Tijdelijke regeling aanvullende bekostiging in verband met arbeidsmarktknelpunten voortgezet onderwijs 2006

Regeling van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 15 november 2006, nr. VO/OK/2006/38112, houdende tijdelijke regels voor de toekenning van aanvullende bekostiging in verband met arbeidsmarktknelpunten in het voortgezet onderwijs voor het kalenderjaar 2006 (Tijdelijke regeling aanvullende bekostiging in verband met arbeidsmarktknelpunten voortgezet onderwijs 2006)

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

Gelet op artikel 85a, eerste lid, van de Wet op het voortgezet onderwijs;

Besluit:

Artikel 1

Begripsbepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

a. school: een school voor mavo, vbo of praktijkonderwijs, of een scholengemeenschap waarvan een school voor mavo, vbo of praktijkonderwijs deel uitmaakt;

b. Regeling 2004–2005: Regeling aanvullende bekostiging in verband met arbeidsmarktknelpunten voortgezet onderwijs 2004 en 2005;

c. aanvullende bekostiging: aanvullende bekostiging als bedoeld in artikel 85a, eerste lid, van de Wet op het voortgezet onderwijs;

d. arbeidsmarktknelpunten: knelpunten die scholen ondervinden ten gevolge van fricties op de onderwijsarbeidsmarkt;

e. overzicht: een overzicht als bedoeld in artikel 14a, eerste lid, of als bedoeld in artikel 15b, tweede lid, van het Bekostigingsbesluit W.V.O., zoals dit luidde op 13 mei 2004;

f. leerlingen: voor bekostiging in aanmerking genomen leerlingen die op 1 oktober 2003 staan ingeschreven aan een school als bedoeld in artikel 1, onderdeel a, waaronder worden mede verstaan de leerlingen die staan ingeschreven in de gemeenschappelijke leerjaren van een school, waarbij wordt uitgegaan van de gegevens zoals zij staan vermeld op het overzicht;

g. cumi-vo leerlingen: leerlingen als bedoeld in artikel 1, tweede punt, van de Regeling aanvullende personele bekostiging culturele minderheidsgroepen en anderstalige leerlingen WVO 2002, bezien in samenhang met de Herziening Regeling aanvullende personele bekostiging culturele minderheidsgroepen en anderstalige leerlingen (cumi-regeling) WVO 2003, waarbij wordt uitgegaan van de gegevens zoals zij staan vermeld op het overzicht;

h. de minister: de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap.

Artikel 2

Doelomschrijving

Ter bestrijding van arbeidsmarktknelpunten verstrekt de minister in het kalenderjaar 2006 aan het bevoegd gezag van een school een aanvullende bekostiging ten behoeve van maatregelen in het kader van personeelsbeleid of arbeidsomstandighedenbeleid.

Artikel 3

Toekenningscriterium

De aanvullende bekostiging wordt toegekend aan het bevoegd gezag van een school, indien het aantal cumi-vo leerlingen van die school op 1 oktober 2003 5% of meer bedroeg van het totaal aantal leerlingen van die school.

Artikel 4

Hoogte aanvullende bekostiging

De aanvullende bekostiging bestaat uit:

a. een vaste voet per school van € 45.000,–; en

b. een bedrag per cumi-vo leerling van € 85,–.

Artikel 5

Verlening en betaling

Het bevoegd gezag van een school ontvangt uiterlijk in december 2006 zonder voorafgaande aanvraag een beschikking waarin de aanvullende bekostiging wordt toegekend. Het in de beschikking vastgestelde bedrag wordt uiterlijk in dezelfde maand uitbetaald.

Artikel 6

Besteding en verantwoording

1. De aanvullende bekostiging wordt verstrekt als tegemoetkoming in uitgaven die zijn verbonden aan het in deze regeling omschreven doel. Verrekening van eventueel niet-bestede middelen of overschotten vindt niet plaats.

2. De aanvullende bekostiging wordt uiterlijk in het kalenderjaar 2007 besteed.

3. De toegekende middelen worden herkenbaar als baten opgenomen in de jaarrekening. De lasten worden verantwoord binnen de daartoe bestemde posten in de jaarrekening.

4. De verklaring van de accountant bij de jaarrekening omvat tevens een oordeel over de rechtmatige besteding van deze aanvullende bekostiging.

Artikel 7

Bestuursrechtelijke afdoening na vervaldatum

Voor zover er vanaf de vervaldatum van deze regeling ter zake nog sprake is van enige bestuursrechtelijke afdoening, met inbegrip van bezwaar- en beroepsprocedures, vindt deze overeenkomstig deze regeling plaats.

Artikel 8

Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst, werkt terug tot en met 1 januari 2006 en vervalt met ingang van 1 juli 2008.

Artikel 9

Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Tijdelijke regeling aanvullende bekostiging in verband met arbeidsmarktknelpunten voortgezet onderwijs 2006.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, M.J.A. van der Hoeven.

Toelichting

Inleiding

Op grond van de Regeling aanvullende vergoeding in verband met arbeidsmarktknelpunten in het voortgezet onderwijs, de Regeling aanvullende vergoeding in verband met arbeidsmarktknelpunten voortgezet onderwijs 2002–2003 en de Regeling aanvullende bekostiging in verband met arbeidsmarktknelpunten in het voortgezet onderwijs 2004 en 2005 zijn extra middelen beschikbaar gesteld aan scholen waarvan op grond van onderzoek verwacht mocht worden dat ze met bovengemiddelde personeelstekorten kampen (de aanvullende bekostiging arbeidsmarktknelpunten).

Reeds in de toelichting bij de ministeriële regeling voor de kalenderjaren 2002 en 2003 is aangegeven dat na het verstrijken van de kalenderjaren 2002 en 2003 zou worden bezien of de regeling nogmaals verlengd kan worden. Besloten werd om ook voor 2004 en 2005 een regeling in verband met arbeidsmarktknelpunten te treffen, omdat er de komende jaren een grote vraag naar leraren zal blijven bestaan. Dit in verband met de groei van het aantal leerlingen en het grote aantal docenten dat in de komende jaren met pensioen gaat.

De Regeling aanvullende bekostiging in verband met arbeidsmarktknelpunten voortgezet onderwijs 2004 en 2005 was een tijdelijke regeling en is met ingang van 31 december 2005 komen te vervallen. Er is verkend of budget voor arbeidsmarktknelpunten vanaf 2006 in de lumpsumbekostiging kon worden opgenomen. Dit bleek op deze termijn niet haalbaar. Besloten is daarom om de in 2006 voor dit doel beschikbare middelen alsnog op grond van een ministeriële regeling beschikbaar te stellen. Ten behoeve van de continuïteit zullen de scholen die in de kalenderjaren 2004 en 2005 op grond van de Regeling aanvullende bekostiging in verband met arbeidsmarktknelpunten voortgezet onderwijs 2004 en 2005 in aanmerking kwamen voor aanvullende bekostiging, in 2006 nog een eenmalige aanvullende bekostiging ontvangen. Het bedrag dat een school in het kader van deze regeling ontvangt, is gelijk aan dat wat de school in het kader van de Regeling aanvullende bekostiging in verband met arbeidsmarktknelpunten voortgezet onderwijs 2004 en 2005 in 2004 ontving.

Voorwaarden, bestemmingen, procedure

Het bevoegd gezag van een school kan de aanvullende bekostiging aanwenden voor maatregelen in het kader van personeelsbeleid of arbeidsomstandigheden voor zover die leiden tot een vermindering van de arbeidsmarktknelpunten. Hierbij kan gedacht worden aan het voorkomen van uitstroom van leraren met de nadruk op een goed integraal personeelsbeleid en het terugdringen van lerarentekorten voor specifieke vakken. In het jaarverslag doet een school verslag van de besteding van de middelen.

Evenals bij de Regeling aanvullende bekostiging in verband met arbeidsmarktknelpunten voortgezet onderwijs 2004 en 2005 vindt de betaling plaats op basis van bij de Centrale Financiën Instellingen (CFI) geregistreerde informatie met betrekking tot het aantal leerlingen in het algemeen en het aantal cumi-leerlingen in het bijzonder op teldatum 1 oktober 2003. Scholen hoeven derhalve geen aanvullende informatie te verstrekken.

De aanvullende bekostiging wordt eenmalig, voor één jaar verstrekt. Verplichtingen die worden aangegaan dienen na die periode volledig binnen de reguliere bekostiging te worden opgevangen.

Administratieve lasten

In de kalenderjaren 2000 tot en met 2005 zijn deze extra middelen eveneens aan de scholen beschikbaar gesteld. Ook in die kalenderjaren bestond de verplichting om de toegekende middelen herkenbaar als baten op te nemen in de jaarrekening en de lasten binnen de daartoe bestemde posten in de jaarrekening te verantwoorden. Deze regeling veroorzaakt derhalve geen nieuwe administratieve lasten voor de scholen. De scholen hoeven bovendien geen aanvraag in te dienen voor de aanvullende bekostiging. Deze wordt ambtshalve verstrekt.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

M.J.A. van der Hoeven

Naar boven