Instellingsbesluit commissie auteursrecht 2006

Besluit van 23 november 2006, nr. 06-004250, tot instelling van een commissie auteursrecht als adviescollege van het Ministerie van Justitie (Instellingsbesluit commissie auteursrecht 2006)

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Gelet op artikel 5 van de Kaderwet adviescolleges;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Artikel 1

1. Er is een commissie auteursrecht.

2. De commissie bestaat, met inbegrip van de voorzitter, uit tenminste zes en ten hoogste tien leden.

Artikel 2

De commissie heeft tot taak de regering en de beide Kamers der Staten-Generaal te adviseren over wetgeving op het terrein van het auteursrecht en de naburige rechten.

Artikel 3

De archiefbescheiden van de commissie worden na verloop van haar instellingsduur of, zo de omstandigheden daartoe eerder aanleiding geven, zoveel eerder, overgebracht naar het archief van het Ministerie van Justitie.

Artikel 4

1. Dit besluit treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot en met 26 juli 2006.

2. Dit besluit vervalt met ingang van de dag waarop de wet tot Wijziging van de Wet adviesstelsel Justitie in verband met de permanente instelling van de commissie auteursrecht in werking treedt, met dien verstande dat dit besluit uiterlijk met ingang van 26 juli 2010 vervalt.

Artikel 5

Dit besluit wordt aangehaald als: Instellingsbesluit commissie auteursrecht 2006.

Onze Minister van Justitie is belast met de uitvoering van dit besluit, dat met de daarbij behorende toelichting in de Staatscourant zal worden geplaatst.

Den Haag, 23 november 2006 Beatrix
De Minister van Justitie, E.M.H. Hirsch Ballin.De Minister voor Bestuurlijke Vernieuwing en Koninkrijksrelaties, A. Nicolaï.

Toelichting

De commissie auteursrecht is in 2000 ingesteld als tijdelijk adviescollege in de zin van artikel 5 van de Kaderwet adviescolleges, met als taak de regering en de beide Kamers der Staten-Generaal te adviseren over vragen rond het auteursrecht en de naburige rechten (Besluit van 8 juli 2000 tot instelling van een commissie auteursrecht als adviescollege van het Ministerie van Justitie ter advisering over het auteursrecht en naburige rechten, Stb. 309). De commissie is ingesteld vanuit een behoefte aan deskundig advies, zowel vanuit de wetenschap als de praktijk, op een weerbarstig terrein van het recht, dat wordt gekenmerkt door een groeiende betekenis voor economie en cultuur, een sterk Europees en internationaal karakter, grote belangen bij marktpartijen en snelle technologische ontwikkelingen. De instellingsduur van de commissie is in 2004 voor de duur van twee jaar verlengd (Stcrt. 2004, 237), tot 26 juli 2006.

De commissie heeft in de afgelopen jaren vele adviezen uitgebracht over zeer uiteenlopende aspecten van auteursrecht en naburige rechten. Deze adviezen worden gebruikt bij de opstelling van wet- en regelgeving en het bepalen van het Nederlandse standpunt bij onderhandelingen over EU-regelgeving en verdragen. De adviezen hebben een belangrijke bijdrage geleverd aan de kwaliteit, duurzaamheid en effectiviteit van wetgeving. De adviezen vormen bovendien nuttige en bruikbare bouwstenen bij de voorbereiding van wetgeving op dit terrein. Bij de behandeling van wetsvoorstellen wordt door zowel de regering als door de beide Kamers van de Staten-Generaal regelmatig gebruik gemaakt van de adviezen.

Aan onafhankelijke deskundige advisering op het gebied van het auteursrecht en de naburige rechten blijft in de toekomst onverminderd grote behoefte bestaan. Dit houdt verband met het steeds sterker wordende Europese en internationale karakter van dit rechtsgebied, de toename van raakvlakken met andere rechtsgebieden, en ontwikkelingen op het gebied van de telecommunicatie. Onafhankelijke en deskundige advisering is dringend gewenst om in deze situatie te komen tot effectieve, goede en evenwichtige regelgeving.

Gelet op de behoefte aan blijvende deskundige advisering, is het wenselijk om te voorzien in een permanente instelling van de commissie. Omdat de Kaderwet adviescolleges niet voorziet in de mogelijkheid van een permanente instelling bij koninklijk besluit, zal hieraan uitvoering worden gegeven door middel van een wijziging van de Wet adviesstelsel Justitie. Ter overbrugging van de periode tot aan de inwerkingtreding van deze wet, wordt de commissie met dit besluit opnieuw voor tijdelijke duur ingesteld. Dit besluit vervalt op het moment waarop deze wet inwerking treedt, doch in ieder geval na verloop van vier jaren.

De Minister van Justitie,

E.M.H. Hirsch Ballin

De Minister voor Bestuurlijke Vernieuwing en Koninkrijksrelaties,

A. Nicolaï

Naar boven