Tijdelijke regeling erkenning O&O-fonds als subsidieaanvrager ESF2-2007-2013

Regeling van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 10 november 2006, nr. AM/ESM/06/86722, tot de erkenning van een Opleidings- en Ontwikkelingsfonds als subsidieaanvrager voor het Europees Sociaal Fonds 2007-2013

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

Gelet op artikel 3, eerste lid, van de Kaderwet SZW-subsidies;

Besluit:

Artikel 1

Begripsbepaling

In deze regeling wordt verstaan onder de Minister: de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.

Artikel 2

Erkenning Opleidings- en Ontwikkelingsfonds als subsidieaanvrager

1. In het kader van de besteding van financiële middelen die uit het Europees Sociaal Fonds voor de periode van 1 januari 2007 tot en met 31 december 2013 aan Nederland beschikbaar worden gesteld, wordt een Opleidings- en Ontwikkelingsfonds op diens verzoek door de Minister als subsidieaanvrager erkend, indien:

a. sprake is van een door werkgevers en werknemers beheerd samenwerkingsverband per bedrijfstak of onderneming;

b. het onder a bedoelde samenwerkingsverband een stichting als bedoeld in artikel 285, eerste lid, van Boek 2 van Burgerlijk Wetboek is;

c. het bestuur van deze stichting bevoegd is te besluiten tot het aangaan van overeenkomsten tot verkrijging, vervreemding en bezwaring van registergoederen, en tot het aangaan van overeenkomsten waarbij de stichting zich als borg of hoofdelijk medeschuldenaar verbindt, zich voor een derde sterk maakt of zich tot zekerheidstelling voor een schuld van een ander verbindt;

d. de doelgroep van het Opleidings- en Ontwikkelingsfonds helder afgebakend is;

e. de meest recente jaarrekening wordt overgelegd, voorzien van een van een accountant als bedoeld in artikel 393, eerste lid, van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek afkomstige verklaring omtrent de getrouwheid onderscheidenlijk een mededeling, inhoudende dat van onjuistheden niet is gebleken; en

f. aannemelijk is dat het Opleidings- en Ontwikkelingsfonds niet in betalingsonmacht verkeert.

2. De jaarrekening, bedoeld in het eerste lid, onderdeel e, is in ieder geval niet ouder dan de jaarrekening die betrekking heeft op het tweede kalenderjaar dat voorafgaat aan het kalenderjaar waarin het verzoek tot erkenning als subsidieaanvrager wordt gedaan.

3. Bij het verzoek, bedoeld in het eerste lid, wordt overgelegd:

a. een afschrift van de akte van oprichting, bedoeld in artikel 286, eerste lid, van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek en

b. de jaarrekening, bedoeld in het eerste lid, onderdeel e.

4. Indien na de akte van oprichting de statuten zijn gewijzigd, wordt tevens overgelegd een afschrift van de ten kantore van het in artikel 293 van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek bedoelde register neergelegde gewijzigde statuten.

5. De Minister beslist uiterlijk vier weken na ontvangst van het verzoek, bedoeld in het eerste lid.

Artikel 3

Verplichting erkende subsidieaanvrager

Het Opleidings- en Ontwikkelingsfonds dat door de Minister als subsidieaanvrager is erkend doet onverwijld mededeling aan de Minister van omstandigheden, die van invloed kunnen zijn op de erkenning als subsidieaanvrager.

Artikel 4

Intrekking erkenning als subsidieaanvrager

De minister trekt de beschikking tot erkenning als subsidieaanvrager schriftelijk in, indien gebleken is dat het Opleidings- en Ontwikkelingsfonds niet langer aan artikel 2, eerste lid, onderdelen a tot en met f, voldoet.

Artikel 5

Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en vervalt met ingang van 1 januari 2008.

Artikel 6

Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Tijdelijke regeling erkenning O&O-fonds als subsidieaanvrager ESF2-2007-2013.

Deze regeling zal met toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 10 november 2006.
De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, H.A.L. van Hoof.

Toelichting

Een deel van de middelen uit het Europees Sociaal Fonds (ESF) zal als subsidie beschikbaar worden gesteld voor Opleidings- en Ontwikkelingsfondsen (O&O-fondsen) om de arbeidsmarktpositie van de potentieel kwetsbare groep van werkenden zonder startkwalificatie te verbeteren. Ook voor werkenden met een hoger sectorstartniveau dan niveau 2 (startkwalificatieniveau) van de Wet Educatie en Beroepsonderwijs kan tot en met MBO-4 niveau gebruik worden gemaakt van de subsidie. De subsidie kan worden ingezet voor opleidingen die relevantie hebben voor de gehele branche, of voor sectoroverstijgende opleidingen.

Met deze regeling wordt gewaarborgd dat de O&O-fondsen voorafgaande aan het moment dat zij daadwerkelijk een subsidieaanvraag indienen, getoetst zijn op een aantal punten. Het betreft hier onder meer de rechtsvorm van het door werkgevers en werknemers beheerde samenwerkingsverband per bedrijfstak of onderneming, de bevoegdheden van het bestuur van het O&O-fonds, de doelgroep van dit fonds en de vraag of het fonds niet in betalingsonmacht verkeert. Onder dit laatste wordt niet alleen begrepen de situatie dat het O&O-fonds in staat van faillissement is verklaard, dan wel dat aan het fonds surséance van betaling is verleend, maar ook de situatie dat dit fonds anderszins in een blijvende toestand verkeert waarin het opgehouden heeft zijn schulden te betalen. Bij het verzoek tot erkenning als subsidieaanvrager wordt een afschrift overgelegd van de notariële akte van oprichting (en wanneer nadien de statuten zijn gewijzigd: tevens een afschrift van de bij het handelsregister neergelegde gewijzigde statuten) alsmede de meest recente jaarrekening. Alleen O&O-fondsen die aan de in artikel 2 vervatte criteria voldoen, worden toegelaten tot de kring van erkende subsidieaanvragers.

Om te bewerkstelligen dat O&O-fondsen zo spoedig mogelijk na inwerkingtreding van de nieuwe ESF-subsidieregeling subsidie kunnen aanvragen, worden O&O-fondsen in de gelegenheid gesteld om voorafgaande aan die inwerkingtreding al een verzoek tot erkenning als subsidieaanvrager in te dienen.

Alle O&O-fondsen die voornemens zijn in de periode 2007–2013 een ESF-subsidieaanvraag in te dienen, dienen vooraf de hiervoor bedoelde erkenning aan te vragen. Dit is ook het geval indien het O&O-fonds reeds in de periode 2000–2006 tot de kring van subsidieaanvragers behoorde.

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

H.A.L. van Hoof

Naar boven