Verlenging duur erkenningen van landelijke publieke omroepen

Regeling van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 23 november 2006, nr. MLB/JZ/2006/43.846, houdende verlenging van de duur van de erkenningen van landelijke publieke omroepen

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

Gelet op artikel 4, eerste lid, van de Tijdelijke wet verkorting erkenningenduur publieke omroep;

Besluit:

Artikel 1

De in artikel 2, eerste en tweede lid, van de Tijdelijke wet verkorting erkenningenduur publieke omroep bedoelde periode van drie jaren wordt verlengd met twee jaren.

Artikel 2

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, M.J.A. van der Hoeven.

Toelichting

Bij de Tijdelijke wet verkorting erkenningenduur publieke omroepen1 is de duur van de lopende erkenningen en voorlopige erkenningen van omroepverenigingen en de educatieve omroepinstelling EDUCOM van rechtswege verkort van vijf naar drie jaar. Dit geldt ook voor de zendtijdtoewijzingen aan kerkgenootschappen en genootschappen op geestelijke grondslag. Het vorige kabinet heeft daartoe besloten vanwege de door dat kabinet voorgenomen invoering van een nieuwe Mediawet per 1 september 2008. Deze wet voorzag in een nieuwe taak en organisatiestructuur voor de publieke omroep, gebaseerd op de door het vorige kabinet uitgebrachte visie op de toekomst van de publieke omroep ‘Met het oog op morgen: de publieke omroep na 2008’2 . Op 24 mei 2006 is het voorstel van wet voor de nieuwe Mediawet bij de Tweede Kamer ingediend. Op 31 augustus 2006 heeft Tweede Kamer na de val van het vorige kabinet besloten het voorstel van wet aan te houden. Daarmee is het onwaarschijnlijk geworden dat de publieke omroep vóór 1 september 2008 anders georganiseerd zal worden. Het kabinet heeft daarop besloten de erkenningen en voorlopige erkenningen en de zendtijdtoewijzingen te verlengen tot de oorspronkelijke van vijf jaar, dus tot 1 september 2010. Bij brief van 22 september 20063 . is dat aan de Tweede Kamer meegedeeld. Tevens zijn de omroepinstellingen bij brief van 22 september 2006 daarover ingelicht.

In de Tijdelijke wet verkorting erkenningenduur publieke omroepen is rekening gehouden met de mogelijkheid dat de door het vorige kabinet voorgenomen wetswijziging niet per 1 september 2008 gerealiseerd zal worden. In artikel 4 van de wet is geregeld dat de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap de duur van de erkenningen kan verlengen met ten hoogste twee jaar, dus tot de oorspronkelijke duur van vijf jaar. Gelijke mogelijkheid is geregeld voor de zendtijdtoewijzingen aan de kerkgenootschappen en genootschappen op geestelijke grondslag door het Commissariaat voor de Media. In onderhavig besluit wordt de verlenging van de duur van de erkenningen en voorlopige erkenningen met twee jaar, dus tot 2010, geformaliseerd. Het Commissariaat zal zorg dragen voor formalisering van de verlenging van de zendtijdtoewijzingen aan de kerkgenootschappen en genootschappen op geestelijk grondslag.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

M.J.A. van der Hoeven

Naar boven