Organisatiebesluit Concernstaven

9 november 2006

Nr. 2006-0000271529

Directie Personeel en Organisatie

De secretaris-generaal van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

Gelet op artikel 4.2 van het Organisatiebesluit BZK 2004;

Besluit:

Paragraaf 1

Begripsbepalingen

Artikel 1

In dit besluit wordt verstaan onder:

– Ministerie: het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties;

– Minister: de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.

Paragraaf 2

Toepassingsbereik

Artikel 2

Dit besluit heeft betrekking op de Concernstaven, genoemd in het Organisatiebesluit BZK 2006.

Paragraaf 3

Bureau Secretaris-Generaal

Artikel 3.1

Het Bureau Secretaris-Generaal bestaat uit de onderdelen:

a. de sector Beleid (BEL);

b. de sector Secretariaten (SEC);

c. de sector Administratie, Informatievoorziening en Beheers- en beleidsondersteuning (AIB);

d. de beveiligingsambtenaar (BVA);

e. het bureau Strategische Kennisontwikkeling (SKO);

f. het bureau Internationale Zaken (BIZ);

g. de Vertegenwoordiging van het Ministerie bij de Permanente Vertegenwoordiging van het Koninkrijk der Nederlanden bij de Europese Unie (PVEU).

Artikel 3.2

De sector Beleid heeft de volgende taken:

a. het uitoefenen van de secretarisfunctie voor en het adviseren aan de bewindslieden onder verantwoordelijkheid van de secretaris-generaal;

b. het procesmatig ondersteunen van de politieke en de ambtelijke leiding;

c. het ondersteunen van de secretaris-generaal in diens taken en verantwoordelijkheden met betrekking tot de staatsrechtelijke kennis binnen het departement;

d. het behartigen en coördineren van ad hoc activiteiten met hoge politieke relevantie.

Artikel 3.3

De sector Secretariaten heeft tot taak het voeren van het secretariaat van en het leveren van managementondersteuning aan de bewindspersonen, de secretaris-generaal en de plaatsvervangend secretaris-generaal.

Artikel 3.4

1. De sector Administratie, Informatievoorziening en Beheers- en beleidsondersteuning staat onder leiding van een hoofd.

2. De sector heeft de volgende taken:

a. het coördineren van de stukkenstroom;

b. het beheren van de bedrijfsvoeringapplicaties;

c. het beleidsmatig en beheersmatig ondersteunen van de secretaris-generaal en de plaatsvervangend secretaris-generaal;

d. het beleidsmatig en beheersmatig ondersteunen van het hoofd Bureau SG;

e. het beheersmatig ondersteunen van het bureau Strategische Kennisontwikkeling;

f. het voeren van het secretariaat van en het leveren van managementondersteuning aan het bureau secretaris-generaal;

g. het ontwikkelen van beheren van de parlementaire monitor.

Artikel 3.5

1. De Beveiligingsambtenaar heeft de volgende taken:

a. het beleidsmatige afstemmen en coördineren van de verschillende aspecten van de beveiliging;

b. het toezicht houden op de uitvoering van de beveiliging;

c. het verantwoordelijk zijn voor de beveiliging van staatsgeheimen;

d. het fungeren als aanspreekpunt voor alle aspecten die samenhangen met vertrouwensfuncties en veiligheidsonderzoeken;

e. het adviseren en ondersteunen bij de integrale beveiliging.

2. Bovengenoemde taken of delen daarvan worden door de plaatsvervangend Beveiligingsambtenaar uitgeoefend voor zover hij hiermee door de Beveiligingsambtenaar is belast.

Artikel 3.6

1. Het bureau Strategische Kennisontwikkeling staat onder leiding van een hoofd.

2. Het bureau heeft de volgende taken:

a. het ontwikkelen en implementeren van een departementale benadering voor strategische agendavorming in samenspraak met de departementsonderdelen;

b. het versterken van de strategische kennisfunctie van het Ministerie ter ondersteuning van het (de)centrale proces van strategische agendavorming door onderzoek, onderzoeksprogrammering, netwerkontwikkeling en kennisuitwisseling.

Artikel 3.7

1. Het bureau Internationale Zaken staat onder leiding van een hoofd.

2. Het bureau heeft de volgende taken:

a. het coördinatie van DG-overstijgende onderwerpen waarvan het zwaartepunt niet aan een DG is toe te wijzen;

b. het adviseren aan de ambtelijke en politieke leiding over concernbrede strategische afwegingen;

c. het vertegenwoordigen van BZK in vaste interdepartementale Europese en internationale coördinatiestructuren;

d. het ondersteunen van de beleidsonderdelen van BZK op internationaal terrein.

Artikel 3.8

1. De Vertegenwoordiging van het Ministerie bij de Permanente Vertegenwoordiging van het Koninkrijk der Nederlanden bij de Europese Unie staat onder leiding van een ambassaderaad.

2. De Vertegenwoordiging heeft de volgende taken:

a. het behartigen van de belangen van het Ministerie bij de Europese Unie;

b. het ondersteunen van de Permanente Vertegenwoordiger van Nederland bij de Europese Unie met betrekking tot aangelegenheden die het Ministerie aangaan;

c. het voorbereiden ter plaatse van, het deelnemen aan en het rapporteren over Europese overleggen.

Paragraaf 4

Dienst Financieel-economische Zaken en Control

Artikel 4.1

De dienst heeft tot taak

a. het (doen) vertalen van centrale kaders en richtlijnen in specifieke voorschriften en procedures:

I. het stellen van kaders voor de VBTB-begroting en werkafspraken, en

II. het verbeteren van de kwaliteit van de VBTB-begroting en de werkafspraken;

b. het regisseren van de uitvoering van de integrale departementale P&C-cyclus ten aanzien van:

I. het financieel-economische beeld van het Ministerie;

II. het budgettaire beeld van het Ministerie;

III. het proces van voorbereiding, totstandkoming en verantwoording van de begroting en de meerjarenraming;

c. het beoordelen van beleidsvoorstellen op samenhang tussen inhoudelijke doelstellingen en middeleninzet, inclusief de advisering aan de bewindslieden, secretaris-generaal en de bestuursraad;

d. het (doen) verrichten van internal audits (bedrijfsvoeringsonderzoeken) en doelmatigheidsonderzoeken;

e. het BZK-breed toetsen van de producten in het kader van de begroting, beleid en beheer en het adviseren van de politieke en ambtelijke top hierover;

f. het (inhoudelijk) bewaken van (de voortgang van) Algemene Rekenkamer-onderzoeken binnen de lijn en het adviseren terzake aan de secretaris-generaal en de bewindslieden;

g. het voeren van overleg namens het departement met het Ministerie van Financiën over alle begrotings- en verantwoordingsaangelegenheden;

h. het zorgdragen voor de totstandkoming, indiening en beheersing van de begrotingen van de directoraten-generaal;

i. het zorgdragen voor een adequaat financieel-economisch beheer voor het Ministerie;

j. het borgen van de kwaliteit van de bedrijfsvoering en de daaraan verbonden (financieel administratieve) processen binnen het Ministerie;

k. het leveren van bijdragen aan strategieontwikkeling en doorvertaling hiervan in het financieel-economische beleid op concernniveau;

l. het coördineren van het opstellen van de begroting, waaronder het in samenwerking met de leden van de Ministerstaf opstellen van de beleidsagenda respectievelijk het beleidsverslag in het kader van de verantwoording;

m. het zorgdragen voor advisering over en beoordeling van processen, informatiestromen, inzet van middelen, doelmatigheid en doeltreffendheid;

n. het adviseren van de secretaris-generaal en de bewindslieden ten aanzien van bijzondere vraagstukken op concernniveau.

Paragraaf 5

Auditdienst

Artikel 5.1

De Auditdienst bestaat uit de volgende onderdelen:

a. het Bedrijfsbureau (BB);

b. de discipline Financial Audit (FA);

c. de discipline ICT-audit (IT);

d. de discipline Operational Audit (OA).

Artikel 5.2

1. Het Bedrijfsbureau staat onder leiding van een hoofd.

2. Het Bedrijfsbureau heeft de volgende taken:

a. het zorgdragen voor de secretariële en administratieve ondersteuning van de dienst;

b. het zorgdragen voor de interne bedrijfsvoering van de dienst;

c. het beleidsmatig ondersteunen van de leiding van de dienst.

Artikel 5.3

1. De discipline Financial Audit is de verantwoordelijkheid van een tweetal auditmanagers.

2. De discipline heeft de volgende taken:

a. het verstrekken van mededelingen over de getrouwheid van financiële en andere verantwoordingen;

b. onderzoek doen naar de kwaliteit van het (financiële) beheer, voor zover dit zijn weerslag vindt in deze verantwoordingen;

c. het uitvoeren van reviews op grond van wettelijke bepalingen of andere afspraken;

d. overige assurance services.

Artikel 5.4

1. De discipline ICT-audit is de verantwoordelijkheid van een auditmanager.

2. De discipline heeft de volgende taken:

a. het rapporteren en adviseren over de ICT-informatiestrategie, het ICT-beheer, de ICT-infrastructuren en informatiesystemen, zowel in ontwikkeling als in productie;

b. het optreden als de onafhankelijke deskundige, bedoeld in het Voorschrift Informatiebeveiliging Rijksdienst;

c. het op verzoek van derden verstrekken van mededelingen met betrekking tot opzet en bestaan van geautomatiseerde systemen.

Artikel 5.5

1. De discipline Operational Audit is de verantwoordelijkheid van een auditmanager.

2. De discipline heeft de volgende taken:

a. het onderzoeken van en adviseren over de kwaliteit van de sturings- en beheersingsprocessen in samenhang met de primaire en ondersteunende processen (bedrijfsvoering);

b. het ad hoc beoordelen en doorlichten;

c. het uitvoeren van aspect-audits gericht op de naleving van centrale beheerskaders.

Paragraaf 6

Directie Constitutionele Zaken en Wetgeving

Artikel 6.1

De directie bestaat uit de onderdelen:

a. de afdeling Wetgeving Staatsinrichting en Grondrechten (WSG);

b. de afdeling Wetgeving Veiligheid en Openbaar bestuur (WVOB);

c. de afdeling Constitutioneel Beleid (CB);

d. de afdeling Juridisch Adviseur (JA);

e. de afdeling Ondersteuning en Kennismanagement (OK).

Artikel 6.2

1. De afdeling Wetgeving Staatsinrichting en Grondrechten staat onder leiding van een hoofd.

2. De afdeling heeft tot taak het concipiëren van de wet- en regelgeving, met inbegrip van internationale regelgeving, op het gebied van constitutionele zaken, informatie en de institutionele organisatie op Rijksniveau.

Artikel 6.3

1. De afdeling Wetgeving Veiligheid en Openbaar Bestuur staat onder leiding van een hoofd.

2. De afdeling sector heeft tot taak het concipiëren van de wet- en regelgeving, op de terreinen van het management van de openbare sector, van het Nederlands openbaar bestuur en van de openbare orde en veiligheid, met inbegrip van implementatie van internationale regelgeving.

Artikel 6.4

1. De afdeling Constitutioneel Beleid staat onder leiding van een hoofd.

2. De afdeling heeft de taak beleid te ontwikkelen en te adviseren over de constitutionele aspecten van het beleid op het terrein van:

a. de staatkundige verhoudingen binnen het koninkrijk;

b. de staatsinrichting in brede zin;

c. de klassieke en sociale grondrechten;

d. de positie van het staatshoofd, de adeldom, de regering en het parlement, de Ministeriële verantwoordelijkheid, de scheiding der staatsmachten, de herzieningsprocedure van de Grondwet en de betrokkenheid van de burger bij het democratisch bestuur;

e. de inrichting van het openbaar bestuur met uitzondering van de inrichting van het openbaar bestuur bij de medeoverheden;

f. de internationale betrekkingen, alsmede de doorwerking van internationaal en Europees recht;

g. defensie, belastingen, begroting, noodwetgeving;

h. openbaarheid van bestuur;

i. Europese en internationale zaken;

j. het algemeen bestuursrecht;

k. het preventieve en repressieve toezicht op de naleving van statutaire voorschriften, met inbegrip van het beleid inzake interventies in Antilliaanse en Arubaanse rechtsorde op grond van de waarborg taak van het Statuut.

Artikel 6.5

1. De afdeling Juridisch Adviseur staat onder leiding van een hoofd.

2. De afdeling heeft de volgende taken:

a. het behandelen van civielrechtelijke kwesties en andere bijzondere juridische aangelegenheden, waaronder gecompliceerde of politiek gevoelige juridische vraagstukken;

b. het adviseren van alle onderdelen van het departement voor juridische vragen waar het departement als organisatie en als onderdeel van de Staat mee wordt geconfronteerd, waaronder juridische geschillen, subsidieaangelegenheden, contracten en aanbestedingen;

c. het adviseren over de toepassing van de Wet openbaarheid van bestuur, in het bijzonder indien afwijzing van de openbaarheidsverzoeken wordt overwogen;

d. het adviseren over de toepassing van de Europese richtlijnen inzake overheidsopdrachten en staatssteun;

e. het voeren van het coördinatiepunt notificaties;

f. het contact met de landsadvocaat.

Artikel 6.6

1. De afdeling Ondersteuning en Kennismanagement staat onder leiding van een hoofd.

2. De afdeling heeft de volgende taken:

a. het begeleiden van de stukkenstroom;

b. het voeren van het secretariaat;

c. het bewaken van processen en het ondersteunen van medewerkers op het terrein van automatisering;

d. het zorgdragen voor kennismanagement en het organiseren van evenementen;

e. het beantwoorden van burgerbrieven.

Paragraaf 7

Projectdirectie Nieuwbouw Justitie & BZK.

Artikel 7.1

Artikel 3.7 van het organisatiebesluit BZK 2006 is van toepassing

Paragraaf 8

Gemeenschappelijk Secretariaat van de Raad voor het openbaar bestuur en de Raad voor de financiële verhoudingen

Artikel 8.1

Artikel 3.8 van het organisatiebesluit BZK 2006 is van toepassing.

Paragraaf 9

Het Secretariaat van de Kiesraad

Artikel 9.1

Artikel 3.9 van het organisatiebesluit BZK 2006 is van toepassing.

Artikel 9.2

Het secretariaat bestaat uit:

a. de algemene leiding, bestaande uit een secretaris/directeur en een plaatsvervangend secretaris/directeur;

b. het cluster Verkiezingsaangelegenheden;

c. het cluster Kennisontwikkeling en ondersteuning.

Artikel 9.3

1. Het cluster Verkiezingsaangelegenheden staat onder leiding van een clustercoördinator, tevens plaatsvervangend secretaris/directeur.

2. Het cluster heeft de volgende taken:

a. de ambtelijke ondersteuning van de Kiesraad als adviesorgaan voor uitvoeringstechnische aangelegenheden die het kiesrecht of de verkiezingen betreffen;

b. de ambtelijke ondersteuning van de Kiesraad als centraal stembureau voor de verkiezingen van de leden van de Tweede en Eerste Kamer der Staten-Generaal en de verkiezing van de leden van het Europese Parlement;

c. het fungeren als kenniscentrum op het terrein van het kiesrecht en verkiezingen.

Artikel 9.4

1. Het cluster Kennisontwikkeling en ondersteuning staat onder leiding van een clustercoördinator.

2. Het cluster heeft de volgende taken:

a. het bevorderen van de kennisontwikkeling op het terrein van verkiezingen en kiesrecht onder meer door middel van het verrichten en uitbesteden van onderzoek;

b. ondersteuning van de algemene leiding en het cluster Verkiezingsaangelegenheden op met name het gebied van communicatie, ICT-deskundigheid en financiën;

c. het zorgdragen voor de secretariële ondersteuning van het secretariaat van de Kiesraad.

Paragraaf 10

Overige taken

Artikel 10

Tot de taak van de in dit besluit genoemde dienstonderdelen behoort voorts de uitvoering van andere taken dan vermeld, in opdracht van een Minister, de secretaris-generaal of de plaatsvervangend secretaris-generaal, voor zover hogere wet- en regelgeving zich daartegen niet verzet.

Paragraaf 11

Beheer

Artikel 11.1

1. De plaatsvervangend secretaris-generaal is verantwoordelijk voor het beheer en de terinzagelegging van dit besluit.

2. Het beheer geschiedt met inachtneming van de desbetreffende (richtlijnen inzake) administratieve organisatiebeschrijvingen.

Artikel 11.2

Wijziging van dit besluit is voorbehouden aan de secretaris-generaal en geschiedt op voordracht van de plaatsvervangend secretaris-generaal, na advisering door de directeur Personeel en Organisatie.

Paragraaf 12

Slotbepalingen

Artikel 12.1

Dit besluit treedt in werking met ingang van de tweede dag na plaatsing van dit besluit in de Staatscourant en werkt terug tot en met 1 januari 2006

Artikel 12.2

Dit besluit wordt aangehaald als: Organisatiebesluit Concernstaven.

Dit besluit zal in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
voor deze:
de Secretaris-Generaal, J.W. Holtslag.

Naar boven