Regeling aanvullende bekostiging aanpassing profielen tweede fase vwo en havo
Regeling van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 8 november 2006, nr. VO/OK-2006/41208, houdende vaststelling van aanvullende bekostiging in verband met de aanpassing van de profielen in de tweede fase van het vwo en het havo (Regeling aanvullende bekostiging aanpassing profielen tweede fase vwo en havo)
De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
Gelet op artikel 85a, eerste lid, van de Wet op het voortgezet onderwijs;
Besluit:
Artikel 1
Aanvullende bekostiging in verband met aanpassing profielen tweede fase vwo en havo
1. De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap verstrekt als tegemoetkoming in de uitgaven verbonden met de aanpassing van de profielen in de tweede fase van het vwo en het havo aanvullende bekostiging voor de periode tot 1 januari 2009
a. aan een bevoegd gezag van een school voor hoger algemeen voortgezet onderwijs of een school voor voorbereidend wetenschappelijk onderwijs die geen deel uitmaakt van een scholengemeenschap, en
b. aan het bevoegd gezag van een scholengemeenschap waarvan een school voor hoger algemeen voortgezet onderwijs of een school voor voorbereidend wetenschappelijk onderwijs deel uitmaakt.
2. De aanvullende bekostiging, bedoeld in het eerste lid, bedraagt € 32.000 en wordt ambtshalve verstrekt in december 2006.
3. Verrekening van eventueel niet-bestede middelen of overschotten vindt niet plaats.
Artikel 2
Verantwoording
1. De aanvullende bekostiging, bedoeld in artikel 1, wordt door het bevoegd gezag verantwoord in de jaarrekening die betrekking heeft op het jaar waarin de aanvullende bekostiging is besteed.
2. De verklaring van de accountant bij de jaarrekening omvat tevens een oordeel over de rechtmatige besteding van deze aanvullende bekostiging.
Artikel 3
Inwerkingtreding en vervaldatum
Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en vervalt met ingang van 1 januari 2009.
Artikel 4
Citeertitel
Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling aanvullende bekostiging aanpassing profielen tweede fase vwo en havo.
Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.
De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, M.J.A. van der Hoeven.
Toelichting
Op 23 mei 2006 is in het Staatsblad de wet van 27 april 2006 tot wijziging van de Wet op het voortgezet onderwijs ter aanpassing van de profielen in de tweede fase van het vwo en het havo (aanpassing profielen tweede fase vwo en havo) (Stb. 251) gepubliceerd. Beoogd wordt deze wet op 1 augustus 2007 in werking te laten treden. In het schooljaar dat daaraan voorafgaat zullen alle scholen diverse activiteiten moeten uitvoeren ter voorbereiding hiervan. Het gaat daarbij zowel om de keuze en de inhoud van de aan te bieden vakken als om de gewenste pedagogisch-didactische inrichting. Zo zullen er overwogen besluiten moeten worden genomen over punten als:
– Roosters (uren per vak),
– Aanbieden (nieuwe) vakken,
– Organisatie (ruimte voor zelfstandig leren),
– Inrichting programma en schoolexamen bij toegenomen vrijheid (globalisering),
– Mogelijkheid om havisten vakken op vwo-niveau te laten volgen,
– Vrijstelling tweede moderne vreemde taal op het atheneum,
– Combinatiecijfer (welke onderdelen worden hierin opgenomen),
– Leermiddelen.
Voor een deel wordt daarbij gebruik gemaakt van de nascholingsmiddelen en van middelen uit het schoolbudget. De middelen waarover de scholen in bovengenoemde kaders beschikken, zijn omvangrijker naarmate de school groter is. Om goed vorm te kunnen geven aan de vernieuwing is echter ook een aantal activiteiten noodzakelijk die niet afhankelijk zijn van de schoolgrootte. Om elke school in staat te stellen dezelfde voorbereidende activiteiten in gang te zetten, wordt aan elke school voor havo/vwo als aanvulling op de bovengenoemde middelen een bedrag van € 32.000 ter beschikking gesteld.
De scholen hoeven voor de toekenning van dit bedrag geen aanvraag in te dienen. Het bedrag zal in december 2006 op de rekening van de betrokken scholen worden bijgeschreven.
De met deze regeling gemoeide administratieve lasten zijn beperkt: er behoeft geen aanvraag te worden ingediend en er kan worden volstaan met verantwoording via de jaarrekening.
Overeenkomstig de OCenW-richtlijnen Jaarverslaggeving wordt in de jaarrekening de aan het verslagjaar toe te kennen subsidie herkenbaar als bate verantwoord, en worden de lasten verwerkt binnen de daartoe bestemde posten. Een afzonderlijke specificatie van de lasten naar kostensoorten is niet noodzakelijk. De subsidie wordt opgenomen in bijlage D2 bij de jaarrekening als niet-geoormerkte subsidie.
De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
M.J.A. van der Hoeven