Wijziging Regeling beheer en schadebestrijding dieren

Regeling van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van 26 oktober 2006, nr. TRCJZ/2006/3341, houdende wijziging van de Regeling beheer en schadebestrijding dieren

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

Gelet op artikel 7a van het Besluit beheer en schadebestrijding dieren;

Gelet op het advies van het Faunafonds van 18 augustus 2006;

Besluit:

Artikel I

Artikel 2a van de Regeling beheer en schadebestrijding dieren1 komt te luiden:

Artikel 2a

Het leggen van lokvoer is buiten de leefgebieden voor wilde zwijnen op de Veluwe en de Meinweg, alsmede in de nulstandgebieden binnen deze leefgebieden, en tot 1 april 2007 eveneens binnen het leefgebied voor wilde zwijnen op de Veluwe, beide zoals aangegeven op de als bijlage bij deze regeling behorende kaarten, niet voldoende effectief om het benodigde afschot op een andere wijze te realiseren dan bedoeld in artikel 74, tweede lid, van de Flora- en faunawet.

Artikel II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

De regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, C.P. Veerman.

Toelichting

Artikel 74, tweede lid, van de Flora- en faunawet biedt de mogelijkheid dat één persoon wilde zwijnen opzettelijk verontrust met het oogmerk de bedoelde dieren binnen het schootsveld van één geweerdrager te drijven opdat deze de dieren kan doden (de zogenaamde één-op-één-methode). Op grond van artikel 7a van het Besluit beheer en schadebestrijding is, om deze methode te kunnen toestaan, onder meer vereist dat de minister bepaalt dat het leggen van lokvoer in enig jaar onvoldoende effectief is om het benodigde afschot anderszins te realiseren. Om specifiek voor het seizoen 2006/2007 te kunnen bepalen of het leggen van lokvoer onvoldoende effectief is om het benodigde afschot anderszins te realiseren, is aan het Faunafonds terzake advies gevraagd.

Bij advies aan de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van 18 augustus 2006 heeft het Faunafonds geadviseerd dat het leggen van lokvoer met betrekking tot het seizoen 2006/2007 onvoldoende effectief is om het benodigde afschot te realiseren binnen het leefgebied voor wilde zwijnen op de Veluwe. In het leefgebied de Meinweg is het leggen van lokvoer voldoende effectief. In dit gebied zal de één-op-één-methode derhalve niet worden toegestaan.

Buiten de leefgebieden Veluwe en Meinweg, alsmede in de nulstandgebieden in het leefgebied de Veluwe is de één-op-één-methode al toegestaan.

Gelet op het advies van het Faunafonds wordt in de Regeling beheer en schadebestrijding dieren bepaald dat het leggen van lokvoer binnen het leefgebied de Veluwe in het seizoen 2006/2007 niet voldoende effectief is om het benodigde afschot te realiseren op een andere wijze dan de één-op-één-methode.

Om daadwerkelijk van de methode gebruik te kunnen maken, dient men nog wel te beschikken over een vergunning of ontheffing van gedeputeerde staten, op grond van artikel 67, eerste lid, respectievelijk artikel 68, eerste lid, van de Flora- en faunawet. Onderhavige wijzigingsregeling heeft geen gevolgen voor de lasten van burgers en bedrijfsleven.

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

C.P. Veerman

  • 1

    Stcrt. 2001, 241; laatstelijk gewijzigd bij ministeriële regeling van 15 mei 2006 (Stcrt. 2006, 96).

Naar boven