Nadere regels uitvoering negatief vermogen

1 februari 2006

Nadere regels inzake de wijze waarop het College sanering zorginstellingen uitvoering geeft bij verzoeken om subsidie van een negatief vermogen door ambulancediensten of door Centrale posten voor het ambulancevervoer (Nadere regels uitvoering negatief vermogen)

Nadere regels inzake de wijze waarop het College sanering zorginstellingen invulling geeft aan artikel 12a van de Wet ambulancevervoer j° artikel 17 van de Wet toelating zorginstellingen (WTZi) j° hoofdstuk VIII van het Uitvoeringsbesluit WTZi

Het College sanering zorginstellingen,

Gelet op artikel 12a van de Wet ambulancevervoer j° artikel 17 van de Wet toelating zorginstellingen (WTZi) j° hoofdstuk VIII van het Uitvoeringsbesluit WTZi;

Besluit:

Artikel 1

In deze Nadere regels uitvoering negatief vermogen wordt verstaan onder:

a. College:

het College sanering zorginstellingen, zoals genoemd in de Wet toelating zorginstellingen;

b. Centrale post voor het ambulancevervoer:

de centrale post voor het ambulancevervoer, zoals genoemd in de Wet ambulancevervoer;

c. Ambulancedienst:

instelling met een vergunning tot het verrichten van ambulancevervoer, zoals genoemd in de Wet ambulancevervoer;

d. Negatief vermogen:

het negatief saldo van de Reserve aanvaardbare kosten en het genormaliseerde eigen vermogen tezamen;

e. Reserve aanvaardbare kosten:

het cumulatieve verschil tussen het budget op basis van de Wet tarieven gezondheidszorg en de werkelijke kosten;

f. Normaliseren:

het aanpassen van de waarderingsgrondslagen zoals deze door de instelling is toegepast naar de waarderingsgrondslagen zoals in de Nadere regels gegevens negatief vermogen voorgeschreven;

g. Sluitingsbalans:

de balans per datum beëindiging dienstverlening inzake ambulancehulpverlening.

Artikel 2

a. Het genormaliseerde vermogen op 31 december 2000 moet negatief zijn om in aanmerking te komen voor subsidieverlening. Voorwaarde is voorts dat een goedkeurende accountantsverklaring bij de jaarrekening 2000 alsmede bij de genormaliseerde vermogensopstelling per 31 december 2000 wordt overgelegd waaruit dit genormaliseerde negatieve vermogen blijkt.

b. Een wijziging van het genormaliseerde negatief vermogen ná 31 december 2000 zal bij de subsidieverlening in aanmerking worden genomen.

c. De hoogte van de subsidievaststelling met betrekking tot het onderdeel negatief vermogen bedraagt maximaal het genormaliseerde negatief vermogen per datum beëindiging dienstverlening inzake ambulancehulpverlening.

d. Indien er per 31 december 2000 geen genormaliseerd negatief vermogen bestaat, maar een genormaliseerd negatief vermogen is ontstaan ná 31 december 2000, dan komt dit ná 31 december 2000 gevormde negatief vermogen niet voor subsidie in aanmerking.

e. Indien door de accountant géén goedkeurende accountantsverklaring bij de jaarrekening 2000 alsmede bij de genormaliseerde vermogensopstelling per 31 december 2000 is afgegeven, dan komt het genormaliseerde negatief vermogen niet voor compensatie in aanmerking.

Artikel 3

Het College zal niet eerder tot subsidievaststelling overgaan dan nadat de definitieve aanvaarbare kosten en de opbrengstresultaten tot en met de sluitingsbalans door de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) zijn vastgesteld.

Artikel 4

Deze regeling treedt in werking na bekendmaking in de Nederlandse Staatscourant en werkt terug tot en met 1 januari 2006.

De Nadere regels uitvoering negatief vermogen zijn vastgesteld door het College sanering zorginstellingen in zijn vergadering van 1 februari 2006 en conform artikel 17, lid 5, van de Wet toelating zorginstellingen goedgekeurd door de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, d.d. 10 oktober 2006.

Toelichting

Met deze regeling vindt aanpassing plaats aan de per 1 januari 2006 geldende Wet toelating zorginstellingen.

Nieuwe aanmeldingen kunnen niet meer plaatsvinden; de aanmeldingstermijn is op 1 januari 2003 gesloten. De gewijzigde tekst geldt dus slechts voor de afwikkeling van reeds vóór 1 januari 2003 bij het College sanering ingediende subsidieaanvragen.

Ad 1d

Het (gewijzigde) Besluit sanering instellingen voor gezondheidszorg, zoals dit gold tot 1 januari 2006 gaf aan dat het College sanering ziekenhuisvoorzieningen bij de vaststelling van de lasten terzake van sanering ‘tevens in beschouwing (neemt) negatief vermogen’.

Het College sanering gaat er hierbij van uit, dat indien wordt gesproken van ‘vermogen’ bedoeld is: het negatief saldo van de Reserve aanvaardbare kosten (RAK) en het genormaliseerde eigen vermogen tezamen.

Ad 2e

Het vorengenoemde (gewijzigde) Besluit instellingen voor gezondheidszorg gaf aan, dat er sprake moet zijn van een goedkeurende accountantsverklaring en dat derhalve andere verklaringen van accountants, zoals samenstellingsverklaringen, beoordelingsverklaringen en verklaringen met oordeelsonthoudingen, etc. niet voldoen.

Ad 3

Door de uitbreiding van de saneringsregeling, zoals verwoord in artikel 7a van eerdergenoemd Besluit sanering instellingen voor gezondheidszorg, wordt de RAK in de vergoeding betrokken. Dit valt normaal onder de verantwoordelijkheid van de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa). De RAK wordt dan veelal overgenomen door de organisatie die de taken van de gesloten instellingen overneemt. In overleg met de NZa wordt dan met de overnemende organisatie een oplossing gevonden voor een eventuele negatieve RAK-positie.

Bij de uitvoering van de verruimde saneringsregeling neemt het College sanering zorginstellingen de aanvulling van de RAK over. Dat kan pas als de laatste verrekening met de NZa heeft plaatsgevonden.

Naar boven