Warenwetregeling noodmaatregelen invoer levensmiddelen uit derde landen (verordening (EG) 178/2002)

Regeling van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 7 november 2006, nr. VGP/VV 2727761, houdende de Warenwetregeling noodmaatregelen invoer levensmiddelen uit derde landen (verordening (EG) 178/2002)

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

Handelende in overeenstemming met de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit;

Gelet op artikel 53, eerste lid, onder b, en tweede lid, van verordening (EG) nr. 178/2002 van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 28 januari 2002 tot vaststelling van de algemene beginselen en voorschriften van de levensmiddelenwetgeving, tot oprichting van een Europese Autoriteit voor voedselveiligheid en tot vaststelling van procedures voor voedselveiligheidsaangelegenheden (PbEG L 31), alsmede op artikel 4, onder c, van het Warenwetbesluit Invoer levensmiddelen uit derde landen;

Besluit:

Artikel 1

In deze regeling wordt verstaan onder:

a. verordening (EG) 178/2002: verordening (EG) nr. 178/2002 van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 28 januari 2002 tot vaststelling van de algemene beginselen en voorschriften van de levensmiddelenwetgeving, tot oprichting van een Europese Autoriteit voor voedselveiligheid en tot vaststelling van procedures voor voedselveiligheidsaangelegenheden (PbEG L 31);

b. EG-noodmaatregel: een in het Publicatieblad van de Europese Unie bekendgemaakte beschikking van de Commissie van de Europese Gemeenschappen, vastgesteld krachtens artikel 53, eerste lid, onder b, of tweede lid, van verordening (EG) 178/2002, voor zover die beschikking strekt tot bescherming van de gezondheid van de mens.

Artikel 2

Eet- en drinkwaren worden vanuit derde landen binnen Nederlands grondgebied gebracht en verhandeld met inachtneming van de bij of krachtens een EG-noodmaatregel gestelde voorschriften.

Artikel 3

Ingetrokken worden:

a. de Warenwetregeling geleiproducten in minicups 2005;

b. de Warenwetregeling Spaanse peper, kurkuma en palmolie 2005;

c. de Warenwetregeling invoer bepaalde levensmiddelen uit Brazilië, China, Egypte, Iran en Turkije (beschikking 2006/504/EG);

d. de Warenwetregeling rijstproducten uit de Verenigde Staten (beschikking 2006/601/EG).

Artikel 4

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Artikel 5

Deze regeling wordt aangehaald als: Warenwetregeling noodmaatregelen invoer levensmiddelen uit derde landen (verordening (EG) 178/2002).

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, J.F. Hoogervorst.

Toelichting

In 2002 is gepubliceerd verordening (EG) nr. 178/2002 van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 28 januari 2002 tot vaststelling van de algemene beginselen en voorschriften van de levensmiddelenwetgeving, tot oprichting van een Europese Autoriteit voor voedselveiligheid en tot vaststelling van procedures voor voedselveiligheidsaangelegenheden (PbEG L 31), verder te noemen: verordening (EG) 178/2002.

Krachtens artikel 53, eerste lid, onder b, en tweede lid, van verordening (EG) 178/2002 kunnen door de Commissie van de Europese Gemeenschappen noodmaatregelen worden vastgesteld (verder te noemen: EG-noodmaatregelen) wanneer blijkt dat een levensmiddel, ingevoerd uit een derde land, waarschijnlijk een ernstig risico inhoudt voor onder andere de gezondheid van de mens. EG-noodmaatregelen treden veelal op de dag van publicatie in werking1 .

Een door de Commissie vastgestelde EG-noodmaatregel inzake levensmiddelen uit derde landen dient onverwijld te worden uitgevoerd krachtens de Warenwet. Daarom is het noodzakelijk een voorziening te treffen waardoor dergelijke noodmaatregelen direct van toepassing zijn in Nederland. Deze regeling zorgt daarvoor. Als gevolg van deze regeling zal handelen in strijd met een dergelijke EG-noodmaatregel verboden zijn krachtens artikel 2 van deze regeling juncto artikel 2, tweede lid, van het Warenwetbesluit Invoer levensmiddelen uit derde landen.

Voor op grond van een EG-noodmaatregel door de VWA uitgevoerde controles wordt een retributie in rekening gebracht op basis van artikel 2a van het Warenwetbesluit retributies levensmiddelen en artikel 4 van de Warenwetregeling vaststelling van tarieven voor retributies levensmiddelen.

Bij artikel 3 van deze regeling zijn vier Warenwetregelingen ingetrokken, aangezien de beschikkingen waaraan die regelingen uitvoering gaven zijn gebaseerd op artikel 53, eerste lid, onder b, van verordening (EG) 178/2002 en dus binnen de reikwijdte van deze regeling vallen.

Deze regeling heeft geen betrekking op door de Commissie vastgestelde noodmaatregelen inzake levensmiddelen van oorsprong uit de Gemeenschap, bedoeld in artikel 53, eerste lid, onder a, van verordening (EG) 178/2002. Indien noodzakelijk zal voor die noodmaatregelen een extra voorziening worden getroffen.

Deze regeling heeft voorts geen betrekking op door de Commissie vastgestelde beschikkingen die zijn vastgesteld krachtens uitsluitend richtlijn 97/78/EG2 . Die beschikkingen vallen binnen de reikwijdte van de Warenwetregeling Veterinaire controles (derde landen).

Bij de inwerkingtreding van deze regeling had deze regeling betrekking op de volgende EG-noodmaatregelen:

a. beschikking 2002/249/EG van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 27 maart 2002 betreffende beschermende maatregelen ten aanzien van bepaalde uit Myanmar ingevoerde en voor menselijke consumptie bestemde visserij- en aquacultuurproducten (PbEU L 84);

b. beschikking 2002/251/EG van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 27 maart 2002 betreffende beschermende maatregelen ten aanzien van slachtpluimvee en bepaalde visserij- en aquacultuurproducten, bestemd voor menselijke consumptie en ingevoerd uit Thailand (PbEU L 84);

c. beschikking 2004/374/EG van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 13 april 2004 tot opschorting van het in de handel brengen en de invoer van geleiproducten in minicups die de levensmiddelenadditieven E 400, E 401, E 402, E 403, E 404, E 405, E 406, E 407, E 407a, E 410, E 412, E 413, E 414, E 415, E 417 en/of E 418 bevatten (PbEU L 118);

d. beschikking 2005/402/EG van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 23 mei 2005 inzake noodmaatregelen met betrekking tot Spaanse peper, producten van Spaanse peper, kurkuma en palmolie (PbEU L 135);

e. beschikking 2006/27/EG van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 16 januari 2006 betreffende speciale voorwaarden voor vlees en vleesproducten van paardachtigen die uit Mexico worden ingevoerd en voor menselijke consumptie bestemd zijn (PbEU L 19);

f. beschikking 2006/504/EG van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 12 juli 2006 tot vaststelling van bijzondere voorwaarden voor de invoer van bepaalde levensmiddelen uit bepaalde derde landen wegens de risico's van verontreiniging van deze producten met aflatoxinen (PbEU L 199);

g. beschikking 2006/601/EG van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 5 september 2006 inzake noodmaatregelen met betrekking tot het niet-toegelaten genetisch gemodificeerde organisme ‘LL Rice 601’ in rijstproducten (PbEU L 244);

h. beschikking 2006/236/EG van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 21 maart 2006 betreffende bijzondere voorwaarden voor uit Indonesië ingevoerde visserijproducten bestemd voor menselijke consumptie (PbEU L 83);

i. beschikking 2006/698/EG van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 16 oktober 2006 betreffende noodmaatregelen van toepassing op uit Brazilië ingevoerde visserijproducten bestemd voor menselijke consumptie (PbEU L 278).

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

J.F. Hoogervorst

Naar boven