Wijziging Vreemdelingencirculaire 2000 (2006/37)

Besluit van de Minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie van 15 november 2006, nr. 2006/37, houdende wijziging van de Vreemdelingencirculaire 2000

De Minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie,

Gelet op de Vreemdelingenwet 2000 (Staatsblad 2000, 495), het Vreemdelingenbesluit 2000 (Staatsblad 2000, 497) en het Voorschrift Vreemdelingen 2000 (Staatscourant 2001, nr. 10);

Besluit:

Artikel I

De Vreemdelingencirculaire 2000 wordt als volgt gewijzigd:

A

Paragraaf B15/3 Vreemdelingencirculaire 2000 komt te luiden:

3 Kennismigranten

Voor de definiëring van kennismigranten is in het Besluit uitvoering Wav gekozen voor een éénduidig en objectief criterium, namelijk het looncriterium (zie B15/5.1). Voor bijzondere bepalingen met betrekking tot het looncriterium voor kennismigranten jonger dan dertig jaar wordt verwezen naar B15/5.1.

Laatstgenoemde categorie blijft ook na hun dertigste jaar kennismigrant, zolang de kennismigrant in dienst is van dezelfde werkgever en hij een bruto jaarloon verdient, dat tenminste gelijk is aan het geldende looncriterium voor kennismigranten jonger dan dertig jaar.

Voorts worden aangemerkt als kennismigrant vreemdelingen die in Nederland worden tewerkgesteld in het kader van het doen van wetenschappelijk onderzoek in dienst van een bekostigde of aangewezen onderwijsinstelling of een van overheidswege direct of indirect, geheel of gedeeltelijk bekostigde of gesubsidieerde onderzoeksinstelling, of als arts in opleiding tot specialist bij een door de Medisch Specialisten Registratie Commissie, de Sociaal-Geneeskundigen registratie Commissie of de Huisarts en Verpleeghuisarts Registratie Commissie aangewezen opleidingsinstituut. Voor hen geldt geen looncriterium.

Uitgezonderd van verblijf als kennismigrant zijn beroepssporters in het betaalde voetbal, geestelijke voorgangers en godsdienstleraren, en vreemdelingen die werkzaamheden verrichten die geheel of ten dele bestaan uit het verrichten van seksuele handelingen met derden of voor derden.

Aan vreemdelingen die voldoen aan het looncriterium dan wel aan de kwalificatie van wetenschappelijk onderzoeker of arts in opleiding tot specialist kan verblijf als kennismigrant worden toegestaan mits de werkgever bij wie zij in dienst treden op grond van een ondertekende verklaring (zie bijlage 12a VV), is toegelaten tot de kennismigrantenregeling. Zie voor deze verklaring B15/4.1.

B

Paragraaf B15/4.1 Vreemdelingencirculaire 2000 komt te luiden:

4.1 De verklaring van de werkgever (bijlage 12a VV)

Slechts werkgevers die in Nederland gevestigd zijn, kunnen een beroep op de kennismigrantenregeling doen. De regeling is niet van toepassing op werkgevers die in het buitenland gevestigd zijn, tenzij tevens sprake is van een vestiging in Nederland. De verklaring dient steeds door de in Nederland gevestigde werkgever te worden ondertekend.

Om in aanmerking te komen voor de versnelde procedure voor toelating van kennismigranten, dient de werkgever een volledig ingevulde en ondertekende verklaring (zie bijlage 12a VV) in te dienen bij de IND. Het gaat hier om de verklaring, bedoeld in artikel 1d Besluit uitvoering Wav.

In deze verklaring geeft de werkgever garanties met betrekking tot onder meer de volledigheid van het verzoek om advies in verband met de afgifte van een mvv of de aanvraag om een verblijfsvergunning die hij ten behoeve van of namens de kennismigrant indient, het voldoen aan de voorwaarden voor verblijf als kennismigrant door de vreemdeling en het niet ten koste komen van de Nederlandse Staat van het verblijf van kennismigranten. Daarnaast neemt de werkgever de verplichting op zich de IND te informeren zodra de situatie van de werknemer zich wijzigt. Doordat de werkgever een aantal verplichtingen op zich neemt, wordt de IND in staat gesteld de aanvragen om verblijf als kennismigrant via een versnelde procedure af te doen.

Nu de IND zich verplicht tot een versnelde procedure, is het voor de IND van belang om vast te stellen of het aannemelijk is dat de werkgever de verplichtingen die hij in de verklaring (zie artikel 3.25a VV) aangaat, ook daadwerkelijk zal (kunnen) nakomen. Daarom dient de werkgever bij de verklaring steeds de volgende stukken te overleggen:

• een bewijs van inschrijving in het Handelsregister, niet ouder dan dertig dagen, verstrekt door de Kamer van Koophandel dan wel een bewijs waaruit blijkt dat inschrijving in het Handelsregister niet verplicht is;

• (indien van toepassing) een bewijs dat het een bekostigde of aangewezen onderwijsinstelling of een van overheidswege direct of indirect, geheel of gedeeltelijk bekostigde of gesubsidieerde onderzoeksinstelling betreft;

• een verklaring van betalingsgedrag, afgegeven door de Belastingdienst.

Als de werkgever verzuimt deze stukken samen met de verklaring te overleggen, worden deze ten behoeve van een versnelde behandeling van verzoeken om advies of aanvragen van kennismigranten die de werkgever in dienst wil nemen, alsnog overgelegd bij het eerste verzoek om advies in verband met de afgifte van een mvv of bij de eerste aanvraag ter verlening van een verblijfsvergunning. De – alsnog – overgelegde stukken worden bij de beoordeling van het verzoek om advies of de verblijfsaanvraag betrokken.

Als de stukken niet of niet volledig zijn overgelegd dan wel de inhoud van de stukken daartoe aanleiding geeft, kan de IND nader onderzoek (laten) doen naar de werkgever. De gebruikelijke behandeltermijn van twee weken is in het geval van nader onderzoek niet van toepassing.

Van startende ondernemingen kan niet worden verwacht dat zij een verklaring omtrent betalingsgedrag, afgegeven door de Belastingdienst, overleggen, aangezien het bedrijf nog geen (belasting) verleden in Nederland heeft. Verblijf als kennismigrant bij startende ondernemingen is evenwel mogelijk in de navolgende situaties en onder de daarbij genoemde voorwaarden. Verblijf als kennismigrant kan worden toegestaan bij:

• startende vestigingen van bedrijven die onderdeel vormen van een buitenlands bedrijf. Bij de af te geven verklaring in het kader van de kennismigrantenregeling dient door het bedrijf tevens een verklaring van bekendheid te worden overgelegd, afgegeven door de Directie Buitenlandse Investeringen in Nederland, onderdeel van het ministerie van EZ. Deze verklaring wordt door DBIN uitsluitend afgegeven aan bedrijven die bij Directie Buitenlandse Investeringen in Nederland (voluit) bekend zijn en die tot vestiging in Nederland hebben besloten;

• zogenaamde technostarters. Het bedrijf dient aan de hand van het verleende certificaat te tonen dat aan het bedrijf het Technopartnerlabel is verstrekt;

• andere startende ondernemingen dan de bovengenoemde, dan wel bij bedrijven die niet eerder vast personeel in dienst hebben gehad, en die om die reden niet aan de hand van bovenstaande bescheiden goed werkgeverschap in het verleden kunnen aantonen. Het bedrijf in kwestie moet aan de hand van bewijsstukken aan kunnen tonen dat de financiële positie van het bedrijf zodanig is dat de verplichtingen jegens een vreemdeling die verblijf bij het bedrijf als kennismigrant heeft en de verplichtingen zoals neergelegd in de door de werkgever af te geven verklaring, zullen kunnen worden nagekomen.

Bij vreemdelingen die een bedrijf uitoefenen op grond van een verblijfsvergunning voor het verrichten van arbeid als zelfstandige, kan verblijf als kennismigrant worden toegestaan. In het geval het bedrijf van deze vreemdeling een startende onderneming is, gelden voor wat betreft verblijf van vreemdelingen als kennismigrant bij dat bedrijf, de hierboven genoemde voorwaarden die van toepassing zijn op startende ondernemingen.

De IND verstrekt een negatief advies aan de werkgever dan wel wijst de aanvraag tot het verlenen van een verblijfsvergunning af als niet aannemelijk is dat de werkgever de in overgelegde verklaring neergelegde verplichtingen zal (kunnen) nakomen.

De verklaring kan worden verkregen via de website van de IND, onder de kennismigrantenmodule.

De verklaring dient elektronisch door de werkgever te worden ingevuld. De door de werkgever ingevulde en ondertekende verklaring (de printversie) dient, met de hierboven vermelde stukken, door de werkgever per post te worden verzonden naar het op de verklaring vermelde adres van de IND.

Het loket kennis- en arbeidsmigratie van de IND

Als het loket kennis- en arbeidsmigratie van de IND de volledig ingevulde en ondertekende verklaring, vergezeld van de hierboven genoemde stukken heeft ontvangen, stuurt het loket de werkgever een ontvangstbevestiging. Als de te overleggen stukken geheel of gedeeltelijk ontbreken, wordt de werkgever erop gewezen dat de ontbrekende stukken alsnog in het kader van het eerste verzoek om advies in verband van de afgifte van een mvv dan wel de eerste verblijfsaanvraag dienen te worden overgelegd. Bij de ontvangstbevestiging krijgt de werkgever een toegangscode waarmee hij op de website van de IND toegang krijgt tot:

• het formulier ‘Verzoek om advies afgifte mvv kennismigrant’

• het aanvraagformulier: ‘Aanvraag verblijfsvergunning kennismigrant’

• het aanvraagformulier: ‘Aanvraag verblijfsvergunning of wijziging beperking zonder mvv’

C

Paragraaf B15/4.2 Vreemdelingencirculaire komt te luiden:

4.2 Verzoek om advies

De toelatingsprocedure met betrekking tot kennismigranten is bij uitstek een referentprocedure.

Voorafgaande aan de indiening van de aanvraag om een mvv bij de Nederlandse diplomatieke of consulaire vertegenwoordiging in het buitenland dient de werkgever in Nederland door middel van het formulier ‘Verzoek om advies in verband met afgifte mvv kennismigrant’ te verzoeken om een advies in verband met het voornemen van de kennismigrant om een mvv aan te vragen in het buitenland.

Het verzoek om advies in verband met afgifte mvv kennismigrant

Het aanvraagformulier ‘Verzoek om advies in verband met afgifte mvv kennismigrant’ wordt door het hoofd IND vastgesteld en wordt alleen via de website van de IND (en wel op de kennismigrantenmodule) ter beschikking gesteld.

De werkgever vult het formulier elektronisch in en verzendt het ingevulde en ondertekende formulier (de printversie), vergezeld van de vereiste stukken, per post naar het loket kennis- en arbeidsmigratie van de IND.

Indien naar aanleiding van een verzoek van de werkgever door de IND een positief advies is verstrekt en de verschuldigde leges zijn betaald, kan aan de vreemdeling in diens land van herkomst of bestendig verblijf door de Nederlandse diplomatieke vertegenwoordiging een mvv worden afgegeven. Het doen van een mvv-aanvraag zonder dat daar een verzoek om adviesprocedure aan vooraf is gegaan, ligt, gelet op het feit dat de toelatingsprocedure bij beoogd verblijf als kennismigrant bij uitstek een referentprocedure is, niet in de rede. Vreemdelingen die zonder voorafgaande referentprocedure een mvv-aanvraag voor verblijf als kennismigrant willen indienen op een Nederlandse diplomatieke vertegenwoordiging in het buitenland, worden er door de vertegenwoordiging op gewezen dat het de voorkeur verdient dat de werkgever bij wie zij verblijf als kennismigrant beogen, een verzoek om advies ter verlening van een mvv aan de vreemdeling indient. Dat leidt slechts uitzondering wanneer in het kader van een door de werkgever gestart verzoek om adviesprocedure negatief door de IND is geadviseerd. De streeftermijn van twee weken is niet van toepassing op deze aanvragen.

Gezinsleden

De werkgever kan namens de gezinsleden van de kennismigrant, die verblijf in Nederland bij de kennismigrant beogen, verzoeken om afgifte van een mvv. In dat geval dient de werkgever het verzoek om advies ten behoeve van de gezinsleden gelijktijdig in met het verzoek om advies ten behoeve van de kennismigrant. De werkgever kan alleen ten behoeve van de echtgeno(o)t(e) of (geregistreerde) partner, alsmede ten behoeve van de minderjarige kinderen die feitelijk behoren tot het gezin, een verzoek om advies indienen. De algemene bepalingen, uitgezonderd de middelen van bestaan, van B1 en B2 zijn van toepassing, tenzij navolgend anders is bepaald.

De verzoeken om advies ten behoeve van gezinsleden die niet tegelijk met het verzoek om advies ten behoeve van de kennismigrant worden ingediend, worden door middel van een verzoek om advies in verband met afgifte van een mvv ingediend. Dit aanvraagformulier wordt door het Hoofd IND vastgesteld en wordt alleen via de website van de IND ter beschikking gesteld. Dit aanvraagformulier kan vervolgens, volledig ingevuld en voorzien van alle benodigde bescheiden, per post worden verzonden naar de Visadienst.

De beslistermijn van twee weken geldt niet voor de verzoeken om advies ten behoeve van de gezinsleden die verblijf bij een kennismigrant beogen en die niet tegelijk met het verzoek om advies ten behoeve van de kennismigrant zijn ingediend. Deze verzoeken worden niet in behandeling genomen door het loket kennis- en arbeidsmigratie van de IND en maken geen deel uit van de versnelde procedure.

D

Paragraaf B15/5.1 Vreemdelingencirculaire 2000 komt te luiden:

5.1 Het looncriterium

Het looncriterium is een bijzondere voorwaarde voor verlening van een verblijfsvergunning voor verblijf als kennismigrant en wordt derhalve onderscheiden van het vereiste duurzaam te beschikken over voldoende zelfstandig verworven middelen van bestaan.

De vreemdeling die verblijf beoogt als kennismigrant en die ouder is dan dertig jaar, dient uit wettelijk toegestane arbeid in loondienst voor één en dezelfde werkgever, een bruto jaarloon te ontvangen ten minste ter hoogte van een bedrag dat jaarlijks door de minister van SZW wordt vastgesteld. Het looncriterium voor kennismigranten wordt conform het gestelde in artikel 1d, derde lid, van het Besluit tot uitvoering van de Wav (zie paragraaf 21, onderdeel f, inkomenscriterium kennismigranten), jaarlijks met ingang van 1 januari van elk kalenderjaar herzien met de procentuele wijziging van het meest recente indexcijfer van de CAO-lonen, gepubliceerd door het Centraal Bureau voor de Statistiek. Het inkomenscriterium wordt gepubliceerd in paragraaf 21, onderdeel f, inkomenscriterium kennismigranten van de Uitvoeringsregels Wav.

De vereiste premies en belastingen moeten worden afgedragen.

Op het moment dat een vreemdeling die in het bezit is van een verblijfsvergunning als kennismigrant de leeftijd van dertig jaar bereikt, blijft de vreemdeling, ongeacht de functie die hij vervult, gelet op het gestelde in de toelichting van het Besluit van 28 september 2004 tot wijziging van het Besluit uitvoering Wav voldoen aan de voorwaarden voor verblijf als kennismigrant, mits hij nog steeds voldoet aan de jaarloonbepalingen die voor hem golden bij de eerste verlening van de verblijfsvergunning als kennismigrant en hij niet van werkgever is veranderd. Indien de vreemdeling na het bereiken van het dertigste levensjaar van werkgever verandert en hij verblijf als kennismigrant blijft beogen, dient hij te voldoen aan het jaarloonvereiste voor vreemdelingen van dertig jaar en ouder zoals door de minister van SZW vastgesteld.

Uitzondering op het looncriterium

Er kan verblijf als kennismigrant worden toegestaan zonder dat hoeft te zijn voldaan aan het looncriterium zoals dat door de minister van SZW is vastgesteld voor verblijf als kennismigrant, aan wetenschappelijk onderzoekers en aan artsen in opleiding tot specialist. Alsdan geldt het algemene middelenvereiste onverkort (Zie B1/ 4.3).

E

Paragraaf B15/5.1.2 Vreemdelingencirculaire 2000 komt te luiden:

5.1.2. Bewijsmiddelen looncriterium

Het beschikken over inkomen uit arbeid in loondienst wordt in het kader van dit beleidsonderdeel aangetoond door het overleggen van:

• een afschrift van de arbeidsovereenkomst of het aanstellingsbesluit. In het geval van een aanstelling als wetenschappelijk onderzoeker moet in het aanstellingsbesluit of de arbeidsovereenkomst zijn aangegeven de functieduiding en de functiecode zoals gedefinieerd in het universitair functieordeningssysteem. Verblijf als kennismigrant kan worden toegestaan als het functieprofiel is opgenomen in het universitair functieordeningssysteem onder de functiefamilie ‘onderzoek en onderwijs’, herkenbaar door een functiecode beginnend met 01. Indien een onderwijs- of onderzoeksinstelling het universitair functieordeningssysteem niet hanteert wordt aan de hand van een conversietabel die met de Vereniging van Universiteiten en de betrokken instelling is opgesteld beoordeeld of de vreemdeling als wetenschappelijk onderzoeker kan worden aangemerkt. In het aanstellingsbesluit of de arbeidsovereenkomst van deze onderwijs- of onderzoeksinstelling wordt de door de instelling gehanteerde functiecode danwel functiebenaming opgenomen;

• indien sprake is van een overplaatsing in concernverband en geen arbeidsovereenkomst wordt aangegaan met het in Nederland gevestigde onderdeel, dient in ieder geval een verklaring van het (moeder)bedrijf in het buitenland en een werkgeversverklaring van het in Nederland gevestigde onderdeel te worden overgelegd. Uit de verklaring van het moederbedrijf dient te blijken voor welke duur de kennismigrant wordt overgeplaatst en de hoogte van het bruto jaarloon;

• in het geval van een arts in opleiding tot specialist: een kopie van het bewijs van inschrijving in het opleidingsregister van de Medisch Specialisten Registratie Commissie, de Sociaal-Geneeskundigen Registratie Commissie of de Huisarts en Verpleeghuisarts Registratie Commissie. Aangezien het in de regel niet mogelijk is het bewijs van inschrijving reeds bij het indienen van het verzoek om advies te overleggen zal het verzoek om advies niet worden afgewezen vanwege het ontbreken van het bewijs van inschrijving. Uit het aanstellingsbesluit of de arbeidsovereenkomst zal wel moeten blijken dat betrokkene tewerkgesteld zal worden als arts in opleiding tot specialist. De verblijfsvergunning zal echter pas worden verleend nadat het bewijs van inschrijving in het opleidingsregister is overgelegd.

Indien in het kader van de zogenaamde 30%-regeling een netto jaarloon wordt uitbetaald dat lager is dan het vereiste bruto jaarloon, dient zulks te worden onderbouwd met een door de Belastingdienst afgegeven bewijs van toekenning van de 30% regeling. Daarbij dient vast te staan dat het brutoloon waarop de 30% regeling is toegepast, tenminste gelijk is aan het looncriterium voor verblijf als kennismigrant. Bij de beoordeling van aanvragen om een mvv of een eerste verblijfsvergunning zal in de regel geen rekening gehouden kunnen worden met een eventuele toekenning van de 30% regeling omdat in dat stadium nog geen beschikking van de belastingdienst is afgegeven.

In het geval (één van) de in B15/4.1 genoemde bij de verklaring te overleggen stukken niet door de werkgever met de ondertekende verklaring zijn overgelegd, overlegt de werkgever deze alsnog bij het eerste verzoek om advies in verband met de afgifte van een mvv of de eerste verblijfsaanvraag met het oog op een versnelde behandeling en ter beoordeling van de vraag of de werkgever de in het kader van de verklaring aangegane verplichtingen daadwerkelijk zal (kunnen) nakomen.

F

Paragraaf B15/5.3 Vreemdelingencirculaire 2000 wordt toegevoegd en komt als volgt te luiden:

5.3 Beroepen in de individuele gezondheidszorg

Voor beroepen in de individuele gezondheidszorg is registratie in het beroepen in de individuele gezondheidszorg register verplicht. Indien een kennismigrant in Nederland een beroep wil uitoefenen waarvoor beroepen in de individuele gezondheidszorg registratie verplicht is, maar niet in het register geregistreerd staat wordt de aanvraag om een verblijfsvergunning of verzoek om advies voor verblijf als kennismigrant afgewezen omdat er geen sprake is van wettelijk toegestane arbeid (zie B15/5.1). Indien aan de beroepen in de individuele gezondheidszorg registratie voorwaarden zijn verbonden betreffende de inhoud van de uitoefening van het beroep, bijvoorbeeld dat bepaalde handelingen slechts onder supervisie verricht mogen worden, wordt de vergunning verleend. Het is de verantwoordelijkheid van de werkgever dat aan de voorwaarden voor de beroepen in de individuele gezondheidszorg registratie wordt voldaan.

G

Paragraaf B15/6 Vreemdelingencirculaire 2000 komt te luiden:

6 Geldigheidsduur van de verblijfsvergunning

De verblijfsvergunning voor verblijf als kennismigrant wordt verleend voor de duur van de arbeidsovereenkomst tot een maximum van vijf jaar.

De verblijfsvergunning kan voor vijf jaar worden verleend als de vreemdeling, die verblijf als kennismigrant beoogt, een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd overlegt. Als de vreemdeling, die verblijf als kennismigrant beoogt, een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd heeft, wordt de verblijfsvergunning voor verblijf als kennismigrant voor ten hoogste de duur van de arbeidsovereenkomst afgegeven (zie artikelen 3.57 en 3.59a Vb).

Als de kennismigrant als arts in opleiding tot specialist staat ingeschreven in een opleidingsregister wordt de verblijfsvergunning verleend voor ten hoogste de duur van de opleiding.

Indien de vreemdeling voor een beperkte periode in het beroepen in de individuele gezondheidszorg register staat geregistreerd wordt de verblijfsvergunning verleend voor de duur van de registratie.

De vreemdeling die in het bezit is gesteld van een verblijfsvergunning als kennismigrant hoeft geen wijziging van de beperking aan te vragen als hij van werkgever verandert mits nog steeds aan de voorwaarden voor verblijf als kennismigrant wordt voldaan.

Gezinsleden

Echtgenoten en partners van kennismigranten krijgen op grond van artikel 3.57 Vb een verblijfsvergunning voor de duur van één jaar. Na één jaar kan op grond van artikel 3.67, eerste lid, onder a, Vb de verblijfsvergunning worden verlengd voor de duur van vijf jaren (zie B2). Voor minderjarige kinderen van kennismigranten wordt tevens verwezen naar het bepaalde in B2.

H

Paragraaf B15/8.1 Vreemdelingencirculaire 2000 komt te luiden:

8.1 Wijziging van werkgever

Indien de kennismigrant van werkgever verandert, moet hij nog steeds voldoen aan de voorwaarden voor verblijf als kennismigrant. Op de nieuwe werkgever rust de verplichting aan het loket kennis- en arbeidsmigratie van de IND te melden dat betrokken kennismigrant in dienst is getreden en daarbij de van toepassing zijnde bewijsmiddelen zoals genoemd in B15/5.1.2 te overleggen.

Indien de kennismigrant van werkgever verandert en hij een brutoloon verdient dat beneden het aan kennismigranten te stellen looncriterium ligt of andere werkzaamheden dan die als wetenschappelijk onderzoeker of arts in opleiding tot specialist wil verrichten en/of bij een werkgever in dienst treedt die geen verklaring (zie bijlage 12a VV) in het kader van het kennismigrantenbeleid heeft overgelegd aan de IND, wordt zijn verblijfsvergunning ingetrokken dan wel de aanvraag tot het verlengen van de verblijfsvergunning afgewezen. Indien de vreemdeling nog voor het verrichten van arbeid in loondienst in Nederland wil verblijven, kan hij wijziging van de beperking “ arbeid in loondienst” aanvragen.

I

Paragraaf B15/8.2 Vreemdelingencirculaire 2000 komt te luiden:

8.2 Zoekperiode

Indien de arbeidsovereenkomst van de kennismigrant gedurende de geldigheidsduur van zijn verblijfsvergunning door de werkgever voortijdig wordt ontbonden, zonder dat de kennismigrant daarvan een verwijt kan worden gemaakt, wordt hem een zoektermijn van drie maanden gegund. De werkgever maakt schriftelijk melding van de beëindiging van het dienstverband bij het loket kennis- en arbeidsmigratie van de IND. Vanaf de datum waarop de arbeidsovereenkomst is beëindigd geldt een zoekperiode van drie maanden voor de vreemdeling om een nieuwe functie als kennismigrant te verwerven. Indien de vreemdeling erin slaagt opnieuw werk te vinden als kennismigrant doet de (nieuwe) werkgever daarvan schriftelijk mededeling aan het loket kennis- en arbeidsmigratie van de IND met overlegging van de van toepassing zijnde bewijsmiddelen zoals genoemd in B15/5.1.2. In het geval dat de kennismigrant een nieuwe werkgever vindt dient deze toegelaten te zijn tot de kennismigrantenregeling op grond van een ondertekende verklaring (zie bijlage 12a VV) en dient de vreemdeling te voldoen aan het looncriterium, respectievelijk dient hij een functie als wetenschappelijk onderzoeker dan wel arts in opleiding tot specialist te vervullen. Slaagt de vreemdeling er niet in binnen drie maanden een dergelijke functie te vinden dan wordt zijn verblijfsvergunning ingetrokken.

Indien de zoekperiode van drie maanden zich uitstrekt voorbij de geldigheidsduur van de verblijfsvergunning van de kennismigrant dient de kennismigrant om verlenging van zijn verblijfsvergunning als kennismigrant te vragen. Bij de behandeling van de aanvraag zal rekening gehouden worden met de (resterende) zoekperiode die de vreemdeling wordt gegund om een functie als kennismigrant te verwerven. Voor deze aanvraag is de gangbare behandeltermijn van twee weken niet van toepassing. Indien de vreemdeling erin slaagt opnieuw werk te vinden als kennismigrant dient de kennismigrant, dan wel diens (nieuwe) werkgever, daarvan schriftelijk melding te doen met overlegging van de van toepassing zijnde bewijsmiddelen zoals genoemd in B15/5.1.2. In het geval de kennismigrant een nieuwe werkgever vindt, deze is toegelaten tot de kennismigrantenregeling op grond van een ondertekende verklaring (zie bijlage 12a VV) en de vreemdeling voldoet aan het looncriterium, respectievelijk een functie als wetenschappelijk onderzoeker dan wel arts in opleiding tot specialist vervult, kan de verblijfsvergunning voor verblijf als kennismigrant worden verlengd. Vindt de vreemdeling geen baan als kennismigrant dan zal de aanvraag tot verlenging worden afgewezen.

Voor de vreemdeling die als arts in opleiding tot specialist een verblijfsvergunning als kennismigrant aanvraagt geldt dat deze zal worden verleend voor de duur van zijn opleiding. Na beëindiging van zijn opleiding is verlenging van de verblijfsvergunning voor verblijf als kennismigrant slechts mogelijk indien de arts in opleiding tot specialist een andere functie als kennismigrant verwerft. In dat geval dient hij verlenging van de vergunning voor verblijf als kennismigrant aan te vragen.

J

Paragraaf B15/8.3 Vreemdelingencirculaire 2000 komt te luiden:

8.3 Af- en aanmelding, intrekking

Op de vreemdeling rust de verplichting om onmiddellijk aan de Korpschef melding te maken van het feit dat hij niet meer aan de beperking voldoet. Op de werkgever rust de verplichting om de IND schriftelijk in kennis te stellen van het feit dat de kennismigrant niet langer bij deze werkgever werkzaam is, niet langer aan het looncriterium voldoet, of niet langer werkzaamheden als wetenschappelijk onderzoeker of arts in opleiding tot specialist vervult (zie daarvoor ook artikelen 4.41 en 4.43 Vb en A3/3.3.4).

De verblijfsvergunning onder de beperking ‘verblijf als kennismigrant’ kan op grond van het bepaalde in artikel 19, Vw, in samenhang met artikel 18 eerste lid, aanhef en onder g, Vw, worden ingetrokken als betrokkene niet meer voldoet aan de voorwaarden van de beperking ‘verblijf als kennismigrant’.

K

Paragraaf B15/9.1 Vreemdelingencirculaire 2000 komt te luiden:

9.1 Werkloosheid

Werkloosheid is van invloed op de verblijfsrechtelijke positie van kennismigranten die houder zijn van een verblijfsvergunning voor bepaalde tijd voor verblijf als kennismigrant.

De verblijfsvergunning voor verblijf als kennismigrant wordt ingetrokken in het geval de vreemdeling niet langer werkzaam is als kennismigrant, dat wil zeggen wanneer hij niet langer in dienst is van een werkgever die een verklaring in het kader van het kennismigrantenbeleid heeft afgelegd (zie bijlage 12a VV) en/of niet voldoet aan het aan een kennismigrant te stellen looncriterium of aan de kwalificatie van wetenschappelijk onderzoeker dan wel arts in opleiding tot specialist. Dit is niet het geval wanneer een zoekperiode van drie maanden is toegestaan vanwege niet verwijtbare werkloosheid.

Gedurende de zoekperiode voorziet de kennismigrant zelfstandig in zijn onderhoud. Indien hij gedurende de zoekperiode een beroep doet op publieke middelen kan zijn verblijfsvergunning worden ingetrokken. Indien de kennismigrant werk vindt, maar niet als kennismigrant, dient hij een wijziging van de verblijfsvergunning voor arbeid in loondienst aan te vragen. Daarbij wordt getoetst aan de voor arbeid in loondienst geldende voorwaarden (zie B5).

Artikel II

Dit besluit zal (met de toelichting) in de Staatscourant worden geplaatst en treedt in werking met ingang van 1 januari 2007.

Den Haag, 15 november 2006.
De Minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie,
namens deze:
de directeur-generaalWetgeving Internationale aangelegenheden Integratie en Vreemdelingenzaken, R.K. Visser.

Toelichting bij Wijziging 2006/37

Algemeen

Met de inwerkingtreding van het Besluit van 20 oktober tot wijziging van het Besluit uitvoering Wet arbeid vreemdelingen (Stb 2006, 521) is vanaf 1 november 2006 verblijf als kennismigrant mogelijk voor wetenschappelijk onderzoekers en artsen in opleiding tot specialist. Deze wijziging vindt plaats ter uitvoering van de motie van het Tweede Kamerlid Bakker c.s. van november 2005 (30 300 XIII, nr. 30) waarin de regering wordt gevraagd een aantal knelpunten in de kennismigrantenregeling op te lossen. Het kabinet heeft de Tweede Kamer bij brief van de Minister, de Minister voor Economische Zaken en de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 31 maart 2005 (Tweede Kamer, vergaderjaar 2005-2–6, 30 300 XIII, nr. 75) in kennis gesteld van een aantal praktische beleidsacties. Een daarvan betreft de toelating van wetenschappelijk onderzoekers en artsen in opleiding tot specialist tot de kennismigrantenregeling. Daarnaast wordt toelating als kennismigrant bij startende ondernemingen mogelijk.

De categorie promovendi en de categorie postdoctoralen en universitair docenten worden samengevoegd tot de categorie van vreemdelingen die in Nederland te werk worden gesteld in het kader van het doen van wetenschappelijk onderzoek. Door de samenvoeging komt de leeftijdsgrens van 30 jaar voor universitair docenten en postdoctoralen te vervallen.

Om te bepalen of iemand behoort tot de categorie wetenschappelijk onderzoekers wordt gebruik gemaakt van het universitair functieordeningssysteem. In het aanstellingsbesluit of de arbeidsovereenkomst moeten de functieduiding en de functiecode zoals gedefinieerd in het universitair functieordeningssysteem zijn opgenomen. Verblijf als kennismigrant kan worden toegestaan als het functieprofiel is opgenomen in het universitair functieordeningssysteem onder de functiefamilie ‘onderzoek en onderwijs’, herkenbaar door een functiecode beginnend met 01. Aangezien enkele onderwijs- of onderzoeksinstellingen het universitair functieordeningssysteem niet hanteert dient een vertaling gemaakt te kunnen worden van het eigen functiehuis naar het universitair functieordeningssysteem middels een conversietabel.

Ook artsen in opleiding tot specialist komen onder de kennismigrantenregeling te vallen. Een arts in opleiding moet zijn ingeschreven in het opleidingsregister van de Medisch Specialisten Registratie Commissie, de Sociaal-Geneeskundigen Registratie Commissie of de Huisarts en Verpleeghuisarts Registratie Commissie. Dit moet worden aangetoond door het overleggen van een bewijs van inschrijving in het register. Omdat het voor inschrijving in het opleidingsregister nodig is dat de arts in opleiding in overleg met de opleider een opleidingsplan indient zal het in de regel moeilijk zijn om de inschrijving in het opleidingsregister vanuit het buitenland te regelen. Daarom zal het verzoek om advies om een machtiging tot voorlopig verblijf niet worden afgewezen vanwege het ontbreken van het bewijs van inschrijving. De verblijfsvergunning zal echter pas worden verleend nadat het bewijs van inschrijving in het opleidingsregister is overgelegd.

Artikelsgewijs

A

B 15/3 Kennismigranten

In deze paragraaf wordt de kennismigrant gedefinieerd. De categorie promovendi en de categorie postdoctoralen en universitair docenten worden vervangen door wetenschappelijk onderzoekers. Daarnaast wordt de categorie artsen in opleiding tot specialist toegevoegd.

B

B15/4.1 De verklaring van de werkgever (bijlage 12a VV)

Ter uitvoering van de motie Bakker wordt toelating als kennismigrant bij startende ondernemingen mogelijk gemaakt. Daartoe wordt een tekst opgenomen in B15/4.1. De verklaring van bekendheid betreft een verklaring die wordt afgegeven door de Directie Buitenlandse Investeringen in Nederland (DBIN) van het ministerie van Economische Zaken. Een dergelijke verklaring wordt op verzoek afgegeven aan bedrijven met wie DBIN veelvuldig contact heeft gehad in het kader van de investeringsbeslissing en aan wie door DBIN een bevestigingsbrief (confirmationletter) is gestuurd nadat het bedrijf definitief gekozen heeft voor een investering in Nederland.

C

B15/4.2 Verzoek om advies

Aan B15/4.2. wordt een tekst toegevoegd aangaande de legeskosten in het geval van een mvv-aanvraag zonder dat daartoe door middel van een voorafgaand referentprocedure een positief advies is verstrekt door de IND, en aangaande de in dat geval geldende termijn voor behandeling van de aanvraag.

D

B15/5.1 Het looncriterium

Wetenschappelijk onderzoekers en artsen in opleiding tot specialist hoeven niet aan het looncriterium voor kennismigranten te voldoen. Wel geldt voor hen het algemene middelenvereiste.

E

B15/5.1.2 Bewijsmiddelen looncriterium

In deze paragraaf is opgenomen met welke bewijsmiddelen aangetoond moet worden dat aan de voorwaarden voor deelname aan de kennismigrantenregeling wordt voldaan.

Voor de categorie wetenschappelijk onderzoekers geldt dat in het aanstellingsbesluit of de arbeidsovereenkomst de functieduiding en de functiecode zoals gedefinieerd in het universitair functieordeningssysteem dient te zijn opgenomen. Verblijf als kennismigrant kan worden toegestaan als de functie die de vreemdeling gaat bekleden die in het universitair functieordeningssysteem onder de functiefamilie ‘onderzoek en onderwijs’ valt. Deze functiefamilie is herkenbaar door een functiecode beginnend met 01. Er zijn onderwijs- of onderzoeksinstellingen die het universitair functieordeningssysteem niet hanteren. In deze gevallen wordt met de VSNU en de betrokken instelling een conversietabel opgesteld aan de hand waarvan beoordeeld wordt of de vreemdeling als wetenschappelijk onderzoeker kan worden aangemerkt.

Om aan te tonen dat aan het looncriterium wordt voldaan was vereist een model loonstaat, als bijlage opgenomen in het Handboek 2006 loonheffingen van de Belastingdienst, te overleggen. Bij de start van de kennismigrantenregeling was de loondefinitie aan loonbelasting onderworpen loon. Kolom 3 van het model loonstaat kwam in dat geval overeen met de loondefinitie en daarmee kon aan de hand van kolom 3 worden bepaald of werd voldaan aan het looncriterium. De loondefinitie is echter aangepast naar het overeengekomen vaste, naar tijdruimte en in geld vastgestelde uitkering welke de kennismigrant als vergoeding voor zijn arbeid van de werkgever ontvangt. Het model loonstaat bevat geen kolom die overeenkomt met deze loondefinitie. Het model loonstaat biedt ook onvoldoende inzicht in de onzekere loonbestanddelen. Voorts is in de uitvoeringspraktijk gebleken dat de arbeidsovereenkomst voldoende inzicht biedt in de opbouw van het loon om te kunnen beoordelen of aan het looncriterium wordt voldaan. Het model loonstaat heeft derhalve geen toegevoegde waarde meer als bewijsmiddel van het looncriterium.

Als bewijsmiddel wordt toegevoegd het bewijs van inschrijving in het opleidingsregister van de Medisch Specialisten Registratie Commissie, de Sociaal-Geneeskundigen Registratie Commissie of de Huisarts en Verpleeghuisarts Registratie Commissie. Hiermee wordt aangetoond dat iemand arts in opleiding tot specialist is.

Voorts wordt een tekst toegevoegd ter verduidelijking van de zogenaamde 30%-regeling en de toelaatbaarheid daarvan in de kennismigrantenregeling.

F

B15/5.3 Beroepen in de individuele gezondheidszorg

In deze paragraaf isopgenomen dat indien een kennismigrant in Nederland een beroep wil uitoefenen waarvoor een BIG-registratie verplicht is, alleen een verblijfsvergunning kan worden verleend als gebleken is dat de kennismigrant daadwerkelijk in het BIG-register is opgenomen. Hiermee wordt voorkomen dat iemand als kennismigrant wordt toegelaten die niet bevoegd is om zijn of haar beroep uit te oefenen en er dus geen sprake is van legale arbeid.

G

B15/6 Geldigheidsduur van de verblijfsvergunning

De geldigheidsduur van de verblijfsvergunning als kennismigrant wordt in het geval van een arts in opleiding tot specialist afhankelijk gesteld van de duur van de opleiding, en indien registratie in het BIG-register verplicht is van de duur van deze inschrijving.

H, I en J

B15/8.1 Wijziging van werkgever

B15/8.2 Zoekperiode

B15/8.3 Af- en aanmelding, intrekking

Voor het aantonen dat de kennismigrant na wijziging van werkgever of na de zoekperiode van drie maanden voldoet aan de voorwaarden voor verblijf als kennismigrant wordt verwezen naar de bewijsmiddelen zoals genoemd in B15/5.1.2

Daar waar wordt verwezen naar de categorie promovendus, universitair docent of postdoctoraal wordt dit vervangen door wetenschappelijk onderzoeker of arts in opleiding tot specialist.

K

B15/9.1 Werkloosheid

Daar waar wordt verwezen naar de categorie promovendus, universitair docent of postdoctoraal wordt dit vervangen door wetenschappelijk onderzoeker of arts in opleiding tot specialist.

De Minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie

namens deze:

de directeur-generaalWetgeving Internationale aangelegenheden, Integratie en Vreemdelingenzaken,

R.K. Visser

Naar boven