Wijziging Organisatie-, mandaat- en volmachtbesluit Arbeidsinspectie 2005

Regeling van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, van 21 september 2006, nr. AI//JZ/2006/79197, houdende wijziging van het Organisatie-, mandaat- en volmachtbesluit Arbeidsinspectie 2005 in verband met een reorganisatie op verschillende onderdelen bij de directie Inspectieondersteuning en de doorverlening van personeelsbevoegdheden aan teamleiders

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

Gelet op de artikelen 8, derde lid, onder a, en 22, eerste lid, van het Organisatie-, mandaat- en volmachtbesluit SZW 2004;

Besluit:

Artikel I

Het Organisatie-, mandaat- en volmachtbesluit Arbeidsinspectie 2005 wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 2, derde lid, wordt als volgt gewijzigd:

1. Onderdeel c vervalt.

2. De onderdelen d tot en met g worden geletterd c tot en met f.

B

Artikel 4, vierde tot en met zesde lid, vervalt.

C

Artikel 6, tweede lid, onderdeel d, komt te luiden:

d. het behandelen van bezwaar- en beroepsprocedures die voortvloeien uit besluiten die door functionarissen van het ministerie namens de bewindspersonen zijn genomen en die betrekking hebben op de beleidsterreinen, genoemd in onderdeel c.

D

Artikel 7 vervalt.

E

Artikel 8, tweede lid, wordt als volgt gewijzigd:

1. Onderdeel e vervalt.

2. De onderdelen f tot en met l worden geletterd e tot en met k.

F

Artikel 8, derde lid, wordt als volgt gewijzigd:

1. Onderdeel e komt te luiden:

e. landelijk hoofd Binnendienst;

2. Onder vervanging van de puntkomma aan het slot van onderdeel f door een punt, vervalt onderdeel g.

G

Artikel 8, derde lid, wordt als volgt gewijzigd:

1. Onderdeel c vervalt.

2. De onderdelen d tot en met f worden geletterd c tot en met e.

H

Aan artikel 9, tweede lid, wordt, onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel f door een puntkomma, een onderdeel toegevoegd, luidende:

g. het behandelen van verzoeken om vrijstelling en ontheffing van de Arbeidstijdenwet.

I

Artikel 11 vervalt.

J

Artikel 13 komt te luiden:

Artikel 13

1. De afdeling Binnendienst staat onder leiding van een landelijk hoofd Binnendienst.

2. Het landelijk hoofd Binnendienst is verantwoordelijk voor:

a. de administratieve ondersteuning van de teamleiders van de inspectieteams en de inspecteurs;

b. de intake en administratieve verwerking van ongevalsmeldingen, klachten en verzoeken van de directie Wetgeving, Bestuurlijke en Juridische Aangelegenheden tot het verstrekken van documenten of het geven van een zienswijze ten aanzien van openbaarmaking naar aanleiding van verzoeken op grond van de Wet openbaarheid van bestuur;

c. de administratieve verwerking van inspectieresultaten;

d. het verstrekken van sturings- en verantwoordingsinformatie aan alle medewerkers van de Arbeidsinspectie die deze informatie uit hoofde van hun functie nodig hebben;

e. de behandeling van inkomende- en uitgaande post;

f. het adviseren en ondersteunen van de algemeen directeur, het hoofd van de afdeling Concernbeleid, het hoofd van de afdeling Juridische Zaken, het hoofd van het Project-Bureau Teamgericht Werken en de directeuren van de directies, genoemd in artikel 2, derde lid, onder d tot en met g, met betrekking tot financiële-, materiële- en huisvestingszaken, alsmede het organiseren van het daaraan verbonden beheer;

g. de zorg voor telefonische bereikbaarheid van de Arbeidsinspectie, waaronder begrepen de kantoren, bedoeld in artikel 2, vierde lid, tweede volzin, en receptietaken.

3. Het landelijk hoofd Binnendienst wordt bijgestaan door de onder hem ressorterende teamleiders Binnendienst van de kantoren, bedoeld in artikel 2, vierde lid, voor de taken bedoeld in het tweede lid, onder b, c en d, teamleiders danwel vestigingsmanagers van deze kantoren voor de taken, bedoeld in het tweede lid, onder e, f en g, de landelijk teamleider Financiën en de landelijk medewerker Materieel.

K

Artikel 15 vervalt.

L

Artikel 22, eerste lid, komt te luiden:

1. Aan de directeur Inspectieondersteuning wordt mandaat en machtiging verleend met betrekking tot het nemen van besluiten en ondertekenen van stukken die betrekking hebben op artikel 14 van de Bestrijdingsmiddelenwet 1962 en artikel 14a van het Bestrijdingsmiddelenbesluit.

M

Artikel 23 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid komt onderdeel b te luiden:

b. het bepaalde bij of krachtens de Kernenergiewet.

2. In het eerste lid vervalt onderdeel c.

3. In het tweede lid vervalt onderdeel b.

4. In het tweede lid wordt onderdeel c geletterd b.

N

Na artikel 23 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 23a

Aan de hoofden, bedoeld in artikel 8, derde lid, het landelijk hoofd Binnendienst, bedoeld in artikel 13, eerste lid, en de vestigingsmanagers en de teamleiders, bedoeld in artikel 13, derde lid wordt mandaat en machtiging verleend met betrekking tot het nemen van besluiten over en het vaststellen en ondertekenen van stukken die betrekking hebben op de personeelsaangelegenheden van de medewerkers die onder hen ressorteren, voorzover het betreft:

a. het opmaken, niet zijnde vaststellen, van een beoordeling van medewerkers;

b. het houden van manager-medewerkergesprekken;

c. verlof van medewerkers;

d. kleine beloningen, niet zijnde gratificaties, onder gelijktijdige mededeling daarvan aan de algemeen directeur.

O

Artikel 24, derde lid, komt te luiden:

3. Bij afwezigheid of verhindering van het hoofd van de afdeling Concernbeleid, het hoofd van de afdeling Juridische Zaken, de afdelingshoofden van de directie Inspectieondersteuning, de teamleiders Binnendienst en vestigingsmanagers, de landelijk teamleider Financiën, alsmede de managers Major Hazard Control, de managers inspecties, de managers strategie en de teamleiders van de bedrijfstakdirecties, de directie Major Hazard Control en de directie Arbeidsmarktfraude worden hun taken en bevoegdheden, voor de duur van die afwezigheid of verhindering, geheel of gedeeltelijk waargenomen door een daartoe aan te wijzen plaatsvervanger. Aanwijzing en vaststelling van de omvang van de waarneming geschieden, op voordracht van de in de vorige volzin genoemde functionarissen, voor de afdeling Concernbeleid en de afdeling Juridische Zaken door de algemeen directeur en overigens door de betreffende directeuren.

P

In artikel 24, vierde lid, wordt ‘de afdeling Concernbeleid’ vervangen door: de afdeling Binnendienst.

Q

Artikel 25 komt te luiden:

1. De algemeen directeur kan zijn vertegenwoordigingsbevoegdheden in een door hem te bepalen omvang doorverlenen aan de onder hem ressorterende functionarissen, alsmede aan functionarissen van een ander organisatieonderdeel, mits de betreffende functionaris daar schriftelijk mee instemt.

2. De functionarissen die leiding geven aan de organisatieonderdelen, genoemd in artikel 2, derde lid, onder a, b en d tot en met g, kunnen hun vertegenwoordigingsbevoegdheden in een door hen te bepalen omvang doorverlenen aan onder hen ressorterende functionarissen, na voorafgaande schriftelijke toestemming van de algemeen directeur.

3. Bevoegdheden met betrekking tot personele aangelegenheden worden niet doorverleend.

4. De (door)verlening van (onder)mandaat, volmacht en machtiging kan uitsluitend bij een schriftelijk besluit geschieden.

R

Het bij bijlage 1 behorende overzicht van de Directie Inspectie Ondersteuning (organigram 5) wordt vervangen door de bij deze regeling behorende bijlage A.

S

Het bij bijlage 1 behorende overzicht van de Arbeidsinspectie algemeen (organigram 1) wordt vervangen door de bij deze regeling behorende bijlage B.

T

Bijlage 1 wordt vervangen door de bij deze regeling behorende bijlage C met bijbehorende organigrammen.

Artikel II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst met uitzondering van:

– artikel I, onder F, J, K, en P dat in werking treedt met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin deze regeling wordt geplaatst en terug werkt tot en met 1 maart 2005;

– artikel I, onder E, G, H, I, L, M, en O, dat in werking treedt met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin deze regeling wordt geplaatst en terug werkt tot en met 1 januari 2006;

– artikel I, onder R, dat in werking treedt met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin deze regeling wordt geplaatst, terug werkt tot en met 1 maart 2005 en vervalt met ingang van 1 januari 2006;

– artikel I, onder S, dat in werking treedt met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin deze regeling wordt geplaatst, en terug werkt tot en met 1januari 2006 vervalt met ingang van 1 april 2006;

– artikel I, onder B, D en T, dat in werking treedt met ingang van de tweede dag na de dagtekening in de Staatscourant waarin deze regeling wordt geplaatst en terug werkt tot en met 1 april 2006;

De regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 21 september 2006.
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
namens deze:
de inspecteur-generaal, L.H.J. Kokhuis.

Toelichting

De onderhavige wijzigingsregeling regelt een aantal wijzigingen in het Organisatie-, mandaat- en volmachtbesluit Arbeidsinspectie 2005. Op de betreffende wijzigingen wordt hieronder ingegaan.

Met de wijziging van artikel 6 wordt het hoofd van de Afdeling Juridische Zaken ook belast met de behandeling van bezwaar- en beroepsprocedures die voortvloeien uit beslissingen op het terrein van arbeidsomstandigheden die zijn genomen door SZW-functionarissen die geen deel uitmaken van de Arbeidsinspectie (het betreft met name de directie Arbeidsomstandigheden; artikel I, onder C).

Met ingang van 1 april 2006 is het Projectbureau Teamgericht Werken opgeheven. Daarbij zijn de taken die het Projectbureau Teamgericht Werken tot 1 april 2006 verrichtte elders binnen de Arbeidsinspectie ondergebracht, onder meer bij de afdeling Personeelsontwikkeling van de directie Inspectie Ondersteuning. Artikel 7 komt daarmee te vervallen (artikel I, onder A en D).

Na uitgebreid overleg met en instemming van de ondernemingsraad van de Arbeidsinspectie zijn de afdeling Bedrijfsvoering en de afdeling Administratie van de directie Inspectie-ondersteuning per 1 maart 2005 opgegaan in een afdeling Binnendienst.

Op vestigings- en kantoorniveau wordt de bestaande situatie feitelijk gecontinueerd (teamleiders Binnendienst en teamleiders of vestigingsmanagers. Beide typen teamleiders sturen een deel van de regionale administratie aan. In het gewijzigde artikel 13, derde lid, wordt precies aangegeven wie voor welke onderdelen verantwoordelijk is. Ter ondersteuning van het landelijk hoofd Binnendienst is er een landelijk teamleider Financiën en een landelijk medewerker Materieel (artikel I, onder F, J en K).

De Afdeling beschikkingen van de directie Inspectieondersteuning is opgeheven.

De beleidsmatige taken in de sfeer van de kernenergiewetgeving (zoals vergunningen) zijn per 1 januari 2006 overgeheveld naar het Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer. De Arbeidsinspectie blijft wel belast met de handhaving van de Kernenergiewet (het Besluit stralingsbescherming).

De cluster belast met de uitvoering van de SZW-subsidieregeling financiële ondersteuning arbeidsmiddelen is recentelijk ondergebracht bij het Agentschap SZW.

De uitvoerende taak in de sfeer van de Arbeidstijdenwetgeving ten slotte is ondergebracht bij de afdeling het Expertisecentrum van de directie Inspectieondersteuning van de Arbeidsinspectie (artikel I, onder E, G, H, I, L, M en O).

Bevoegdheden met betrekking tot personeelsaangelegenheden konden slechts in beperkte mate worden doorverleend. Daardoor waren alleen directeuren, en direct onder hen ressorterende functionarissen, al dan niet beperkt, bevoegd tot het nemen van beslissingen met betrekking tot personeelsaangelegenheden. Dit vloeide voort uit artikel 4, vierde lid, dat bij deze regeling wordt ingetrokken.

De Arbeidsinspectie heeft echter heel Nederland als dagelijks werkterrein. Elke bedrijfstakdirectie (zes in totaal) beschikt daartoe over één of meer regionaal optredende teams, die onder supervisie staan van een teamleider. Het management van de bedrijfstakdirecties (directeur en managers strategie en inspectie) opereert overwegend landelijk. Centrale sturing geschiedt in deze opzet met name via een projectmatige aanpak, periodiek werkoverleg en e-mail. Verder gaat het hier in de regel om teams van 10 à 15 inspecteurs plus administratieve ondersteuning. De verantwoordelijkheid voor de dagelijkse gang van zaken berust door dit alles veelal bij de teamleiders.

Ook voor de centrale directies en afdelingen van de Arbeidsinspectie geldt dat die, daar zij alle uitvoerende organisatieonderdelen moeten ondersteunen, veelal een omvangrijker personeelsbestand hebben, dan elders binnen het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid gebruikelijk is, waardoor de verantwoordelijkheid voor de dagelijkse praktijk daar vaak eveneens ligt bij de teamleiders.

Om die reden is het wenselijk dat teamleiders bij de verschillende directies en centrale afdelingen bepaalde bevoegdheden met betrekking tot personeelsaangelegenheden mogen uitoefenen. Het gaat dan om het opmaken van een beoordeling van medewerkers, het houden van manager-medewerkergesprekken, verlof van medewerkers en kleine beloningen, niet zijnde gratificaties. In het nieuwe artikel 23a zijn deze bevoegdheden belegd bij teamleiders, alsmede bij afdelingshoofden en managers aan wie voorheen deze bevoegdheden door middel van een afzonderlijk besluit verleend konden worden (artikel I, onder N).

Omdat het niet wenselijk is dat bevoegdheden met betrekking tot personeelsaangelegenheden verder worden doorverleend wordt in het gewijzigde artikel 25 geregeld dat dit niet is toegestaan. In dit artikel wordt tevens geregeld dat de algemeen directeur vertegenwoordigingsbevoegdheden mag doorverlenen. Voorheen was dat geregeld in artikel 4, vierde tot en met zesde lid (artikel I, onder B en Q).

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

namens deze:

de inspecteur-generaal,

L.H.J. Kokhuis

Bijlage A

Directie Inspectie Ondersteuning

stcrt-2006-210-p11-SC77357-1.gif

Bijlage B

Arbeidsinspectie algemeen

stcrt-2006-210-p11-SC77357-2.gif

Bijlage C

Arbeidsinspectie algemeen

stcrt-2006-210-p11-SC77357-3.gif

Bedrijfstakdirecties algemeen

stcrt-2006-210-p11-SC77357-4.gif

Directie Major Hazard Control (MHC)

stcrt-2006-210-p11-SC77357-5.gif

Directie Arbeidsmarktfraude (AMF)

stcrt-2006-210-p11-SC77357-6.gif

Directie Inspectie Ondersteuning

stcrt-2006-210-p11-SC77357-7.gif
Naar boven