Tegemoetkomingsregeling oogstschade 2002

Regeling van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van 30 januari 2006, nr. TRCJZ/2006/323, Directie Juridische Zaken, houdende vaststelling van de tegemoetkoming voor de oogstschade 2002 (Tegemoetkomingsregeling oogstschade 2002)

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

Gelet op artikel 87, derde lid, onderdeel c, van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap (Trb. 1957, 74 en 91);

Gelet op de Communautaire richtsnoeren voor staatssteun in de landbouwsector (Pb EG 2000, C 28);

Gelet op de goedkeuring van de Commissie van de Europese Gemeenschappen bij beschikking nr. SG(2005) D/206688 van 7 december 2005;

Gelet op de artikelen 2 en 4 van de Kaderwet LNV-subsidies;

Besluit:

§ 1

Begripsbepalingen

Artikel 1

In deze regeling wordt verstaan onder:

a. minister: Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit;

b. schadetermijn: de op 1 augustus 2002 in gang zijnde teeltcyclus, uiterlijk eindigend op 1 juli 2003;

c. schadeperiode: 1 augustus 2002 tot en met 31 augustus 2002;

d. schade: financieel verlies als gevolg van een geringere opbrengst in kwantiteit of kwaliteit van gewassen, die redelijkerwijs is veroorzaakt door de zware regenval in de schadeperiode;

e. rechtspersoon: rechtspersoon, niet zijnde een publiekrechtelijke rechtspersoon;

f. landbouwbedrijf: het geheel of gedeelte van bij de aanvrager in gebruik zijnde productie-eenheden, bestaande uit een of meer gebouwen of gedeelten daarvan en daarbij behorende cultuurgrond, uitsluitend of onder meer dienende tot de uitoefening van akker- of tuinbouw;

g. boekhouding gewassen: het Overzicht gewaspercelen 2002 bij het aanvragen van premies voor de Regeling dierlijke EG-premies of de Regeling EG-steunverlening akkerbouwgewassen.

h. schade-expert: een deskundige die de Gedragscode van expertiseorganisaties van het Verbond voor verzekeraars of een daarmee gelijk te stellen gedragscode in acht neemt;

i. Dienst Regelingen: Dienst Regelingen van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit.

Artikel 2

Deze regeling is van toepassing op natuurlijke personen of rechtspersonen die:

a. in het jaar 2002 in Nederland een landbouwbedrijf voor eigen rekening en risico exploiteerden, en

b. in de schadetermijn schade hebben geleden.

Artikel 3

Op aanvraag kan de minister een tegemoetkoming voor de in de schadeperiode veroorzaakte schade aan gewassen verstrekken.

§ 2

Omvang tegemoetkoming in de schade aan gewassen

Artikel 4

1. De ingevolge artikel 2, onderdeel b, in aanmerking te nemen schade wordt vastgesteld volgens de formule:

A × B – C = D

waarbij:

A = de totale oppervlakte die in het jaar 2002 op het bedrijf was beteeld met het betreffende gewas;

B = het in bijlage 1 voor het betreffende gewas vastgestelde normbedrag voor de opbrengst. Indien daarbij een jaaraanwas is gegeven, wordt het normbedrag vermenigvuldigd met het aantal jaren dat de teelt van het betreffende gewas was gevorderd op het moment van de schade;

C = de gerealiseerde opbrengst op basis van de marktwaarde;

D = het voor het betreffende gewas berekende schadebedrag.

2. Om voor tegemoetkoming van de schade in aanmerking te komen voldoet de schade aan de volgende voorwaarde:

D / (A × B) ≥ 0,3.

3. De tegemoetkoming bedraagt 75% van de in aanmerking te nemen schade per gewas.

4. Indien de aanvrager geen gebruik heeft gemaakt van de landbouwregeling, bedoeld in artikel 27 van de Wet op de omzetbelasting wordt het in aanmerking te nemen schadebedrag, berekend op grond van artikel 4, met 6/106e deel verminderd.

Artikel 5

1. Het subsidieplafond voor deze regeling bedraagt € 3.800.000,–.

2. Indien het totaal van de voor tegemoetkoming in aanmerking te nemen schades per gewas, bedoeld in artikel 4, derde lid, het subsidieplafond, bedoeld in het eerste lid, overstijgt, wordt het totaal voor de tegemoetkomingen beschikbare bedrag evenredig over de voor tegemoetkoming in aanmerking te nemen schades verdeeld.

§ 3

Voorwaarden tegemoetkoming

Artikel 6

De tegemoetkoming in de schade, bedoeld in artikel 3, wordt verstrekt indien wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:

a. blijkens de gegevens, bedoeld in artikel 8, werden de gewassen waaraan schade is ontstaan als gevolg van de zware regenval in de schadeperiode daadwerkelijk in de schadeperiode op het landbouwbedrijf geteeld;

b. van de voor deze regeling vereiste gegevens wordt een juiste en volledige opgave gedaan;

c. de gewassen op het landbouwbedrijf zijn ten minste gedurende vijf aaneengesloten jaren verzekerd tegen schade aan gewassen als gevolg van zware regenval, en

d. voor de schade aan gewassen als gevolg van de zware regenval in de schadeperiode wordt niet reeds uit andere hoofde dan deze regeling een tegemoetkoming ontvangen.

§ 4

Aanvraag

Artikel 7

1. Een aanvraag voor een tegemoetkoming in de schade geschiedt door middel van het formulier dat daartoe op het internet [www.lnvloket.nl] wordt geplaatst. Een aanvraagformulier is tevens telefonisch opvraagbaar bij de Dienst Regelingen op telefoonnummer: 0800-2233322.

2. Het aanvraagformulier wordt volledig en naar waarheid ingevuld, ondertekend, gedagtekend, en van alle bijlagen voorzien geretourneerd aan Dienst Regelingen, Unit west, Team Uitvoering, Postbus 21, 1110 AA Diemen.

3. De aanvraagperiode loopt van 27 februari 2006 tot en met 20 april 2006. Indien het aanvraagformulier na deze datum wordt ontvangen, wordt de aanvraag niet in behandeling genomen.

Artikel 8

1. De aanvraag voor een tegemoetkoming in de schade aan gewassen gaat vergezeld van de volgende documenten:

a. een taxatierapport, binnen de schadetermijn opgemaakt door een taxateur, dat ten minste de volgende gegevens bevat:

i) de naam, het adres en het relatienummer;

ii) de datum, plaats en wijze van de taxatie;

iii) een omschrijving van het type schadegewas, het ras, het type grond en de teeltmethoden;

iv) een beschrijving van de fysieke opbrengst die in 2002 voor het desbetreffende gewas is behaald;

v) een beschrijving van de financiële opbrengst die in het jaar 2002 voor het desbetreffende gewas is behaald;

vi) een beschrijving van de kwantitatieve en kwalitatieve schade;

vii) een omschrijving van de wijze waarop de schade zich heeft gemanifesteerd, en

viii) een handtekening van de aanvrager en de taxateur;

b. een verklaring van een accountant als bedoeld in artikel 393, eerste lid, van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek inhoudende dat het protocol uit bijlage 2 bij deze regeling in acht is genomen;

2. Indien de aanvrager niet over een taxatierapport als bedoeld in het eerste lid, onderdeel a, beschikt, worden in plaats van een taxatierapport de volgende gegevens ter onderbouwing van de in de schadetermijn opgetreden schade aan de gewassen overgelegd:

a. de boekhouding gewassen;

b. een schaderapport, opgesteld door een schade-expert als bedoeld in artikel 1, onderdeel h, dat ten minste de volgende gegevens bevat:

i) de naam, het adres en het relatienummer;

ii) de datum, plaats en wijze van de taxatie;

iii) een omschrijving van het type schadegewas, het ras, het type grond en de teeltmethoden;

iv) een beschrijving van de fysieke opbrengst die in 2002 voor het desbetreffende gewas is behaald;

v) een beschrijving van de financiële opbrengst die in het jaar 2002 voor het desbetreffende gewas is behaald;

vi) een beschrijving van de kwantitatieve en kwalitatieve schade;

vii) een omschrijving van de wijze waarop de schade zich heeft gemanifesteerd, en

viii) een handtekening van de aanvrager en de schade-expert, bedoeld in artikel 1, onderdeel h;

3. Het taxatierapport, bedoeld in het eerste lid, onderdeel a, en het schaderapport, bedoeld in het tweede lid, onderdeel b, gaan vergezeld van:

a. objectieve schriftelijke gegevens ter onderbouwing van de opbrengst, bedoeld in het eerste lid, onderdeel a, onder iv en v, en het tweede lid, onderdeel b, onder iv en v, en

b. objectieve schriftelijke gegevens ter onderbouwing van de schadebeschrijving, bedoeld in het eerste lid, onderdeel a, onder vi en vii, en het tweede lid, onderdeel b, onder vi en vii.

Artikel 9

1. De minister beslist binnen tweeëntwintig weken na sluiting van de aanvraagperiode, bedoeld in artikel 7, derde lid.

2. Indien de minister niet binnen tweeëntwintig weken een besluit op de aanvraag kan nemen, stelt de minister de aanvrager daarvan in kennis en noemt daarbij een termijn waarbinnen het besluit op de aanvraag wordt genomen.

Artikel 10

1. De afdelingen 4.2.5 tot en met en 4.2.7 van de Algemene wet bestuursrecht zijn van toepassing op de verstrekking van een tegemoetkoming op basis van deze regeling.

2. Bij de terugvordering worden onverschuldigd betaalde bedragen ter zake van tegemoetkoming vermeerderd met de wettelijke rente over de periode vanaf de eerste betaling tot aan het moment van algehele voldoening.

Artikel 11

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Artikel 12

Deze regeling wordt aangehaald als: Tegemoetkomingsregeling oogstschade 2002.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, C.P. Veerman.

Bijlage 1. Tabel van normbedragen

Overzicht normen Tegemoetkomingsregeling oogstschade 2002

Gewas

Specificatie

Normbedrag in € inclusief BTW per ha

Aardbei

 

50.200

Andijvie

verse markt

18.700

Appel

productie

15.000

Bloemkool

 

9.800

Bloemkool

verse markt biologisch

9.500

Boerenkool

Industrie

1.600

Bospeen

 

13.000

Bruine bonen

 

19.900

Cichorei

 

2.400

Coniferen

éénjarig plantgoed

232.000

Coniferen

twee en driejarig

125.000

Coniferen

tweejarig leverbaar

405.000

Coniferen

tweejarig gezaaid

79.000

Coniferen

tweejarig tweej. Pl.

94.900

Consumptieaardappel

klei biologisch

7.700

Consumptieaardappel

klei

3.800

Consumptieaardappel

zand/veen

3.600

Gerst

 

880

Graszaad

 

1.500

Groenselderij

 

23.100

Heesters

éénjarig winterstek

147.000

Heesters

overige éénjarigen

252.000

Heesters

tweejarig winterstek

93.700

Heesters

overige tweejarigen

172.000

Heesters

tweejarige veredeld

292.000

Heesters

tweejarige geënt

430.000

IJssla

 

10.300

Knolselderij

verse markt

14.600

Knolselderij

Industrie

3.400

Knolselderij

Industrie biologisch

8.400

Krulandijvie

verse markt

22.400

Laanbomen

jaaraanwas

36.000

Peer

productie

19.100

Peterselie

verse markt

51.300

Peterselie

industrie

4.500

Pootaardappel

klei biologisch

10.000

Pootaardappel

klei

7.700

Pootaardappel

zand/veen

4.100

Rode kool

verse markt

10.400

Rode kool

Industrie

4.600

Rode kool

verse markt biologisch

11.900

Rode kool

Industrie biologisch

6.600

Savooiekool

groen

10.500

Spinazie

verse markt

20.100

Spinazie

Industrie

1.700

Spinazie

verse markt biologisch

14.600

Spruitkool

 

8.600

Stamslabonen

verse markt

4.800

Stamslabonen

Industrie

1.900

Stamslabonen

verse markt biologisch

8.000

Suikerbieten

 

3.200

Suikerbieten

biologisch

3.900

Suikermaïs

industrie

1.400

Tarwe

 

1.200

Uien

 

4.400

Uien

biologisch

8.800

Vlas

totaal

1.800

Waspeen

 

4.600

Winterpeen

 

6.700

Winterpeen

biologisch

15.900

Witlofwortel

 

4.200

Witlofwortel

biologisch

6.600

Wittekool

verse markt

11.300

Wittekool

Industrie

6.100

Wittekool

verse markt biologisch

12.700

Zetmeelaardappel

 

2.600

Bijlage 2. Protocol als bedoeld in artikel 8, eerste lid, onderdeel b

Het onderzoek van de aanvraag, de opgave van het gerealiseerde teeltplan 2002 voor de Landbouwtelling 2002 en de teeltplanschade heeft ten doel vast te stellen of deze juist is. De door de accountant uit te voeren werkzaamheden zijn:

Vaststellen dat de op de aanvraag aangegeven gewassen daadwerkelijk in de schadeperiode zijn geteeld en wel voor de oppervlakte zoals vermeld in de opgave van de aanvrager. Hierbij dient, voorzover beschikbaar, voor het onderzoek ondermeer gebruikt gemaakt te worden van:

– het voor het bedrijf beschikbare areaal, op basis van kadastrale gegevens en (erf)pachtovereenkomsten;

– de hoeveelheid aangekocht en gebruikt poot-, plant- en zaaigoed;

– eventuele nota’s van loonwerkbedrijven;

– de opgave voor de Landbouwtelling 2002;

– het overzicht gewaspercelen 2002 overgelegd bij het aanvragen van premies voor de Regeling dierlijke EG-premies of de Regeling EG-steunverlening akkerbouwgewassen;

– controlerapporten van stichting SKAL (Certificatie Biologische Productie) te Zwolle;

– bewijzen of certificaten van de Bloembollen Keuringsdienst (BKD) te Lisse;

– bewijzen of certificaten van de Nederlandse Algemene Keuringsdienst voor pootgoed en zaaizaad van landbouwgewassen en voor boomkwekerijgewassen.

De accountant dient in zijn rapport uitdrukkelijk te vermelden:

– of en zo ja in welke mate het gerealiseerde teeltplan 2002 afwijkt van de opgave bij de Landbouwtelling 2002 en de ‘Boekhouding gewassen 2002’;

– of de aanvrager recht heeft op verrekening van omzetbelasting. Dit is van belang voor de hoogte van de toe te kennen tegemoetkoming in de schade;

– of de aanvrager de juiste gerealiseerde opbrengst en gerealiseerde marktwaarde in het jaar 2002 heeft opgegeven voor de gewassen waarvoor een tegemoetkoming wordt aangevraagd.

Het onderzoek of de aanvrager in 2002 voor eigen rekening en risico een landbouwbedrijf exploiteert heeft ten doel vast te stellen of de door de aanvrager ter zake gedane opgave juist is.

De door de accountant bij bovengenoemde onder meer uit te voeren werkzaamheden zijn:

– afstemming met de eigendomsverhoudingen ten aanzien van het bedrijf;

– afstemming met de administratie.

De minister behoudt zich het recht voor een review te laten uitvoeren op de door de accountant van de aanvrager in het kader van de Tegemoetkomingsregeling oogstschade 2002 verrichte werkzaamheden.

Toelichting

1. Inleiding

Deze regeling voorziet in een tegemoetkoming in de schade aan gewassen als gevolg van de extreme weersomstandigheden in de vorm van bovengemiddeld zware regenval in augustus 2002. Op basis van gegevens van het KNMI wordt aangenomen dat agrariërs verspreid over heel Nederland met schades zijn geconfronteerd.

In de afgelopen jaren is prioriteit gegeven aan het totstandbrengen van een structurele oplossing voor het steeds terugkerende probleem van grote schades aan gewassen als gevolg van zware regenval. Met de Subsidieregeling nieuwe agrarische schadeverzekeringen 2003 (Stcrt. 203), die door de Europese Commissie is goedgekeurd, is een dergelijke structurele oplossing bereikt. Sinds 19 maart 2004 is schade aan gewassen als gevolg van zware regenval een verzekerbaar risico.

Aangezien in 2002 de schade aan de gewassen als gevolg van zware regenval nog geen verzekerbaar risico was en de schade die in dat jaar aan gewassen is ontstaan van grote omvang is, is besloten om met deze regeling een tegemoetkoming te bieden. Deze tegemoetkoming in de schade is eenmalig. De verantwoordelijkheid voor het dekken van de risico’s van zware regenval ligt bij de agrariër zelf en kan worden gerealiseerd door gebruik te maken van de geboden mogelijkheid om zich te verzekeren. Om deze verantwoordelijkheid te benadrukken, komt een agrarische ondernemer pas voor een tegemoetkoming op grond van deze regeling in aanmerking indien hij zijn gewassen gedurende vijf jaar verzekert tegen schade aan gewassen als gevolg van zware regenval (artikel 6, onderdeel c).

2. Europeesrechtelijke aspecten

Deze regeling is in het kader van een staatssteunprocedure ter goedkeuring voorgelegd aan de Europese Commissie. De regeling is in december 2005 goedgekeurd. In hoofdstuk 11.3 van de Communautaire richtsnoeren voor staatssteun in de landbouwsector1 zijn de voorwaarden waaronder deze vorm van steun is toegestaan uitgewerkt. Bij de beoordeling van de vraag of sprake is van een natuurramp hanteert de Commissie als vast uitgangspunt dat schade als gevolg van de extreme weersomstandigheden in beginsel tot het ondernemersrisico behoort. Slechts indien de schade voor de individuele ondernemers als gevolg van deze weersomstandigheden een bepaalde grens overschrijdt, kunnen bovenbedoelde weersomstandigheden worden gelijkgesteld met een natuurramp. Het gaat hierbij om een productieverlies van tenminste 30%. Met het oog op deze norm wordt in de onderhavige regeling slechts een vergoeding gegeven voor de schade die gelijk is aan 30% of deze 30% te boven gaat (artikel 4, tweede lid).

3. Toezicht en handhaving

Op grond van artikel 7 van de Kaderwet LNV-subsidies en het Besluit aanwijzing toezichthouders Kaderwet LNV-subsidies zijn onder meer de ambtenaren van de Dienst Regelingen, de ambtenaren van de Algemene Inspectiedienst en de ambtenaren van de Accountantsdienst belast met het toezicht op de naleving van deze regeling. Aanvragers zijn op grond van artikel 5:20 van de Algemene wet bestuursrecht verplicht om alle medewerking te verlenen die deze toezichthouders redelijkerwijs kunnen vorderen ter uitoefening van hun bevoegdheden.

4. Uitvoerbaarheid, kostenbeheersing en administratieve lasten

Deze regeling is opgezet volgens de systematiek van de Regeling oogstschade 1993 Noord-Nederland, de Regeling oogstschade Noord-Holland en de Regeling oogstschade 19982 . Vanuit de ervaring met bovengenoemde regelingen zijn kostenbeheersing en uitvoerbaarheid van de regeling belangrijke aandachtspunten geweest bij de vormgeving van de opzet en berekeningssystematiek. Met de regeling wordt geen volledige compensatie van de geleden schade beoogd, evenmin is beoogd om in alle specifieke situaties te voorzien. Derhalve is er geen aparte regeling opgenomen voor probleemgebieden, noch is ten aanzien van de berekeningsmethode onderscheid gemaakt tussen eenjarige en meerjarige gewassen.

Hoewel bij een tegemoetkomingsregeling administratieve lasten onvermijdelijk zijn, zeker nu de omvang en oorzaak van schade aan de gewassen achteraf moet worden aangetoond, is getracht de administratieve lasten zoveel mogelijk te beperken. Ter beperking van de administratieve lasten is in tegenstelling tot voorgaande jaren geen specifiek schadegebied gedefinieerd. Door aan te tonen dat de schade aan de gewassen door de zware regenval een bepaalde omvang heeft bereikt die voldoet aan de voorwaarden uit deze tegemoetkomingsregeling, kan de aanvrager aanspraak maken op een tegemoetkoming. Ter beperking van de administratieve lasten is tevens bij het opstellen van de voorwaarden voor het aantonen van de schade en afwijkingen van het teeltplan zoveel mogelijk aansluiting gezocht bij de documenten en gegevens die de aanvrager reeds in zijn bezit heeft.

De administratieve lasten die uit oogpunt van een zorgvuldige besluitvorming en naleving van de Europese voorschriften voor het verlenen van staatssteun moeten worden opgelegd, bestaan uit:

– Het invullen van een aanvraagformulier;

– Het verzamelen of laten opstellen van de documenten die op grond van artikel 8 met de aanvraag dienen te worden meegezonden;

– Het verlenen van medewerking aan toezichthouders die zijn belast met het toezicht op deze tegemoetkomingsregeling.

Het invullen van het aanvraagformulier en het verzamelen van de mee te zenden documenten, het raadplegen van de boekhouding en eventueel het ontvangen een schade-expert zal gemiddeld acht tot tien uur in beslag nemen. De gemiddelde kosten voor een agrarische ondernemer komen hiermee op een bedrag dat tussen de 240,– en de 300,– euro zal liggen. De gemiddelde kosten van een accountantsverklaring komen op een bedrag dat zal variëren van 1000,– tot 1500,– euro afhankelijk van de tijd die de accountant nodig heeft om de boekhoudgegevens en de overige gegevens zoals vermeld in bijlage 2 van de ondernemer te controleren.

Voor het aantonen van de ontstane schade in het jaar 2002 is tevens vereist dat ofwel een taxatierapport ofwel een schaderapport wordt meegezonden. Het taxatierapport dient de ondernemer in de schadetermijn te hebben laten opstellen. Het schaderapport kan achteraf door een schade-expert worden opgesteld. De kosten van een taxatie- of schaderapport zijn afhankelijk van de wijze waarop de schade aan de gewassen moet worden vastgesteld en van het moment waarop de schade moet worden vastgesteld. De kosten van een taxatie- of schaderapport zullen derhalve variëren tussen de 1000,– en de 5000,– euro.

Naar verwachting zullen circa 100 tot 150 aanvragen worden ingediend waarmee het subsidieplafond zoals opgenomen in artikel 5, eerste lid, volledig zal worden benut. De totale kosten van de administratieve lasten zullen tussen de € 2.240,– en de 6.800,– euro bedragen.

De administratieve lasten van deze regeling zijn getoetst door ACTAL. ACTAL heeft geadviseerd om een inschatting te geven van de verhouding tussen de omvang van de totale administratieve lasten per aanvrager en de omvang van de te ontvangen tegemoetkoming. De gemiddelde hoogte van de te verstrekken tegemoetkoming zal volledig afhankelijk zijn van de omvang van het bedrijf, de geteelde gewassen waaraan schade is ontstaan en de omvang van de schade. Deze factoren zullen zeer uiteenlopen en zijn derhalve voorafgaand aan de uitvoering van deze regeling moeilijk in te schatten. Gelet op de voorwaarden met betrekking tot de drempelschade, het eigen risico en de verplichting om de gewassen gedurende vijf aaneengesloten jaren te verzekeren tegen schade als gevolg van zware regenval en gelet op de totale kosten van de administratieve lasten van deze regeling, zullen alleen die agrariërs die aanmerkelijke schade hebben geleden een aanvraag indienen.

5. Schadetermijn en schadeperiode

Met de schadetermijn in artikel 1, onderdeel b, wordt bedoeld de periode waarin de schade zichtbaar is geworden. Bij eenjarige gewassen zal de schade vrijwel direct na de zware regenval in de maand augustus zichtbaar zijn geworden. Bij meerjarige gewassen zijn de gevolgen over het algemeen pas zichtbaar in of net na het voorjaar. Hoewel de teeltcyclus van meerjarige gewassen niet in alle gevallen op 1 juli zal zijn geëindigd, is het noodzakelijk om de schadetermijn op 1 juli 2003 te laten eindigen. Na deze datum kan niet meer worden aangetoond of de schade is ontstaan als gevolg van de zware regenval in de maand augustus in het jaar 2002 of als gevolg van de grote droogte in de zomer van het jaar 2003.

Aangezien wel van belang is dat de zichtbaar geworden schade uitsluitend is veroorzaakt door de zware regenval in de maand augustus is in artikel 1, onderdeel c, de schadeperiode gedefinieerd. De situatie op het landbouwbedrijf in deze periode vormt het uitgangspunt voor het vaststellen van de omvang van de schade per gewas (artikel 4).

6. Berekeningsmethode

De schade per gewas wordt als uitgangspunt genomen voor het berekenen van de tegemoetkoming. De schade per gewas wordt berekend door de volgende, in artikel 4 genoemde, stappen te doorlopen:

– Factor A: dit is de totale oppervlakte van het met het betreffende gewas beteelde bedrijfsareaal. Benadrukt wordt dat deze betrekking heeft op de gehele teelt van het betreffende gewas. Dus inclusief de reeds geoogste producten of niet beschadigde gewassen.

– Factor B: deze factor is het vastgestelde normbedrag voor de opbrengst van een gewas. Deze normbedragen zijn opgenomen in Bijlage 1 bij de regeling. Conform de Communautaire richtsnoeren voor staatssteun in de landbouwsector, zijn de normbedragen samengesteld op basis van de gemiddelde financiële opbrengst per ha per jaar over de drie jaren voorafgaand aan het jaar, waarin het schade-incident zich heeft voorgedaan (de referentie jaren 1999, 2000, 2001). De normen zijn opgesteld door het Landbouw Economisch Instituut.

– Factor C: dit betreft de gerealiseerde financiële opbrengst op basis van de marktwaarde.

– Factor D: betreft de voor het betreffende gewas berekende schadebedrag. Dit bedrag volgt uit het invoeren van de waarden voor de factoren A, B en C in de formule A × B – C = D. Vervolgens wordt berekend of de schade in aanmerking komt voor tegemoetkoming. De Communautaire richtsnoeren voor staatssteun in de landbouwsector schrijven voor dat de schade tenminste 30% betreft van de normale jaarlijkse opbrengst, berekend voor het betreffende gewas. Dit is de zogenaamde drempelschade. Het schadebedrag kan aan deze eis worden getoetst door het berekende schadebedrag te delen door de in een normaal jaar verwachte jaarlijkse opbrengst (oppervlakte maal normbedrag). De uitkomst van deze berekening moet groter of gelijk zijn aan 0,3. Als voldaan wordt aan deze eis betekent dit dat het schadebedrag tenminste 30% van de verwachte jaarlijkse opbrengst voor het betreffende gewas is. Een schadebedrag dat niet aan de vergelijking voldoet, blijft onder de drempelschade.

In aansluiting bij de Subsidieregeling nieuwe agrarische schadeverzekeringen 2003 geldt een eigen risico van 25%. Nadat met behulp van de formule is vastgesteld dat de schade in aanmerking komt voor een tegemoetkoming, wordt het eigen risico van 25% van het schadebedrag afgetrokken. Op grond van het artikel 4, derde lid, bedraagt de hoogte van de tegemoetkoming 75% van de volgens het tweede lid berekende in aanmerking te nemen schade per gewas.

De korting die ingevolge artikel 4, vierde lid, wordt toegepast, houdt verband met het feit dat de normbedragen zijn vastgesteld inclusief BTW. Bedrijven die de landbouwregeling niet toepassen zouden daardoor enigszins bevoordeeld worden ten opzichte van ander bedrijven, hetgeen met deze korting wordt gecompenseerd.

7. Overschrijding subsidieplafond

In artikel 5, tweede lid, wordt vermeld dat bij een overschrijding van het subsidieplafond de individuele tegemoetkomingen naar evenredigheid zullen worden gekort. Deze korting naar evenredigheid betekent dat de individuele voor tegemoetkoming in aanmerking te nemen schades elk met een gelijk percentage worden gekort, zodanig dat het totaal aan tegemoetkomingen niet hoger is dan € 3.800.000. Hetzelfde kortingspercentage zal worden toegepast bij bezwaar- en beroepprocedures.

8. Aanvraag, beoordeling en terugvordering

Om in aanmerking te komen voor een tegemoetkoming moet de ondernemer zijn gewassen gedurende vijf aaneengesloten jaren hebben verzekerd. Met deze voorwaarde wordt niet geëist dat een verzekeringspolis voor vijf jaar wordt afgesloten. Indien een polis voor één jaar is afgesloten, kan aan deze voorwaarde worden voldaan door jaarlijks een nieuwe polis of een verlenging van de bestaande polis te overleggen. De periode van vijf jaar dient echter wel een aaneengesloten periode te zijn. Deze periode gaat in op de ingangsdatum van de polis waarvan een afschrift bij de aanvraag dient te worden overgelegd (artikel 8, eerste lid).

De objectieve gegevens, die worden bedoeld in artikel 8, derde lid, kunnen bestaan uit het teeltplan, topografische kaarten, bewijzen en certificaten van controle-instanties, boekhoudgegevens, veilingbewijzen, licentie overeenkomsten, inzaainota’s, loonwerknota’s, weekafschriften van de veiling, verkoopnota’s en weegbonnen van het gewas of afleverbonnen.

Om te controleren of de aanvrager voor vijf aaneengesloten jaren verzekerd is, gebruikt de Dienst Regelingen de jaarlijks door verzekeraars aan de Dienst Regelingen verstrekte overzichten.

De Dienst Regelingen bepaalt de gehele teeltoppervlakte en het teeltplan van het landbouwbedrijf aan de hand van de Landbouwtelling 2002. Indien de werkelijke teeltoppervlakte en/of het teeltplan afwijken, zal de aanvrager dit moeten onderbouwen door middel van de al eerder genoemde objectieve gegevens.

Om een snelle en accurate uitvoering van deze regeling mogelijk te maken, is noodzakelijk dat de aanvrager de verantwoordelijkheid neemt voor de juistheid van de vereiste gegevens. Derhalve dient de aanvrager een verklaring van een accountant of accountant-administratieconsulent mee te zenden waaruit blijkt dat de door de aanvrager gedane opgave en verstrekte gegevens in overeenstemming zijn met de voorwaarden van deze regeling. In bijlage 2 is een protocol opgenomen waarin de aspecten zijn benoemd die ten behoeve van een dergelijke verklaring moeten worden onderzocht. Indien ondanks deze controle toch blijkt dat geen juiste opgave is gedaan van de gegevens, kan dit er, ingevolge artikel 10 en artikel 4:49 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), toe leiden dat geen aanspraak meer bestaat op een tegemoetkoming. Artikel 4:49 Awb bevat de mogelijkheid om onjuistheden die voor rekening van de aanvrager behoren te komen, te herstellen. Indien derhalve achteraf blijkt dat de voorwaarden van artikel 6, onderdelen a en b niet zijn nageleefd, zal de tegemoetkoming worden gewijzigd. Op basis van de achteraf bekend geworden gegevens zal de aanvraag van de tegemoetkoming op grond van deze regeling opnieuw worden beoordeeld. Deze beoordeling kan bijvoorbeeld tot gevolg hebben dat de hoogte van de tegemoetkoming wordt bijgesteld. De voorwaarden uit artikel 6, onderdelen c en d, zijn voortdurende voorwaarden die dermate essentieel zijn voor het in aanmerking komen voor een tegemoetkoming, dat het besluit zal worden ingetrokken en de tegemoetkoming zal worden teruggevorderd op het moment dat deze voorwaarden niet worden nageleefd. Indien de gewassen niet gedurende vijf aaneengesloten jaren worden verzekerd, draagt de tegemoetkoming immers niet bij aan de in paragraaf 1 toegelichte structurele oplossing. Indien reeds een tegemoetkoming wordt ontvangen voor de schade aan de gewassen die in de maand augustus van het jaar 2002 is ontstaan, wordt in strijd gehandeld met artikel 87, eerste lid, van het EG-Verdrag en ontstaat een Europeesrechtelijke dwingende verplichting om de verleende tegemoetkoming terug te vorderen.

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

C.P. Veerman

Naar boven