Regeling afgifte bromfietscertificaten

Regeling van de Minister van Verkeer en Waterstaat, houdende nadere bepalingen met betrekking tot de afgifte van bromfietscertificaten alsmede de implementatie van richtlijn nr. 2005/55/EG inzake de emissie van verontreinigende gassen en deeltjes door voertuigmotoren met compressieontsteking en de emissie van verontreinigende gassen door op aardgas of vloeibaar petroleumgas lopende voertuigmotoren met elektrische ontsteking (Regeling afgifte bromfietscertificaten)

24 oktober 2006

Nr. HDJZ/AWW/2006-1633

Hoofddirectie Juridische Zaken

De Minister van Verkeer en Waterstaat,

Gelet op artikel VB, eerste lid, van de wet van 28 juni 2006 tot wijziging van de Wegenverkeerswet 1994 in verband met de invoering van een bromfietsrijbewijs (Stb. 322);

Gelet op richtlijn nr. 2005/55/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 28 september 2005 inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten met betrekking tot maatregelen tegen de emissie van verontreinigende gassen en deeltjes door voertuigmotoren met compressieontsteking en de emissie van verontreinigende gassen door op aardgas of vloeibaar petroleumgas lopende voertuigmotoren met elektrische ontsteking (PbEU L 275) en artikel 2.2, eerste lid, onderdeel a, van het Voertuigreglement;

Besluit:

Artikel 1

De afgifte van bromfietscertificaten in de gevallen bedoeld in artikel VB van de wet 28 juni 2006 tot wijziging van de Wegenverkeerswet 1994 in verband met de invoering van een bromfietsrijbewijs (Stb. 322) geschiedt overeenkomstig de bepalingen die golden tot het tijdstip van inwerkingtreding van dat artikel, met dien verstande dat:

a. een bromfietscertificaat alleen wordt uitgereikt aan personen die niet voldoen aan de eis van artikel 111, derde lid, van de Wegenverkeerswet 1994;

b. de aanvrager moet zijn ingeschreven in de gemeentelijke basisadministratie;

c. in het rijbewijzenregister ten aanzien van de aanvrager een verklaring van rijvaardigheid is geregistreerd en dat dit door het CBR wordt nagegaan;

d. de aanmaak van het bromfietscertificaat centraal plaatsvindt en het bromfietscertificaat via de post aan de aanvrager wordt toegezonden;

e. voor het voor het bromfietscertificaat te betalen tarief wordt aangesloten bij het tarief dat is vastgesteld voor de vervangende bromfietscertificaten.

Artikel 2

In artikel 4c, vijfde lid, onderdeel b, van de Kleine serie-regeling1 wordt ‘richtlijn 88/77/EEG’ vervangen door: richtlijn 2005/55/EG.

Artikel 3

1. Indien artikel IVA van het bij koninklijke boodschap van 6 maart 2006 ingediende voorstel van wet tot wijziging van de Wegenverkeerswet 1994 en enkele verwante wetten op een aantal punten van uiteenlopende aard (Kamerstukken II 2005/06, 30 476) nadat het tot wet is verheven, in werking treedt, treedt artikel 1 van deze regeling op hetzelfde tijdstip in werking en werkt terug tot en met 1 oktober 2006.

2. Artikel 2 treedt in werking met ingang van 9 november 2006. Indien de Staatscourant waarin deze regeling wordt geplaatst, wordt uitgegeven na 7 november 2006, treedt artikel 2 in werking met ingang van de tweede dag na de datum van de Staatscourant waarin deze regeling wordt gepubliceerd en werkt deze wijziging terug tot en met 9 november 2006.

Artikel 4

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling afgifte bromfietscertificaten.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Verkeer en Waterstaat, K.M.H. Peijs.

Toelichting

Inleiding

Door de vervanging van het bromfietscertificaat door het bromfietsrijbewijs zullen de algemene eisen voor afgifte van rijbewijzen, dus ook de eis, als bedoeld in artikel 111, derde lid, van de Wegenverkeerswet 1994, gelden voor de afgifte van een bromfietsrijbewijs. Dit heeft tot gevolg dat vreemdelingen, als bedoeld in artikel 8, onderdelen e tot en met k, van de Vreemdelingenwet 2000, die tot 1 oktober 2000 nog wel een bromfietscertificaat konden krijgen, na die datum geen bromfietsrijbewijs kunnen behalen. Aan het verkrijgen van een rijbewijs worden, omdat het hier tevens een document betreft in de zin van de Wet op de identificatieplicht, zwaardere eisen gesteld omtrent het verblijf dan aan het bromfietscertificaat.

Om deze personen in staat te stellen alsnog legaal als bestuurder van een bromfiets aan het verkeer te kunnen laten deelnemen – vanuit verkeersveiligheidsoverwegingen zal hiertegen geen bezwaar bestaan – is in artikel VB van de Wet van 28 juni 2006 tot wijziging van de Wegenverkeerswet 1994 in verband met de invoering van een bromfietsrijbewijs (Stb. 322) voorzien in de mogelijkheid om aan deze personen gedurende een periode van maximaal drie jaar nog een bromfietscertificaat af te geven. Voorzien is in een nadere uitwerking van de afgifteprocedure voor deze bromfietscertificaten bij ministeriële regeling, omdat afgifte van deze bromfietscertificaten niet geheel volgens de tot 1 oktober 2006 gevolgde procedure zal kunnen plaatsvinden. Deze voorziening is in het bij koninklijke boodschap van 6 maart 2006 ingediende voorstel van wet tot wijziging van de Wegenverkeerswet 1994 op enkele punten van uiteenlopende aard (Kamerstukken II 2005/06, 30 476) opgenomen in artikel VB van de Wet van 28 juni 2006 tot wijziging van de Wegenverkeerswet 1994 in verband met de invoering van een bromfietsrijbewijs (Stb. 322).

Te volgen procedure voor de afgifte van bromfietscertificaten in bijzondere gevallen

Alle kandidaten, dus ook de vreemdelingen, moeten in de gemeentelijke basisadministratie (GBA) zijn ingeschreven om aan het examen te kunnen deelnemen. Als dat niet het geval is, zal de betrokken kandidaat daarvoor eerst moeten zorg dragen. Voorafgaand aan het theorie-examen zal de betrokken kandidaat zich moeten legitimeren. Dat kan hij doen door bijvoorbeeld gebruik te maken van een op naam van de aanvrager gesteld identiteitsdocument als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder 1°, 2° of 3°, van de Wet op de identificatieplicht. Het betreft hier dezelfde documenten als tot 1oktober vereist waren voor toelating tot het bromfietsexamen. In deze zin is er geen verandering ten opzichte van de situatie tot 1 oktober 2006.

Als de betrokken kandidaat is geslaagd voor het theorie-examen, is ten aanzien van hem een verklaring van rijvaardigheid geregistreerd in het rijbewijzenregister, en hij voldoet verder aan de eisen van artikel 111, derde lid, van de Wegenverkeerswet 1994 (en hij beschikt dus over document I, II, III of IV zoals bedoeld in bijlage 7a, 7b, 7c of 7d bij het Voorschrift Vreemdelingen 2000), wordt meegedeeld dat hij recht heeft op een rijbewijs voor de categorie AM. Betrokkene kan dan naar het gemeentehuis om daar het rijbewijs AM aan te vragen.

Beschikt de kandidaat niet over één van die documenten I tot en met IV, maar wel over een van de hierna te noemen documenten, dan kan heeft hij recht op afgifte van een bromfietscertificaat met een geldigheidsduur van maximaal drie jaar. Het gaat hierbij om de volgende documenten:

– een W-document als bedoeld in artikel 3.3, eerste lid, onderdeel a, van het Voorschrift vreemdelingen 2000, van het model dat als bijlage 7f bij die regeling is gevoegd;

– een W2-document als bedoeld in artikel 3.3, eerste lid, onderdelen b en c, 3.5, onderdeel a, of 3.6, onderdeel a, van het Voorschrift vreemdelingen 2000, van het model dat als bijlage 7f2 bij die regeling is bijgevoegd;

– een sticker Verblijfsaantekeningen Algemeen als bedoeld in artikel 3.3, eerste lid, onderdeel d, artikel 3.4, eerste lid, (met de in het tweede lid bedoelde aantekening), artikel 3.5, onderdeel b (met aantekening) of artikel 3.6. onderdeel b (met aantekening) van het Voorschrift vreemdelingen 2000, van het model dat als bijlage 7g bij die regeling is bijgevoegd;

– een sticker Verblijfsaantekeningen Vervolgprocedures als bedoeld in artikel 3.3, eerste lid, onderdeel e, van het Voorschrift vreemdelingen 2000, van het model dat als bijlage 7i bij die regeling is bijgevoegd.

Ten aanzien van deze laatste twee documenten geldt overigens dat zij uitsluitend in combinatie met een paspoort of een of W2-document mogen worden gebruikt.

Betrokkene wordt, bij een wijziging in zijn status in de afgelopen weken, aangeraden eerst bij zijn gemeente na te vragen of hij als gevolg van de wijziging in zijn status inmiddels recht heeft gekregen op afgifte van een rijbewijs voor de categorie AM. In het laatste geval ontvangt de geslaagde kandidaat een rijbewijs. Is dat niet het geval, dan komt hij terug bij het CBR en kan een bromfietscertificaat worden aangemaakt. In alle gevallen checkt het CBR voor afgifte van een bromfietscertificaat of ten aanzien van de aanvrager een verklaring van rijvaardigheid is geregistreerd in het rijbewijzenregister.

Van de gelegenheid is gebruik gemaakt om richtlijn nr. 2005/55/EG inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten met betrekking tot maatregelen tegen de emissie van verontreinigende gassen en deeltjes door voertuigmotoren met compressieontsteking en de emissie van verontreinigende gassen door op aardgas of vloeibaar petroleumgas lopende voertuigmotoren met elektrische ontsteking (PbEU L 275) te implementeren in de Kleine serie-regeling.

Richtlijn nr. 2005/55/EG voorziet in de codificatie en herschikking van richtlijn nr. 88/77/EEG van de Raad van 3 december 1987 inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten met betrekking tot maatregelen tegen de emissie van verontreinigende gassen en deeltjes door voertuigmotoren met compressieontsteking en de emissie van verontreinigende gassen door op aardgas of vloeibaar petroleumgas lopende voertuigmotoren met elektrische ontsteking (PbEG L 36; hierna: richtlijn nr. 88/77/EEG), hetgeen heeft geleid tot de totstandkoming van richtlijn nr. 2005/55/EG en de intrekking van richtlijn nr. 88/77/EEG. In dit kader wordt in artikel 4c, vijfde lid, onderdeel b, van de Kleine serie-regeling een dynamische verwijzing naar richtlijn 88/77/EEG vervangen door een dynamische verwijzing naar richtlijn 2005/55/EG.

Wat de inwerkingtreding betreft wordt het volgende opgemerkt: artikel 1 zal in werking treden op het moment dat artikel IVA van het wetsvoorstel tot wijziging van de Wegenverkeerswet 1994 op een aantal punten van uiteenlopende aard tot wet is verheven en inwerking treedt. Op grond van artikel VII, derde lid, zal inwerkingtreding van artikel VB plaatsvinden met terugwerkende kracht tot 1 oktober 2006.

Artikel 2 zal in werking treden op 9 november 2006. Op die datum moet de desbetreffende richtlijn zijn geïmplementeerd.

De Minister van Verkeer en Waterstaat,

K.M.H. Peijs

  • 1

    Stcrt.1997, 249; laatstelijk gewijzigd bij ministeriële regeling van 24 februari 2006 (Stcrt. 46).

Naar boven