliceert dat de aanvrager van de vergunning er na verloop van de bij de regeling vastgestelde periode van mag uitgaan dat de vergunning automatisch is verleend, hetgeen de doorlooptijd verbetert en aldus de transparantie vergroot. Bij brief van 28 april 2006 (Kamerstukken II 2005–2006, 29 515, nr. 138) heeft de Minister van LNV aangegeven de betrokken regelgeving aan te zullen passen. Ingevolge de bij deze regeling opgenomen wijzigingen wordt bij een drietal vergunningstelsels het systeem van de Lex Silencio positivo ingevoerd. Daarbij gaat het in twee gevallen om stelsels die zijn neergelegd in de Regeling veterinairrechtelijke voorschriften handel dierlijke producten. Het betreft de vergunning die vereist is voor de invoer in Nederland van een handelsmonster dierlijke producten en om de toestemming die nodig is voor het in Nederland brengen van producten van dierlijke oorsprong die bestemd zijn voor een derde land (doorvoer). Het derde geval betreft de in de Regeling diervoeders opgenomen eis tot registratie voor zelfmengende veehouders voor diervoeders met dierlijke eiwitten. Het vierde geval, de noodzakelijke vergunning bij een kleine wijziging van de registratie van een diergeneesmiddel, wordt tezamen met een aantal andere wijzigingen van de Regeling diergeneesmiddelen binnenkort afzonderlijk tot stand gebracht.
De in onderhavige regeling opgenomen wijzigingen gaan op 1 januari 2007 in.