Wijziging Vreemdelingencirculaire 2000 (2006/7)

Besluit van de Minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie van 30 januari 2006, nr. 2006/7, houdende wijziging van de Vreemdelingencirculaire 2000

De Minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie,

Gelet op de Vreemdelingenwet 2000 (Staatsblad 2000, 495), het Vreemdelingenbesluit 2000 (Staatsblad 2000, 497) en het Voorschrift Vreemdelingen 2000 (Staatscourant 2001, nr. 10);

Besluit:

Artikel I

De Vreemdelingencirculaire 2000 wordt als volgt gewijzigd:

A

Paragraaf B1/4.1.1.3 Vreemdelingencirculaire 2000 komt te luiden:

4.1.1.3

Plaats van indiening van de aanvraag

Artikel 3.101

Vreemdelingenbesluit:

1. De aanvraag, bedoeld in de artikelen 14 en 20 van de Wet, wordt ingediend op een bij ministeriële regeling aan te wijzen plaats.

2. In afwijking van het eerste lid wordt, indien de vreemdeling rechtens de vrijheid is ontnomen, de aanvraag ingediend op de plaats waar de vrijheidsontneming ten uitvoer wordt gelegd.

3. In afwijking van het eerste lid kan de aanvraag, bedoeld in artikel 14 van de Wet, tevens worden ingediend bij de Nederlandse diplomatieke of consulaire vertegenwoordiging in Australië, Nieuw Zeeland of Canada, indien de vreemdeling de Australische, Nieuw Zeelandse of Canadese nationaliteit bezit en in Nederland wil verblijven in het kader van een uitwisselingprogramma tussen Nederland en die landen.

Artikel 3.33a

Voorschrift Vreemdelingen:

1. De aanvraag tot het verlenen of wijzigen van de verblijfsvergunning, bedoeld in artikel 14 van de Wet, wordt ingediend bij de burgemeester van de gemeente waar de vreemdeling woon- of verblijfplaats heeft;

2. In afwijking van het eerste lid wordt de aanvraag tot het verlenen van een verblijfsvergunning onder de beperking, genoemd in artikel 3.4, eerste lid, onder s van het Besluit, ingediend bij de korpschef van de politieregio waar de aangifte is gedaan.

3. In afwijking van het eerste lid wordt de aanvraag tot het verlenen van een verblijfsvergunning onder de beperking genoemd in artikel 3.4, eerste lid onder y van het besluit, ingediend bij het loket kennis- en arbeidsmigratie van de Immigratie- en Naturalisatiedienst;

4. Indien de vreemdeling woon- of verblijfplaats heeft in een gemeente vermeld in kolom A van bijlage 18 bij deze regeling, wordt de aanvraag tot het verlenen van de verblijfsvergunning, bedoeld in artikel 14 van de Wet, in afwijking van het eerste lid en onverminderd het tweede en derde lid, ingediend bij het met die gemeente corresponderende in kolom B van deze bijlage vermelde kantoor van de Immigratie- en Naturalisatiedienst indien de vreemdeling:

a. niet de nationaliteit bezit van één der door de Minister van Buitenlandse Zaken aan te wijzen landen;

b. geen gemeenschapsonderdaan is, en

c. niet beschikt over een geldige machtiging tot voorlopig verblijf die overeenkomt met het verblijfsdoel waarvoor de verblijfsvergunning is aangevraagd.

Artikel 3.33b

Voorschrift Vreemdelingen:

De aanvraag tot het verlengen van de geldigheidsduur van de verblijfsvergunning, bedoeld in artikel 14 van de Wet, wordt ingediend bij het kantoor van de Immigratie- en Naturalisatiedienst te Zwolle.

Artikel 3.33c

Voorschrift Vreemdelingen:

De aanvraag tot het verlenen van een verblijfsvergunning, bedoeld in artikel 20 van de Wet, wordt ingediend bij het kantoor van de Immigratie- en Naturalisatiedienst te Zwolle.

De aanvraag tot het verlenen of het wijzigen van een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd.

Hoofdregel: De aanvraag tot het verlenen of het wijzigen van een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd wordt ingediend bij de burgemeester van de gemeente waar de vreemdeling woon- of verblijfplaats heeft (artikel 4:1 Algemene wet bestuursrecht, in samenhang met artikel 3.33a Voorschrift Vreemdelingen).

Dat niet aan deze hoofdregel wordt voldaan, wordt niet tegengeworpen aan de vreemdeling:

• die vóór 1 april 2001 een aanvraag tot toelating als vluchteling als bedoeld in artikel 15, eerste lid, Vreemdelingenwet (oud) heeft ingediend; en

• in de periode van 14 januari 2003 tot en met 17 maart 2005 een verzoek in de vorm van een zogenaamde ‘14-1-brief’ heeft gestuurd aan de minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie, op welk verzoek nog niet een in rechte onaantastbaar geworden beslissing is genomen.

Als ‘14-1-brief’ wordt aangemerkt een schriftelijk verzoek, dat voldoet aan alle volgende drie kenmerken:

• het verzoek is ingediend rechtstreeks bij de minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie (dan wel de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND)); en

• het verzoek is niet ingediend met het in het Voorschrift Vreemdelingen voorgeschreven formulier; en

• het verzoek moet worden aangemerkt als een aanvraag tot het verlenen van een verblijfsvergunning regulier als bedoeld in artikel 14 Vreemdelingenwet. Aanvragen tot het verlengen van de geldigheidsduur of het wijzigen van de verblijfsvergunning vallen hier niet onder.

In afwijking van de hoofdregel wordt de aanvraag tot het verlenen van een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd van een vreemdeling die niet in het bezit is van de vereiste mvv en die woonachtig is in de gemeente die vermeld is in kolom A van bijlage 18, behorend bij artikel 3.33a Voorschrift Vreemdelingen, ingediend bij het met die gemeente corresponderende in kolom B van deze bijlage vermelde kantoor van de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) te Hoofddorp of Rijswijk.

Deze verplichting geldt niet voor de vreemdeling die de nationaliteit bezit van één van de door de Minister van Buitenlandse Zaken aangewezen landen dan wel de vreemdeling die een gemeenschapsonderdaan of burger van de Europese Unie is. Het gaat hier om de nationaliteiten van de volgende landen: Australië, België, Canada, Cyprus, Duitsland, Denemarken, Estland, Finland, Frankrijk, Griekenland, Hongarije, Ierland, Italië, Japan, Letland, Liechtenstein, Litouwen, Luxemburg, Malta, Monaco, Nieuw Zeeland, Noorwegen, Oostenrijk, Polen, Portugal, Slovenië, Slowakije, Spanje, Tsjechië, Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland, Verenigde Staten van Amerika, IJsland, Vaticaanstad, Zweden en Zwitserland.

Alvorens de aanvraag in persoon te kunnen indienen, zal de vreemdeling daartoe eerst telefonisch een afspraak dienen te maken (023- 888 9090 voor het kantoor te Hoofddorp en 070 – 370 3788 voor het kantoor te Rijswijk).

De aanvraag tot het verlenen van een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd op grond van hoofdstuk B9 Vreemdelingencirculaire (mensenhandel).

In afwijking van de hoofdregel wordt de aanvraag tot het verlenen van een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd onder de beperking verband houdend met de vervolging van mensenhandel ingediend bij de korpschef van de gemeente waar de vreemdeling woon- of verblijfplaats heeft.

De korpschef stuurt de aanvraag na ontvangst per omgaande rechtstreeks door naar de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND), zodat op deze aanvraag binnen 24 uur kan worden beslist.

De aanvraag tot het verlengen van de geldigheidsduur van een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd.

De aanvraag tot het verlengen van de geldigheidsduur van een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd wordt schriftelijk ingediend bij het kantoor van de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) te Zwolle.

De aanvraag tot het verlenen van een verblijfsvergunning regulier voor onbepaalde tijd.

De aanvraag tot het verlenen van een verblijfsvergunning regulier voor onbepaalde tijd wordt eveneens schriftelijk ingediend bij het kantoor van de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) te Zwolle.

Aanvraag van een vreemdeling wiens vrijheid rechtens is ontnomen.

Ingevolge het bepaalde in artikel 3.101, tweede lid, Vreemdelingenbesluit wordt, indien de vreemdeling rechtens de vrijheid is ontnomen, de aanvraag ingediend op de plaats waar de vrijheidsontneming ten uitvoer wordt gelegd.

Dat kan een politiecel, een cel van de Koninklijke Marechaussee, een Huis van Bewaring of een uitzetcentrum zijn.

Indien de vreemdeling zich in een politiecel of een Huis van Bewaring bevindt, neemt de korpschef de aanvraag in ontvangst en zendt haar onverwijld door naar de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND). Hiertoe wordt gebruik gemaakt van het model M56. De terzake relevante bescheiden en gegevens worden met de aanvraag meegezonden. De Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) beslist onverwijld op de aanvraag en stelt de korpschef onverwijld in kennis van de inhoud van de beslissing.

Indien de vreemdeling zich in een cel van de Koninklijke Marechaussee of een uitzetcentrum bevindt, neemt de Koninklijke Marechaussee de aanvraag in ontvangst en zendt haar onverwijld door naar de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND). De terzake relevante gegevens en bescheiden worden met de aanvraag meegezonden. Hiertoe wordt gebruik gemaakt van het model M56. De Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) beslist onverwijld op de aanvraag en stelt de Koninklijke Marechaussee onverwijld in kennis van de inhoud van de beslissing.

Aanvraag van vreemdelingen van Australische, Canadese of Nieuw-Zeelandse nationaliteit.

De aanvraag tot het verlenen van een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd kan ingevolge artikel 3.101, derde lid, Vreemdelingenbesluit worden ingediend bij de Nederlandse vertegenwoordiging in Australië, Canada of Nieuw Zeeland, indien de Australische, Canadese of Nieuw-Zeelandse vreemdeling in het kader van een uitwisselingsprogramma tussen Nederland en een van die landen in Nederland wil verblijven. Bedoelde vertegenwoordiging zendt de aanvraag met alle bijbehorende informatie en bescheiden door naar de burgemeester van de gemeente waar de vreemdeling woon- of verblijfplaats beoogt. De verschuldigde leges worden door de vreemdeling na aankomst in Nederland voldaan bij de burgemeester van de gemeente waar de vreemdeling woon- of verblijfplaats beoogt.

De burgemeester van de gemeente waar de vreemdeling woon- of verblijfplaats heeft verschaft de vreemdeling die in afwachting is van de beslissing op de aanvraag het bescheid rechtmatig verblijf, met daarop de aantekening dat het de vreemdeling is toegestaan arbeid te verrichten (zie dienaangaande B7).

De aanvraag kan ook in Nederland worden ingediend bij de burgemeester van de gemeente waar de vreemdeling woon- of verblijfplaats heeft.

De aanvraag tot vervanging of vernieuwing van een verblijfsdocument

Artikel 4.22

Vreemdelingenbesluit:

1. De documenten, bedoeld in artikel 4.21, eerste lid, onder a tot en met d, worden door Onze Minister vervangen, indien:

a. de vreemdeling aan wie het document werd afgegeven, overeenkomstig artikel 4.44 aangifte heeft gedaan van vermissing, verlies of het voor identificatie ondeugdelijk worden van dat document, en

b. Onze Minister heeft vastgesteld dat er gegronde redenen zijn om te veronderstellen dat de aangifte naar waarheid is gedaan.

2. Onverminderd het eerste lid, worden de documenten, bedoeld in artikel 4.21, eerste lid, onder a, telkens vijf jaren na de afgifte ervan, vervangen.

Aanvragen met betrekking tot het vervangen of het vernieuwen van verblijfs-documenten om redenen als genoemd in artikel 4.22 Vreemdelingenbesluit kunnen worden toegezonden aan de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND). De aanvrager kan daartoe telefonisch via nummer 0900 – 1234561 (€ 0,10 p.m.) een aanvraagformulier (model M83) aanvragen. Dit landelijk telefoonnummer is bereikbaar van maandag tot en met vrijdag van 09.00 uur tot 17.00 uur. Dit aanvraagformulier kan vervolgens, volledig ingevuld en voorzien van alle benodigde bescheiden, worden geretourneerd aan het hieronder vermelde adres van de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND):

Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND)

t.a.v. de afdeling Verlengingen

Postbus 7029

8007 HA ZWOLLE.

Zie verder A3/3.8.3.

B

Paragraaf B1/4.1.1.9 Vreemdelingencirculaire 2000 komt te luiden

4.1.1.9 Specifieke bepalingen procedure verblijfsvergunning bepaalde tijd

A. Indien de aanvraag wordt ingediend bij de burgemeester

Inleiding

Sinds de voltooiing van de overdracht van de toelatingstaken inzake reguliere aanvragen van de korpschef naar de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) en de gemeenten, fungeren de gemeenten als front-office, waar aanvragen tot verlening van een verblijfsvergunning regulier, tot wijziging van de verblijfsvergunning of tot toetsing aan het gemeenschapsrecht worden ingediend, registratie van de vreemdeling plaatsvindt, de sticker ‘Verblijfsaantekeningen Algemeen’ en de sticker ‘Verblijfsaantekeningen voor Gemeenschapsonderdanen’ worden verstrekt, beleidsarme informatie wordt gegeven en verblijfsdocumenten worden uitgereikt.

De onderhavige paragraaf beschrijft de specifieke bepalingen in het kader van deze nieuwe procedure. Voorts wordt een korte uiteenzetting gegeven van de werkzaamheden van de burgemeester, zoals deze door hem worden verricht sinds de overdracht.

Voor zover in de onderhavige paragraaf niet anders is bepaald, is het bepaalde in B1 onverkort van toepassing.

Opeenvolgende handelingen (in hoofdlijnen) van de burgemeester inzake de aanvraag tot verlening van een verblijfsvergunning regulier of een aanvraag tot wijziging van de verblijfsvergunning regulier

Identificeren van de vreemdeling

Deze handeling wordt verricht door de burgemeester in het kader van de inschrijving in de Gemeentelijke Basisadministratie Persoonsgegevens (GBA). De identiteit van de vreemdeling dient te worden vastgesteld aan de hand van de vereiste brondocumenten zoals aangegeven in de GBA-wetgeving. De vreemdeling legt hiertoe gegevens of bescheiden over omtrent zijn identiteit en nationaliteit.

Aankruisen checklist

De burgemeester kruist op de per verblijfsdoel gespecificeerde checklist – welke door de Minister ter beschikking is gesteld – aan welke bescheiden bij het indienen van de aanvraag door de vreemdeling zijn overgelegd.

De burgemeester kan de vreemdeling wijzen op de mogelijkheid de ontbrekende bescheiden bij de aanvraag per ommegaande (dezelfde dag nog) over te leggen (bijvoorbeeld een ontbrekende pasfoto, of een salarisstrookje dat de vreemdeling thuis of elders heeft laten liggen en waarvan kan worden verwacht dat de vreemdeling het per ommegaande (alsnog) kan overleggen). Met nadruk zij vermeld dat vorenstaande situatie dient te worden onderscheiden van het bieden van herstelverzuim en géén inhoudelijke toets met zich meebrengt voor de burgemeester. Het bieden van herstelverzuim is uitdrukkelijk voorbehouden aan de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND).

Indien de vreemdeling aangeeft de ontbrekende bescheiden niet per ommegaande alsnog te willen overleggen en kenbaar maakt dat hij zijn aanvraag in behandeling wenst te laten nemen, neemt de burgemeester de aanvraag onverkort in ontvangst.

Het innen van de voor de aanvraag verschuldigde leges

Ingevolge artikel 24, tweede lid, Vreemdelingenwet is de vreemdeling leges verschuldigd voor de afdoening van een aanvraag in door de Minister te bepalen gevallen en volgens door die Minister te geven regels. Tevens kan de Minister bepalen dat de vreemdeling voor de afgifte van documenten waaruit het rechtmatig verblijf blijkt leges verschuldigd is. De Minister heeft van deze bevoegdheden gebruik gemaakt bij de artikelen 3.34 en 3.34a tot en met i, Voorschrift Vreemdelingen.

Ingevolge artikel 3.34, 3.34a, 3.34c, 3.34g, tweede lid en 3.34h, Voorschrift Vreemdelingen, worden de leges ter zake van een aanvraag tot verlening van een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd of tot wijziging van de verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd, per aanvraag geheven door de burgemeester van de gemeente waar de vreemdeling woon- of verblijfplaats heeft.

De leges worden geïnd door de burgemeester. Betaling van de leges geschiedt per kas of per pin.

De procedure inzake de leges staat meer uitgebreid beschreven in B1/4.1.2.

Verstrekken ‘sticker Verblijfsaantekeningen Algemeen’

De burgemeester verstrekt de sticker ‘Verblijfsaantekeningen Algemeen’ (bijlage 7g Voorschrift Vreemdelingen) aan de vreemdeling ten bewijze van het feit dat de vreemdeling een aanvraag tot verlening van een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd of een aanvraag tot wijziging van de verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd heeft ingediend. De sticker wordt afgegeven voor een duur die één maand korter is dan de geldigheidsduur van het document voor grensoverschrijding van de vreemdeling, met in beginsel een maximumduur van zes maanden.

De sticker ‘Verblijfsaantekeningen Algemeen’ bevat naast de aantekening omtrent het rechtmatig verblijf als bedoeld in artikel 8, onder f, g, h, en i van de Vreemdelingenwet, tevens informatie omtrent de toegang tot de arbeidsmarkt.

Met nadruk zij vermeld dat de aantekening omtrent de aanmeldingsplicht alsmede de aantekening omtrent de periodieke meldplicht onverkort door de korpschef dan wel de ambtenaar belast met het toezicht worden geplaatst. Hiertoe wordt op de sticker ‘Aantekeningen Toezicht’ (bijlage 7j Voorschrift Vreemdelingen) door de korpschef de datum van de aanmelding en het nummer van het paspoort ingevuld achter de tekst ‘aangemeld op…(datum)’.

Verstrekken sticker ‘Verblijfsaantekeningen Gemeenschapsonderdaan’

De burgemeester plaatst de sticker ‘Verblijfsaantekeningen Gemeenschapsonderdaan’ in het geldige document voor grensoverschrijding van de vreemdeling, of voorziet het reisdocument van een zogeheten inlegvel. De sticker of het inlegvel bevat naast de aantekening omtrent het rechtmatig verblijf, tevens informatie omtrent de toegang tot de arbeidsmarkt.

Maken kopieën van originele stukken die aanvrager toont, inclusief geldig document voor grensoverschrijding en brondocumenten

De burgemeester maakt ten behoeve van de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) een kopie van het door de vreemdeling overgelegde geldige document voor grensoverschrijding alsmede een kopie van de door de vreemdeling overgelegde originele brondocumenten (zoals geboorteakte en de huwelijksakte).

De kopieën van deze bescheiden dienen te worden gewaarmerkt.

Kopiëren van het ondertekende aanvraagformulier

De burgemeester maakt ten behoeve van de vreemdeling een kopie van de pagina van het aanvraagformulier waarop de persoonsgegevens van de aanvrager staan vermeld, alsmede diens handtekening. Deze kopie wordt gewaarmerkt en vervolgens overhandigd aan de vreemdeling.

Verzenden van stukken naar de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND)

De burgemeester draagt zorg voor het doorzenden van de aanvraag naar de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND).

Hij zendt onder meer de volgende bescheiden naar de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND); het originele aanvraagformulier (inclusief de vereiste bijlagen (denk hierbij aan de originele relatieverklaring of de bewustverklaring au pair), de set gewaarmerkte kopieën van het document voor grensoverschrijding en de overgelegde brondocumenten, een kopie van het betalingsbewijs leges en de ingevulde checklist.

Uitreiken van het verblijfsdocument

De burgemeester van de gemeente waar de vreemdeling woon- of verblijfplaats heeft roept de vreemdeling op voor het in ontvangst nemen van het verblijfsdocument.

Het verblijfsdocument wordt alleen in persoon aan de vreemdeling uitgereikt, tegen afgifte van een ontvangstbewijs (Model M76) en - voor zover sprake is van een aanvraag tot wijziging van de verblijfsvergunning - tegen inlevering van het oude verblijfsdocument of tegen overlegging van (een kopie van) een proces-verbaal van aangifte van vermissing van het oude verblijfsdocument. De burgemeester ziet erop toe dat de vreemdeling in persoon, en bij minderjarigheid in bijzijn van zijn wettelijk vertegenwoordiger, het verblijfsdocument in ontvangst neemt. De burgemeester zendt het door de vreemdeling ondertekend ontvangstbewijs (Model M76) naar het Bureau Documenten van de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND).

Algemene informatie verschaffen

Naast bovengenoemde specifieke handelingen verschaft de burgemeester beleidsarme algemene informatie aan de vreemdeling.

B. Indien de aanvraag wordt ingediend bij de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND)

Indien de aanvraag tot het verlenen van een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd ingevolge artikel 3.33a, vierde lid, Voorschrift Vreemdelingen bij een kantoor van de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) wordt ingediend, is het bepaalde in B1 onverkort van toepassing voor zover in deze paragraaf niet anders is bepaald.

Bij het in ontvangst nemen van de aanvraag tot het verlenen van een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd bepaalt de IND-medewerker de voor de aanvraag geldende leges. De vreemdeling wordt in de gelegenheid gesteld de verschuldigde leges per kas of per pin ter plekke aan de kas te voldoen. De vreemdeling dient het bedrag in één keer te voldoen. Betaling in termijnen is niet mogelijk. Na betaling van het verschuldigde bedrag ontvangt de vreemdeling een betalingsbewijs.

Indien de vreemdeling het verschuldigde legesbedrag niet ter plekke per kas of per pin heeft voldaan, stelt de IND-medewerker de vreemdeling ingevolge het bepaalde in artikel 4.5 van de Algemene wet bestuursrecht mondeling in de gelegenheid om het verzuim te herstellen en alsnog ter plekke de verschuldigde leges per kas-of pinbetaling te voldoen. In dat geval is er geen reden om langer herstel verzuim te verlenen dan het tijdsverloop dat in de regel gemoeid is met de handeling van kas- of pinbetaling. Als betrokkene geen gebruik maakt van de hem geboden gelegenheid om het verschuldigde legesbedrag alsnog te voldoen, wordt de aanvraag direct ter plaatse door de IND-medewerker buiten behandeling gesteld.

De aanzegging tot legesbetaling valt niet onder het beschikkingsbegrip. Tegen de beschikking tot buitenbehandelingstelling van de aanvraag, die volgt als geen leges worden voldaan, kan een bezwaarschrift worden ingediend.

Na betaling van de verschuldigde leges vraagt de IND-medewerker aan de vreemdeling – voor zover zulks niet reeds blijkt uit het ingevulde aanvraagformulier - op welke mvv-vrijstellingsgrond hij zich beroept dan wel op welke gronden betrokkene meent dat sprake is van een zodanig bijzonder geval dat vasthouden aan het mvv-vereiste zou getuigen van een bijzondere hardheid (de hardheidsclausule ex artikel 3.71, vierde lid, Vreemdelingenbesluit 2000) indien en voor zover betrokkene zich daarop beroept. Conform het bepaalde in B1/1.2.2 dient betrokkene reeds bij het indienen van de aanvraag het verzoek om mvv-vrijstelling met feiten en omstandigheden te onderbouwen en van die feiten en omstandigheden tenminste een begin van bewijs te leveren.

Indien de aangevoerde feiten en omstandigheden reeds op voorhand niet kunnen leiden tot vrijstelling van het mvv-vereiste, zal de IND-medewerker direct ter plaatse een afwijzende beschikking uitreiken aan betrokkene.

Indien de aangevoerde feiten en omstandigheden daartoe aanleiding geven, zal de vreemdeling in de gelegenheid worden gesteld het beroep op de mvv-vrijstelling (alsnog) nader te onderbouwen met bescheiden of anderszins.

Indien de aanvraag niet meteen ter plaatse kan worden afgedaan omdat nader onderzoek aangewezen is, zal de IND-medewerker de vreemdeling de Sticker “Verblijfsaantekeningen Algemeen” (bijlage 7g Voorschrift Vreemdelingen) verstrekken ten bewijze van het feit dat de vreemdeling rechtmatig verblijf heeft gedurende de behandeling van de aanvraag.

De IND-medewerker maakt tevens ten behoeve van de aanvrager een kopie van de pagina van het aanvraagformulier waarop de persoonsgegevens van de aanvrager alsmede diens handtekening staan vermeld. Deze kopie wordt gewaarmerkt en vervolgens overhandigd aan de vreemdeling.

Voor zover de vreemdeling nog geen onderzoek naar tuberculose aan de ademhalingsorganen heeft ondergaan en hij daarvan evenmin is vrijgesteld, verwijst de IND-medewerker de vreemdeling door naar de meest nabij gelegen Gemeenschappelijke Gezondheidsdienst met gebruikmaking van het formulier M38.

C

Paragraaf B1/4.4.1.2.1 Vreemdelingencirculaire 2000 komt te luiden:

4.1.2.1 Procedure leges

Procedure bij aanvraag bij de burgemeester tot het verlenen van een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd of tot het wijzigen van de verblijfsvergunning

Bij het in ontvangst nemen van de aanvraag tot het verlenen of het wijzigen van een verblijfsvergunning bepaalt de burgemeester de voor de aanvraag geldende leges. De vreemdeling wordt in de gelegenheid gesteld de verschuldigde leges per kas of per pin ter plekke aan de kas te voldoen. De vreemdeling dient het verschuldigde bedrag in één keer te voldoen. Betaling in termijnen is niet mogelijk. Na betaling van het verschuldigde bedrag ontvangt de vreemdeling een betalingsbewijs.

Indien de vreemdeling het verschuldigde legesbedrag niet ter plekke per kas of per pin heeft voldaan, zendt de burgemeester de aanvraag onverkort door naar de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) onder vermelding van het feit dat de leges nog niet zijn voldaan.

Indien de vreemdeling de leges niet heeft voldaan bij de burgemeester, worden de leges alsnog geïnd door KPMG, welke organisatie ten behoeve van de Minister administratieve ondersteuning verleent bij de inning van de leges.

Op grond van de door de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) verstrekte gegevens wordt vervolgens door KPMG binnen drie werkdagen een factuur met een acceptgiro vervaardigd die aan de vreemdeling wordt toegezonden. Deze factuur betreft tevens de ontvangstbevestiging van de aanvraag.

De aanvrager wordt daarbij een termijn gesteld van vier weken om het legesbedrag te voldoen. Indien hij de leges na ommekomst van deze periode niet heeft betaald, dan wordt een aanmaning om binnen twee weken alsnog te betalen toegezonden. Deze aanmaning (door KPMG) geldt als het bieden van gelegenheid tot herstel van verzuim. Indien een vreemdeling in de loop van de procedure een aanvraag indient tot het verlenen van een verblijfsvergunning voor een ander verblijfsdoel, dienen opnieuw leges te worden betaald.

Nadat KPMG aan de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) heeft bericht dat voor de desbetreffende aanvraag de volledige leges zijn ontvangen, wordt de aanvraag tot het verlenen van een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd of tot wijziging van de verblijfsvergunning ter hand genomen, mits aan de overige voorwaarden voor het in behandeling nemen van de aanvraag wordt voldaan.

Indien de verschuldigde leges ter afdoening van de aanvraag tot het verlenen van een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd of tot het wijzigen van de verblijfsvergunning regulier niet of onvolledig zijn betaald, meldt KPMG dit aan de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) na het verstrijken van de betalingstermijn.

Indien de vreemdeling in bewaring is gesteld en een aanvraag indient, worden met het oog op de efficiënte afdoening van de aanvraag geen leges geheven. Zie voor de procedure ter zake van het indienen van een aanvraag in de situatie waarin de vreemdeling in bewaring is gesteld A3/3.8.3 en B1/4.1.1.3. Op de aanvraag wordt onverwijld beslist, opdat – indien de aanvraag niet wordt ingewilligd – de feitelijke uitzetting doorgang kan vinden.

In gevallen waarin – na een voor de vreemdeling onaantastbaar geworden (ongunstige) beschikking – een aanvraag wordt gedaan om alsnog een voor de vreemdeling gunstige beschikking te verkrijgen, is sprake van een nieuwe aanvraag in de zin van artikel 4:6 van de Algemene wet bestuursrecht, ter zake waarvan (wederom) leges zijn verschuldigd.

De aanzegging tot legesbetaling valt niet onder het beschikkingsbegrip. Tegen de beschikking tot buitenbehandelingstelling van de aanvraag, die volgt als geen leges worden voldaan, kan een bezwaarschrift worden ingediend.

Ten aanzien van de procedure die gevolgd wordt indien de aanvraag tot het verlenen van een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd wordt ingediend bij een kantoor van de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND), zij verwezen naar het bepaalde in B1/4.1.1.9 onder B.

Procedure legesinning mvv

Over de legesinning in het geval van aanvragen tot het verlenen van een mvv zijn door de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) afspraken gemaakt met het ministerie van Buitenlandse Zaken. De leges voor het behandelen van een mvv-aanvraag worden geheven namens de minister van Buitenlandse Zaken en zijn opgenomen in de Regeling op de Consulaire Tarieven. De afspraken houden in dat de voor het behandelen van een mvv-aanvraag verschuldigde leges door de vreemdeling gestort of overgeboekt worden op een rekeningnummer van de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) in Nederland. De Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) verrekent de ontvangen legesbedragen met het ministerie van Buitenlandse Zaken.

Tevens wordt in het kader van een verzoek om advies aan de referent van de vreemdeling, ten behoeve van wie een positief advies is afgegeven, de mogelijkheid geboden om de leges die verschuldigd zijn voor de door de vreemdeling in te dienen mvv-aanvraag, te voldoen. Als de referent niet bereid is de leges te voldoen, dient de vreemdeling in het kader van de aanvraagprocedure voor het verlenen van een mvv de verschuldigde leges op de bovenomschreven wijze te voldoen.

In het kader van verblijf als kennismigrant wordt, in het kader van een verzoek om advies ten behoeve van het verlenen van een mvv aan een vreemdeling die verblijf als kennismigrant beoogt, met het oog op een snelle procedure aan referenten de mogelijkheid van betaling door middel van automatische incasso geboden. De referent is niet gehouden om in het kader van een adviesprocedure de leges voor de mvv-aanvraag te voldoen ten behoeve van een vreemdeling, nu de mvv-aanvraag formeel nog niet is ingediend en deze leges door de vreemdeling zelf verschuldigd zijn.

Procedure bij aanvraag tot verlenging van de geldigheidsduur van de verblijfsvergunning regulier en bij aanvraag tot verlening van een verblijfsvergunning regulier voor onbepaalde tijd.

De aanvraag tot het verlengen van de geldigheidsduur van de verblijfsvergunning regulier wordt rechtstreeks naar de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) gezonden. De aanvraag tot verlening van een verblijfsvergunning regulier voor onbepaalde tijd wordt eveneens rechtstreeks naar de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) gezonden.

Het innen van de leges geschiedt door KPMG, welke organisatie ten behoeve van de Minister administratieve ondersteuning verleent bij de inning van de legesgelden. Op grond van de door de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) verstrekte gegevens wordt vervolgens door KPMG binnen drie werkdagen een factuur met een acceptgiro vervaardigd die aan de vreemdeling wordt toegezonden.

Deze factuur betreft tevens de ontvangstbevestiging van de aanvraag.

De aanvrager wordt daarbij een termijn gesteld van vier weken om het legesbedrag te voldoen. Indien hij de leges na ommekomst van deze periode niet heeft betaald, dan wordt door KPMG een aanmaning gestuurd om binnen twee weken alsnog te betalen. Deze aanmaning geldt als het bieden van gelegenheid tot herstel van verzuim.

Nadat KPMG aan de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) heeft bericht dat voor de betreffende aanvraag de volledige leges zijn ontvangen, wordt de aanvraag tot verlenging van de geldigheidsduur van de verblijfsvergunning regulier of tot verlening van een verblijfsvergunning regulier voor onbepaalde tijd ter hand genomen, mits aan de overige voorwaarden voor het in behandeling nemen van de aanvraag wordt voldaan.

Indien de verschuldigde leges ter afdoening van de aanvraag tot het verlenen van een verblijfsvergunning regulier voor onbepaalde tijd of tot het verlengen van de geldigheidsduur van de verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd niet of niet volledig zijn betaald, meldt KPMG dit aan de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) na het verstrijken van de betalingstermijn.

Indien de vreemdeling in bewaring is gesteld en een aanvraag indient, worden met het oog op de efficiënte afdoening van de aanvraag geen leges geheven. Zie A3/3.8.3 en B1/4.1.1.3 voor de procedure ter zake van het indienen van een aanvraag in de situatie waarin de vreemdeling in bewaring is gesteld. Op de aanvraag wordt onverwijld beslist, opdat – indien de aanvraag niet wordt ingewilligd – de feitelijke uitzetting doorgang kan vinden.

In gevallen waarin – na een voor de vreemdeling onaantastbaar geworden (ongunstige) beschikking – een aanvraag wordt gedaan om alsnog een voor de vreemdeling gunstige beschikking te verkrijgen, is sprake van een nieuwe aanvraag in de zin van artikel 4:6 van de Algemene wet bestuursrecht, ter zake waarvan (wederom) leges zijn verschuldigd.

De aanzegging tot legesbetaling valt niet onder het beschikkingsbegrip. Tegen de beschikking tot buitenbehandelingstelling van de aanvraag, die volgt als geen leges worden voldaan, kan een bezwaarschrift worden ingediend.

D

Paragraaf B1/4.2.1 Vreemdelingencirculaire 2000 komt te luiden:

4.2.1 Herstel verzuim

Indien niet wordt voldaan aan de vereisten voor het in behandeling nemen van de aanvraag – bijvoorbeeld omdat de leges niet zijn voldaan, de aanvraag niet is ondertekend of niet de nodige gegevens bevat – wordt de aanvrager een redelijke termijn gegeven om dat verzuim te herstellen. De redelijke termijn is niet bedoeld om de vreemdeling de gelegenheid te bieden alsnog aan bepaalde inhoudelijke voorwaarden te gaan voldoen.

In het algemeen is een termijn van twee weken redelijk. Zie evenwel het bepaalde in B1/4.1.1.9 onder B ten aanzien van de procedure inzake de legesbetaling indien de aanvraag wordt ingediend bij een kantoor van de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND).

Voor het geval dat de leges niet zijn voldaan geldt - behoudens het bepaalde in B1/4.1.1.9 onder B - de aanmaning door KPMG als het bieden van gelegenheid tot herstel van verzuim. Zie ook B1/4.1.2, procedure leges.

Indien de wettelijke vertegenwoordiging van een minderjarige geregeld moet worden, wordt een termijn van drie maanden gegeven. Zie ook B1/4.1.1.5, ondertekening van de aanvraag.

De beslissing om een nadere aanvulling van de aanvraag te verlangen, is een voorbereidingshandeling waartegen geen bezwaar kan worden gemaakt (artikel 6:3 Algemene wet bestuursrecht).

Indien de leges zijn voldaan, maar een ander gebrek niet wordt hersteld, kan de aanvraag buiten behandeling worden gelaten (artikel 4:5 Algemene wet bestuursrecht). Indien hiertoe wordt besloten dient de aanvrager binnen vier weken na ommekomst van de gegunde termijn, dan wel nadat de aanvrager heeft gereageerd, hiervan bij beschikking in kennis te worden gesteld. Na ommekomst van de hier genoemde termijn van vier weken dient de aanvraag in behandeling te worden genomen. Het bedoelde, niet herstelde gebrek wordt dan een afwijzingsgrond omdat niet is aangetoond dat aan de voorwaarden voor verlening, verlenging of wijziging is voldaan.

Indien evenwel de leges niet zijn voldaan binnen de daartoe gegeven termijn, de gegeven termijn voor herstel inbegrepen, wordt op grond van artikel 24, tweede lid, Vreemdelingenwet de aanvraag niet in behandeling genomen, dan wel wordt het document niet afgegeven. Artikel 24, tweede lid, Vreemdelingenwet schrijft dwingend voor om van de bij artikel 4:5 Algemene wet bestuursrecht gegeven bevoegdheid om de aanvraag buiten behandeling te laten, gebruik te maken. De op grond van artikel 24, tweede lid, Vreemdelingenwet gegeven bevoegdheid om de aanvraag buiten behandeling te laten, wordt gezien het dwingende karakter van deze bepaling en vanwege het ontbreken van een afwijzingsgrond in de Vreemdelingenwet wegens het niet voldoen van leges, niet beperkt door de in artikel 4:5 Algemene Wet bestuursrecht genoemde termijn van vier weken na ommekomst van de gegunde termijn, dan wel nadat de aanvrager heeft gereageerd.

Indien de vreemdeling niet aanstonds een geldig document voor grensoverschrijding over kan leggen, bedraagt de redelijke termijn in beginsel vier weken. Een kortere termijn kan echter worden gesteld, indien de omstandigheden daartoe aanleiding geven, bijvoorbeeld indien de vreemdeling binnen een kortere periode een geldig document over kan leggen, ter fine van uitzetting in bewaring is gesteld, of het een herhaalde aanvraag betreft. Ook hier betreft het een afwijzingsgrond.

Geen herstel verzuim

Geen termijn wordt echter gegeven indien van te voren reeds vast staat dat aan een bepaalde voorwaarde niet wordt voldaan, bijvoorbeeld omdat de vreemdeling niet beschikt over een geldige machtiging tot voorlopig verblijf. In dat geval kan het gebrek niet worden hersteld. Dit moet worden onderscheiden van het onderbouwen van een beroep op een vrijstellingsgrond en op toepassing van de hardheidsclausule. Zie daarover ook B1/1.2.2. Het niet voldoen aan een voorwaarde vormt veelal een afwijzingsgrond.

Indien de relatie is verbroken met degene bij wie verblijf wordt beoogd, is niet voldaan aan een voorwaarde voor verlening van de verblijfsvergunning en geen sprake van verzuim.

Verlenging

De termijn die gegeven wordt om de aanvraag aan te vullen kan in beginsel worden verlengd. Daarvoor zullen uiteraard bijzonder goede redenen aanwezig moeten zijn. Indien de reeds gegeven termijn redelijk is geweest en de aanvraag toch niet is aangevuld, zal er in het algemeen echter geen aanleiding bestaan om die termijn te verlengen.

E

In het hoofdstuk Bijzonder beleid Vreemdelingencirculaire 2000 komt WBV 2005/21 te vervallen.

Artikel II

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst en treedt in werking met ingang van 1 februari 2006.

Den Haag, 30 januari 2006.
De Minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie,
namens deze,
de directeur-generaalInternationale Aangelegenheden en Vreemdelingenzaken, R.K. Visser.

Toelichting bij Wijziging 2006/7

Algemeen

De daling van het aantal asielaanvragen in de afgelopen jaren en de verkorting van de behandelduur van asielaanvragen is gepaard gegaan met een aanzienlijke toename van het aantal – al dan niet door tussenkomst van commercieel opererende derden – reguliere aanvragen door vreemdelingen die niet in het bezit zijn van een geldige machtiging tot voorlopig verblijf (hierna: mvv). In toenemende mate wordt een dergelijke aanvraag ingediend met geen ander doel dan het tijdelijk verkrijgen van rechtmatig verblijf gedurende de behandeling daarvan en daarmee de tijdelijke opschorting van de uitzetting. Deze ontwikkeling staat een doelmatig uitzettingsbeleid ter bestrijding van illegaal verblijf in de weg en holt bovendien het (in artikel 16, eerste lid, onder a, van de Vreemdelingenwet 2000 verankerde) vereiste uit dat vreemdelingen die langer dan drie maanden in Nederland willen verblijven, daarvoor in het bezit moeten zijn van een geldige mvv die in het land van herkomst of bestendig verblijf moet worden aangevraagd en afgewacht.

In het kader van de aanpak van het oneigenlijk gebruik van de reguliere toelatingsprocedure is derhalve in de zomer van 2005 een pilot uitgevoerd waarbij in samenwerking met de gemeenten Amsterdam en Delft aanvragen van mvv-plichtige vreemdelingen niet meer bij de burgemeester van deze gemeenten werden ingediend, maar rechtstreeks bij het kantoor van de Immigratie- en Naturalisatiedienst (hierna: IND) te Hoofddorp (zie Staatscourant 28 april 2005. nr 82 juncto Staatscourant 31 mei 2005, nr 102 alsmede Staatscourant 29 april 2005, nr 83).

Naar aanleiding van de positieve resultaten heeft het kabinet besloten deze werkwijze te continueren en gefaseerd uit te breiden tot een landelijke werkwijze.

Daartoe is artikel 3.33a, vierde lid, van het Voorschrift Vreemdelingen 2000 gewijzigd.

Op de voet van deze wijziging wordt ook de Vreemdelingencirculaire 2000 aangepast.

In het onderhavig wijzigingsbesluit is het nieuwe werkproces en het daarop aangepaste beleid uiteengezet.

Artikelsgewijs

A

Hoofdregel is dat de indiening van een aanvraag om verlening van een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd wordt ingediend bij de burgemeester van de gemeente waar de vreemdeling woon- of verblijfplaats heeft. Op deze hoofdregel zijn in het Voorschrift Vreemdelingen reeds enkel uitzonderingen opgenomen, bijvoorbeeld voor slachtoffers voor mensenhandel en kennismigranten.

Thans wordt in aanvulling op deze uitzonderingen in het Voorschrift Vreemdelingen bepaald dat de aanvraag van een vreemdeling die niet in het bezit is van de vereiste mvv, voortaan moet worden ingediend bij een kantoor van de IND. Met de onderhavige wijziging wordt deze aanpassing van het Voorschrift Vreemdelingen verwerkt in de Vreemdelingencirculaire.

Zoals al vermeld, zal deze werkwijze gefaseerd landelijk worden ingevoerd. Gelet hierop is omwille van de efficiency in een tabel in een aparte bijlage (bijlage 18) van het Voorschrift Vreemdelingen vermeld voor welke gemeente deze regeling geldt met het daarmee corresponderende kantoor van de IND. Bij toekomstige uitbreidingen van deze werkwijze zal daardoor enkel aanpassing van de bijlage noodzakelijk zijn en hoeft de Vreemdelingencirculaire niet gewijzigd te worden.

Op dit moment geldt dat aanvragen van vreemdelingen die niet in het bezit zijn van de vereiste mvv en die woon- of verblijfplaats hebben in de gemeente Amsterdam, Diemen, Delft respectievelijk ’s-Gravenhage, moeten worden ingediend bij het kantoor van de IND te Hoofddorp respectievelijk Rijswijk.

Alvorens de aanvraag in persoon te kunnen indienen zal de vreemdeling daartoe eerst telefonisch een afspraak dienen te maken (023- 888 9090 voor het kantoor te Hoofddorp en 070- 370 3788 voor het kantoor te Rijswijk).

Deze verplichting geldt niet voor de vreemdeling die de nationaliteit bezit van één van de door de Minister van Buitenlandse Zaken aangewezen landen dan wel de vreemdeling die gemeenschapsonderdaan is. Voor deze vreemdelingen geldt het mvv-vereiste niet, terwijl deze categorieën vreemdelingen voorts voor de gemeente-ambtenaar eenvoudig te onderscheiden zijn zonder dat daarvoor nader onderzoek noodzakelijk is hetgeen in beginsel wel het geval is bij de andere vrijstellingsgronden van het mvv-vereiste.

Naar verwachting zal door deze wijziging van de plaats van indiening de afhandeling van deze aanvragen aanmerkelijk sneller geschieden. De aanvraag hoeft nu immers niet door de gemeente ter verdere afhandeling te worden doorgezonden naar de IND, maar kan zo mogelijk meteen worden afgedaan op de plaats van indiening ten kantore van de IND. Door dit lik-op-stuk-beleid wordt naar verwachting het oneigenlijk gebruik van de reguliere aanvraagprocedure aanzienlijk ontmoedigd.

Voor zover niet meteen beslist kan worden op de aanvraag, zal de vreemdeling in het bezit worden gesteld van een bewijs waaruit het rechtmatig verblijf blijkt gedurende de behandeling van de aanvraag.

B, C, en D

In de onderhavige artikelen wordt een uiteenzetting gegeven van het werkproces zoals deze geldt bij de aanvragen voor een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd die rechtstreeks bij een kantoor van de IND worden ingediend.

De IND-medewerker zal onder meer het voor de aanvraag verschuldigde legesbedrag innen. In het kader van het lik-op-stuk-beleid zal daarbij – in afwijking van de hoofdregel dat daarvoor in beginsel een termijn van twee weken wordt gegund - een korte herstel verzuim mogelijkheid worden geboden om alsnog ter plekke de verschuldigde leges te voldoen. De aanvrager moet immers eerst telefonisch een afspraak maken alvorens de aanvraag ingediend kan worden. In dat gesprek wordt hem reeds te kennen gegeven dat leges verschuldigd zijn die ter plaatse voldaan moeten worden vóórdat de aanvraag in behandeling kan worden genomen. De aanvrager kan en moet er derhalve van tevoren rekening mee houden dat hij bij het indienen van de aanvraag voldoende financiële middelen bij zich heeft.

Indien de leges zijn voldaan, zal de IND-medewerker ter plaatse beoordelen of op voorhand al duidelijk is dat er geen aanleiding is om tot vrijstelling van het mvv-vereiste over te gaan en in dat geval direct een afwijzende beschikking uitreiken aan de aanvrager. Ingevolge het bepaalde in B1/4.2.1 wordt er immers geen termijn gegeven indien van tevoren reeds vast staat dat aan een bepaalde voorwaarde, in casu het mvv-vereiste, niet wordt voldaan en dit gebrek ook niet meer hersteld kan worden.

E

De in WBV 2005/21 beschreven werkwijze is verwerkt in onderhavige wijziging van de Vreemdelingencirculaire, zodat deze kan vervallen.

De Minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie

namens deze,

de directeur-generaalInternationale Aangelegenheden en Vreemdelingenzaken,

R.K. Visser

Naar boven