Tijdelijke subsidieregeling IUCN NL ten behoeve van DCNA

6 november 2006

Nr. 2006-0000349780

CZW

De Minister voor Bestuurlijke Vernieuwing en Koninkrijksrelaties,

Gelet op artikelen 11, 14 en 15 van de Wet overige BZK-subsidies;

Besluit:

Artikel 1

In deze regeling wordt verstaan onder:

a. de minister: de Minister voor Bestuurlijke Vernieuwing en Koninkrijksrelaties;

b. de IUCN NL: de Stichting IUCN Nederlands Comité (International Union for Conservation of Nature);

c. de DCNA: de Dutch Caribbean Nature Alliance;

d. het Trust Fund: het door DCNA in 2006 opgerichte fonds.

Artikel 2

De minister verstrekt overeenkomstig deze regeling de IUCN NL een subsidie ten behoeve van het uitvoeren van het door de DCNA opgestelde en door de minister goedgekeurde activiteitenprogramma.

Artikel 3

De in artikel 2 bedoelde subsidie bedraagt ten hoogste € 1.025.000,00 per boekjaar.

Artikel 4

1. De IUCN NL dient de aanvraag tot subsidieverlening voor het volgende boekjaar uiterlijk in op 1 november voorafgaande aan het jaar waarop de subsidie betrekking heeft.

2. De aanvraag gaat vergezeld van:

a. een aanduiding van het bedrag waarvoor subsidie wordt gevraagd;

b. het activiteitenprogramma, en

c. een raming van de kosten en de baten.

Artikel 5

1. De minister beoordeelt voor 15 december de subsidieaanvraag, mede aan de hand van de in artikel 4, tweede lid, genoemde gegevens.

2. Naast de gronden, genoemd in artikel 4:35 van de Algemene wet bestuursrecht, kan de minister de subsidieverlening geheel of gedeeltelijk weigeren indien de beoordeling van het activiteitenprogramma leidt tot de bevinding dat het jaarprogramma niet in overeenstemming is met de vereisten van deze regeling.

Artikel 6

1. De minister verleent een voorschot per boekjaar.

2. Het voorschot bedraagt 100 procent van het te verlenen subsidiebedrag.

Artikel 7

1. De aanvraag tot subsidievaststelling wordt uiterlijk 1 juli van het jaar na het boekjaar ingediend bij de minister.

2. De aanvraag tot subsidievaststelling gaat vergezeld van:

a. een schriftelijke verantwoording omtrent het verloop, de uitvoering en de resultaten van de activiteiten ingevolge het desbetreffende activiteitenprogramma, afgezet tegen de realisatie van de geraamde kosten en baten ingevolge artikel 4, tweede lid, onder c;

b. de op het boekjaar betrekking hebbende jaarrekening, bedoeld in artikel 361, van Boek 2, van het Burgerlijk Wetboek;

c. het op het boekjaar betrekking hebbende jaarverslag, bedoeld in artikel 391, van Boek 2, van het Burgerlijk Wetboek;

d. de accountantsverklaring, bedoeld in artikel 4:78, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht.

3. De subsidievaststelling geschiedt uiterlijk 1 september.

Artikel 8

1. De IUCN NL stelt de subsidie ter beschikking van de DCNA en ziet toe op een juiste besteding van deze subsidie overeenkomstig het in deze regeling bepaalde.

2. Van de subsidie wordt maximaal € 25.000,00 besteed aan de kosten die IUCN NL maakt voor het beheer van deze overeenkomst.

3. Van de subsidie wordt na aftrek van het bedrag, genoemd in het tweede lid, minimaal 75% besteed aan de operationele kosten van het beheer van de bij de DCNA aangesloten natuurparken.

4. Het overige deel van de subsidie kan worden besteed aan de operationele kosten van de DCNA.

Artikel 9

1. De IUCN NL zet zich actief in voor de belangen van DCNA in Nederland en Europa door middel van lobby en communicatieactiviteiten.

2. De IUCN NL spant zich in voor het goed functioneren van het Trust Fund en draagt actief bij aan fondswerving voor derden.

3. De IUCN NL ziet erop toe dat bij de DCNA transparantie van bestuur en management wordt nageleefd.

Artikel 10

1. De IUCN NL verschaft de minister op diens verzoek te allen tijde inlichtingen omtrent de voortgang en de resultaten van de activiteiten ingevolge het activiteitenprogramma.

2. De IUCN NL doet onverwijld schriftelijk mededeling aan de minister van alle omstandigheden die van substantiële invloed kunnen zijn op de subsidie en de rechtmatige en doelmatige besteding daarvan.

Artikel 11

1. De IUCN NL vormt een risicoreserve verbonden aan het activiteitenprogramma.

2. De omvang van de risicoreserve bedraagt ten hoogste 10 procent van de verleende subsidie per boekjaar.

Artikel 12

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2007 en vervalt op 1 januari 2017 met uitzondering van artikel 7 dat vervalt op 1 september 2017.

Artikel 13

Deze regeling wordt aangehaald als:Tijdelijke subsidieregeling IUCN NL ten behoeve van DCNA.

Deze regeling zal met toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister voor Bestuurlijke Vernieuwing en Koninkrijksrelaties a.i.,, J.W. Remkes.

Toelichting

Op 21 december 2005 is er middels een intentieverklaring toegezegd dat de Stichting International Union for the Conservation of Nature Nederlands Comité (IUCN NL) voor een periode van tien jaar van de Minister van Bestuurlijke Vernieuwing en Koninkrijksrelaties een subsidie ontvangt. Dit gebeurt op basis van de Wet Overige BZK Subsidies. Deze subsidieregeling is bedoeld voor het veiligstellen van het natuurbeheer op de eilandgebieden van de Nederlandse Antillen en Aruba. Duurzaam natuurbeheer is van groot belang voor de sociaal-economische ontwikkeling van de eilanden. Daarom is gekozen voor een subsidieregeling met een duur van tien jaar en een substantieel jaarlijks subsidiebedrag van maximaal € 1,025 miljoen, conform de intentieverklaring van 21 december 2005. De regeling heeft als hoofddoel de natuurparkorganisaties in staat te stellen om gedurende de looptijd te komen tot een duurzame financiering van het natuurbeheer.

IUCN NL zal de subsidie ter beschikking stellen van de Dutch Caribbean Nature Alliance (DCNA), de overkoepelende organisatie van de natuurparkorganisaties in de Nederlandse Antillen en Aruba. DCNA wijst de gelden zoals vastgelegd in deze overeenkomst toe aan de parkorganisaties en rapporteert aan IUCN NL over de bestedingen. Met alle donoren en beneficianten zal DCNA afzonderlijke overeenkomsten sluiten. IUCN NL houdt toezicht op de juiste besteding van de door BZK verstrekte middelen en rapporteert hierover aan BZK. Over deze BZK bijdrage zullen IUCN NL en DCNA en daarmee de onderliggende organisaties helder naar het publiek communiceren dat DCNA gesteund wordt door het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. IUCN NL ziet erop toe, dat bij DNCA en bij de aangesloten parkorganisaties transparantie van bestuur en management wordt nageleefd. Erkende richtlijnen zoals die van het Centraal Bureau van Fondsenwerving (CBF) zijn daarbij leidraad.

Bestemming subsidiegelden

De door BVK beschikbaar gestelde middelen dienen gebruikt te worden voor de dekking van operationele kosten van DCNA en de aangesloten parkorganisaties. De BZK bijdrage heeft ook tot doel om andere partijen te bewegen bij te dragen aan het natuurbeheer in de Nederlandse Antillen en Aruba.

De bijdrage van BZK zal als volgt worden aangewend:

1. Dekking van de operationele kosten van de bij DCNA aangesloten parkorganisaties en het bevorderen van de samenwerking tussen de parkorganisaties. De verdeling over de deze bestemmingen dient in goede balans te worden vastgesteld door DCNA. Hier zal minimaal 75% van de subsidie van BZK voor worden ingezet.

2. Dekking van de operationele kosten van DCNA en het versterken van de promotie van de parken en externe fondsenwerving; hieronder valt ook beleidsbeïnvloeding. DCNA kan hiertoe ook activiteiten delegeren aan IUCN NL. Hier zal maximaal 25% van de subsidie van BZK voor worden ingezet.

Trust Fund

Om te komen tot een duurzame inkomstenstroom ter dekking van de operationele kosten van het beheer van de natuurparken, is door DCNA een Trust Fund opgericht. Dit fonds heeft tot doel om na het jaar 2016 de rendementen van het fonds uit te keren aan de bij DCNA aangesloten parkorganisaties. De subsidie van BZK zal DCNA en de aangesloten parkorganisaties in staat stellen om dit fonds te vullen met eigen inkomsten.

De parkorganisaties zullen uit hun eigen inkomsten een bijdrage aan het Trust Fund leveren. DCNA zal daartoe overeenkomsten met de betreffende parkorganisaties sluiten. De BZK gelden ten behoeve van deze parkorganisaties zullen waar mogelijk gepaard gaan met een storting door de parkorganisaties in het Trust Fund. De doelstelling is om per ultimo 2015 een bedrag van € 18,9 miljoen in het Trust Fund gestort te hebben door fondsenwerving.

Bij IUCN NL en DCNA rust de inspanningsverplichting voor het werven van donoren voor het Trust Fund en voor het transparante en verantwoorde beheer van het Trust Fund. Over deze inspanningsverplichting dient IUCN NL aan BZK te rapporteren. Bij de jaarlijkse financiële verantwoording zal ook inzicht moeten worden geboden in de ontwikkeling van de financiële positie van het Trust Fund, inclusief de financiële stromen vanuit de parkorganisaties.

De Minister voor Bestuurlijke Vernieuwing en Koninkrijksrelaties a.i.,,

J.W. Remkes

Naar boven