Vaststelling bijdragen gemoedsbezwaarden als bedoeld in artikel 20 van de Wet aansprakelijkheidsverzekering motorrijtuigen

Regeling van 20 november 2006, nr. FM 2006-02609 M, Directie Financiële Markten, houdende vaststelling bijdragen gemoedsbezwaarden als bedoeld in artikel 20 van de Wet aansprakelijkheidsverzekering motorrijtuigen

De Minister van Financiën,

Gelet op artikel 20 van de Wet aansprakelijkheidsverzekering motorrijtuigen;

Besluit:

Artikel 1

Het bedrag dat personen die gemoedsbezwaren hebben tegen het sluiten van een verzekering, verschuldigd zijn voor het verkrijgen van een bewijs van vrijstelling van de verplichting van verzekering, beloopt voor het jaar 2007:

Categorie 1

€ 95,25

voor vierwielige personenauto's en bestelauto's;

Categorie 2

€ 31,75

voor aanhangwagens bij motorrijtuigen behorende tot categorie 1;

Categorie 3

€ 95,25

voor autobussen en vrachtauto's;

Categorie 4

€ 95,25

voor aanhangwagens bij motorrijtuigen behorende tot categorie 3;

Categorie 5

€ 190,50

voor trekkers met opleggers;

Categorie 6

€ 31,75

voor motorrijwielen, scooters, motorcarriers en overige niet tot de categorieën 1 tot en met 5, 7 of 8 behorende motorrijtuigen;

Categorie 7

€ 31,75

voor landbouwwerktuigen;

Categorie 8

€ 31,75

voor rijwielen met hulpmotor.

Artikel 2

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2007.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Financiën, G. Zalm.

Toelichting

Bezitters of houders van motorrijtuigen zijn op grond van de Wet aansprakelijkheidsverzekering motorrijtuigen (Wam) verplicht een aansprakelijkheidsverzekering af te sluiten.

Een uitzondering geldt voor personen die gemoedsbezwaren hebben tegen het sluiten van een verzekering en die als zodanig door of namens de Minister van Financiën zijn erkend. De betrokken gemoedsbezwaarden dienen voor elk motorrijtuig in het bezit te zijn van een door of namens de Minister van Financiën afgegeven vrijstellingsbewijs. De uitvoering van de vrijstellingsregeling voor gemoedsbezwaarden vindt plaats door het Waarborgfonds Motorverkeer te Rijswijk.

Gemoedsbezwaarden zijn per motorrijtuig een jaarlijkse bijdrage verschuldigd aan het Fonds Middelen Gemoedsbezwaarden (FMG) om de (nog) niet betaalde schade veroorzaakt door mede-gemoedsbezwaarden te kunnen vergoeden en om de administratiekosten te dekken die door het Waarborgfonds Motorverkeer ter uitvoering van de regeling worden gemaakt. De hoogte van de bijdrage wordt jaarlijks door de Minister van Financiën vastgesteld.

De bijdragen van gemoedsbezwaarden vormen de belangrijkste baten van het FMG. De hoogte van de bijdragen moet dan ook zijn afgestemd op een verantwoorde exploitatie van het FMG. Hierbij moet rekening worden gehouden met het feit dat schaden die gemoedsbezwaarden niet of niet geheel zelf kunnen betalen, ten laste komen van het FMG, zodat gelaedeerden niet worden gedupeerd door het ontbreken van een aansprakelijkheidsverzekering. Het FMG heeft wel een verhaalsrecht op de aansprakelijke gemoedsbezwaarden.

De vermogenspositie van het FMG heeft zich vanaf 2000 zo gunstig ontwikkeld dat de bijdragen sedertdien regelmatig konden worden verlaagd. Dit resulteerde erin dat de bijdragen voor 2006 ongeveer 35% lager waren dan die in 2000.

Medio 2007 zal echter de Wam worden aangepast aan de zgn. 5e Wam-richtlijn. Eén van de kernpunten van deze wetswijziging zal zijn de verhoging van het minimaal te verzekeren bedrag voor letselschade tot € 5 miljoen. Medio jaren 90 van de vorige eeuw is als doelstelling geformuleerd dat de omvang van het FMG moet worden vastgesteld op het bedrag waartoe een Wam-verzekering minimaal dekking geeft. Op dit moment is dit ongeveer € 1 miljoen. In verband met het verhogen van het te verzekeren bedrag in de Wam is het noodzakelijk ook de omvang van het FMG te verhogen. Gezien de grote schaden die het FMG sedert het begin van de jaren 90 van de vorige eeuw heeft uitgekeerd, moet het verantwoord worden geacht om vooralsnog als doelstelling te hanteren de omvang van het FMG te verhogen naar € 2 miljoen. Een eenmalige verhoging van de bijdragen teneinde het nieuwe bedrag te bereiken zou leiden tot een bijzonder grote stijging van de bijdragen. Daarom is er voor gekozen het nieuwe doelvermogen te bereiken in een periode van 5 jaar. Teneinde hiertoe een eerste aanzet te geven zijn de bijdragen voor 2007 ten opzichte van vorig jaar verhoogd met 15%.

De Minister van Financiën,

G. Zalm

Naar boven