Instellingsbesluit Regiegroep Allochtone vrouwen en arbeid

Regeling van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 27 januari 2006, Directie Arbeidsmarkt, nr. AM/AMI/2006/7586, houdende de instelling van de Regiegroep Allochtone vrouwen en arbeid

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

Besluit:

Artikel 1

Begripsbepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

a. de regiegroep: de Regiegroep Allochtone vrouwen en arbeid, bedoeld in artikel 2;

b. de minister: de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid;

c. de commissie: de commissie Participatie van vrouwen uit etnische minderheidsgroepen, bedoeld in het instellingsbesluit commissie Pem, zoals dat luidde op 2 juli 2005.

Artikel 2

Instelling Regiegroep

Er is een Regiegroep Allochtone vrouwen en arbeid.

Artikel 3

Taak regiegroep

De regiegroep heeft tot taak de positie van vrouwen uit etnische minderheidsgroepen op de arbeidsmarkt te verbeteren door:

a. een impuls te geven aan het uitvoeren van de afspraken die de commissie maakte met partijen op het gebied van arbeid;

b. het zonodig verbreden van de activiteiten door allianties met externe partijen aan te gaan;

c. de voortgang in de uitvoering van de afspraken te volgen en eventuele belemmeringen weg te nemen.

Artikel 4

Samenstelling regiegroep

1. De regiegroep bestaat uit een voorzitter en maximaal 8 leden.

2. De minister benoemt en ontslaat de voorzitter en de leden van de regiegroep.

Artikel 5

Werkzaamheden en regiegroep

De regiegroep regelt haar werkzaamheden. Zij wordt ondersteund door een werkgroep bestaande uit vertegenwoordigers van partijen als bedoeld in artikel 3, onderdeel a.

Artikel 6

Secretariaat en beheer bescheiden

1. In het secretariaat van de regiegroep wordt door de minister voorzien.

2. Het beheer van de bescheiden betreffende de werkzaamheden van de regiegroep geschiedt op overeenkomstige wijze als bij het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.

3. De bescheiden worden na 31 december 2007 opgenomen in het archief van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.

Artikel 7

Budget

1. Jaarlijks reserveert de minister een budget ten behoeve van de door de regiegroep uit te voeren activiteiten.

2. Met betrekking tot de voorgenomen aanwending van het budget legt de regiegroep, uiterlijk 1 december voorafgaande aan het kalenderjaar waarop het budget betrekking heeft, een werkplan en een daarbij behorende begroting over. Het werkplan en de daarbij behorende begroting met betrekking tot de voorgenomen aanwending van het budget voor het kalenderjaar 2006 wordt uiterlijk 1 maart 2006 door de regiegroep overgelegd.

3. De regiegroep brengt jaarlijks verslag uit over de feitelijke aanwending van het budget, de voortgang van de ontplooide activiteiten en de met de activiteiten bereikte resultaten in het voorafgaande kalenderjaar. Het verslag over het kalenderjaar 2007 biedt tevens inzicht in het geheel aan activiteiten dat de regiegroep vanaf haar instelling heeft ondernomen, de daarmee bereikte resultaten en de met de activiteiten gemoeide financiële middelen

Artikel 8

Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en vervalt met ingang van 1 januari 2008.

Artikel 9

Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Instellingsbesluit Regiegroep Allochtone vrouwen en arbeid.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 27 januari 2006.
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, A.J. de Geus.

Toelichting

Het aantal niet-westerse allochtone vrouwen dat een betaalde baan heeft, is sinds medio jaren negentig gestegen. Echter, de arbeidsdeelname onder allochtone vrouwen blijft flink achter lopen vergeleken met die van autochtone vrouwen; vooral de participatie onder Turkse en Marokkaanse vrouwen en vrouwen uit de zogenaamde ‘nieuwe’ etnische minderheidsgroepen (zoals voormalig Joegoslavië, Somalië, Iran, Afghanistan) is laag. Participatie is een voorwaarde voor integratie. Een specifieke impuls gericht op de arbeidsdeelname van allochtone vrouwen is van grote waarde voor de integratie van hele gezinnen.

Dit is mede aanleiding geweest om in januari 2003 een commissie in te stellen, die twee jaar lang gemeenten heeft ondersteund bij hun aanpak allochtone vrouwen meer bij de samenleving te betrekken: de commissie Participatie van vrouwen uit etnische minderheidsgroepen (PaVEM). De commissie PaVEM maakte afspraken met de dertig grootste gemeenten, met werkgevers, maar ook op landelijk niveau met het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (UWV) en de Centrale organisatie werk en inkomen (CWI) om ervoor te zorgen dat de participatie van allochtone vrouwen een prioritaire positie zou krijgen in hun agenda’s en daarmee in hun beleid.

Hoewel de commissie PaVEM sinds juli 2005 heeft opgehouden te bestaan, wordt de beweging die de commissie PaVEM in gang heeft gezet, voortgezet. Om een impuls te geven aan de uitvoering van de door de commissie gemaakte afspraken, wordt bij deze regeling een Regiegroep Allochtone vrouwen en arbeid (de regiegroep) ingesteld. In de regiegroep nemen partijen zitting die afspraken hebben gemaakt met de commissie PaVEM op het gebied van werk, dan wel ‘erfgenaam’ zijn van dergelijke afspraken, te weten: gemeenten, Stichting Samenleving & Bedrijf (werkgevers), CWI, de Vereniging Nederlandse Gemeenten, UWV, Stichting Pafemme, en het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Ook een vertegenwoordiger van het Landelijk Overleg Minderheden zal zitting nemen in de regiegroep.

Opzet van de regiegroep is om vanuit een beheersmatige rol daadwerkelijk meer allochtone vrouwen aan het werk te helpen. Leidend hierin zijn de afspraken die de commissie PaVEM maakte met gemeenten, werkgevers en uitvoeringsinstanties op het gebied van arbeid. Daar waar deze onduidelijk zijn, zal de regiegroep zich inzetten ze preciezer en concreter te krijgen. Doel is bovendien het nakomen van de afspraken te monitoren en eventuele belemmeringen weg te nemen. Uiteindelijk gaat het om het behalen en meten van duidelijke resultaten. De regiegroep is ingesteld tot en met 31 december 2007.

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

A.J. de Geus

Naar boven