Wijziging Uitvoeringsregeling Regionale meld- en coördinatiefunctie voortijdig schoolverlaten

Regeling van de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 5 oktober 2006, nr. BVE/Stelsel/2006/36468, houdende wijziging van de Uitvoeringsregeling Regionale meld- en coördinatiefunctie voortijdig schoolverlaten onder meer in verband met uitvoering van het preventieproject vmbo-mbo

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

Handelende mede namens de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit;

Gelet op artikel 118i, derde lid, van de Wet op het voortgezet onderwijs, artikel 162c, derde lid, van de Wet op de expertisecentra, artikel 8.3.3, derde lid, van de Wet educatie en beroepsonderwijs en artikel 4, eerste lid, onderdelen a en c, van het Besluit regionale meld- en coördinatiefunctie voortijdig schoolverlaten;

Besluit:

Artikel I

De Uitvoeringsregeling Regionale meld- en coördinatiefunctie voortijdig schoolverlaten wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 2 komt te luiden:

Artikel 2

Vaststelling bedragen

1. Het vaste bedrag, bedoeld in artikel 4, eerste lid, onderdeel a, van het besluit bedraagt vanaf het kalenderjaar 2006 € 206.113,71.

2. Het bedrag, bedoeld in artikel 4, eerste lid, onderdeel b, van het besluit dat over de regio’s wordt verdeeld, bedraagt vanaf het kalenderjaar 2006 € 3.301.178,78.

3. Het budget, bedoeld in artikel 4, eerste lid, onderdeel c, van het besluit dat over de regio’s wordt verdeeld, bedraagt vanaf het kalenderjaar 2006 € 5.169.636,82.

4. Van het vaste bedrag, bedoeld in het eerste lid, heeft € 100.000 als bestemming intensivering en verbetering van de trajectbegeleiding.

5. In geval van het niet vervullen van de voorwaarde, bedoeld in artikel 4:34, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht, worden de op grond van het eerste tot en met het derde lid verleende subsidiebedragen verlaagd tot het bedrag van de subsidie dat na vaststelling of goedkeuring van de begroting ter beschikking staat.

6. Het vaste bedrag, bedoeld in het eerste lid, wordt in het kalenderjaar 2006 verhoogd met een bedrag van € 20.000.

B

Bijlage 2 komt te luiden:

Bijlage 2

Model Effectrapportage RMC-functie schooljaar j / j + 1

Inhoudsopgave

Inhoudsopgave

Aanwijzingen

I. Deelnemende gemeenten

II. Breedte samenwerking/reikwijdte regionale netwerk

III. Inzet financiële, personele en materiële middelen

III.A. Inzet eigen financiële, personele en materiële middelen

III.B. Inzet rijksbijdrage rmc-functie

IV. Gegevens over het aantal voortijdig schoolverlaters en streefdoelen

IV.A. Kwantitatief VSV-beeld:

IV.A.1. VSV'ers

IV.A.2. Herplaatsten

IV.A.3. Uitgeschreven uit RMC

IV.B. Compleetheid van het kwantitatieve VSV-beeld

IV.C. Niet-meldende scholen

IV.D. Streefdoelen VSV’ers

V. Knelpunten en succesfactoren bij de voortgang

VI. Prioriteitstelling

VII. Trajectbegeleidingsmodel

VIII. Preventieproject vmbo-mbo schooljaar 2005–2006

Aanwijzingen

Terminologie

VO-scholen en BVE-instellingen zullen in dit model worden aangeduid met het woord scholen.

VO-leerlingen en BVE-deelnemers zullen in dit model worden aangeduid met het woord leerlingen.

Een schooljaar loopt van 1 augustus van een zeker jaar t/m 31 juli van het volgende jaar. De rapportageperiode wordt aangeduid met ‘verslagperiode’.

Waar in de formulieren staat:

j wordt bedoeld het jaar van de effectrapportage;

j + 1 wordt bedoeld het jaar volgend op de effectrapportage,

j + 2 wordt bedoeld het tweede jaar volgend op de effectrapportage,

j – 1 wordt bedoeld het jaar voorafgaand aan de effectrapportage.

Effectrapportage schooljaar j / j + 1

stcrt-2006-209-p14-SC77265-1.gifstcrt-2006-209-p14-SC77265-2.gif

I. Deelnemende gemeenten

stcrt-2006-209-p14-SC77265-3.gif

B Gemeenten

Tabel I-B:

Ter uitvoering van de Regionale Meld- en Coördinatiefunctie Voortijdig Schoolverlaten treedt de contactgemeente op namens de volgende gemeenten, die deelnemen aan het regionale netwerk:

stcrt-2006-209-p14-SC77265-4.gif

In de rmc-regio wordt gewerkt in de volgende officiële subregio’s:

stcrt-2006-209-p14-SC77265-5.gifstcrt-2006-209-p14-SC77265-6.gifstcrt-2006-209-p14-SC77265-7.gifstcrt-2006-209-p14-SC77265-8.gif

Tabel I-C:

De volgende gemeenten nemen niet deel aan het (sub-)regionale netwerk; tevens worden de redenen hiervoor aangegeven:

stcrt-2006-209-p14-SC77265-9.gif

II. Breedte samenwerking/reikwijdte regionale netwerk

Tabel II-1:

Aantal scholen/organisaties dat in de verslagperiode wel/niet in het RMC-netwerk participeert, en het aantal gemaakte afspraken:

stcrt-2006-209-p14-SC77265-10.gif

Tabel II-2

Lijst van scholen die in de verslagperiode wel/niet in het RMC-netwerk participeren

stcrt-2006-209-p14-SC77265-11.gif

Tabel II-3:

Aantal ondersteunende instellingen/organisaties dat in de verslagperiode wel/niet in het RMC-netwerk participeert

stcrt-2006-209-p14-SC77265-12.gif

Tabel II-4:

Redenen waarom instellingen/organisaties niet deelnemen aan het regionale netwerk:

stcrt-2006-209-p14-SC77265-13.gif

Tabel II-5:

Scholen waarmee (nog) geen meldingsafspraken zijn gemaakt en de redenen hiervoor:

(Alleen invullen als er sprake is van scholen zonder meldingsafspraken.)

stcrt-2006-209-p14-SC77265-14.gif

III. Inzet financiële, personele en materiële middelen

III.A. Inzet eigen financiële, personele en materiële middelen

Tabel III.A-1:

De omvang van de geplande eigen financiële, personele en materiële middelen van de gemeenten die worden ingezet voor het vólgende schooljaar (j + 1 / j + 2) is als volgt:

stcrt-2006-209-p14-SC77265-15.gif

Tabel III.A-2:

Omvang van ingezette eigen financiële middelen van de gemeenten ingedeeld naar herkomst van de middelen

stcrt-2006-209-p14-SC77265-16.gif

Tabel III.A-3:

De middelen worden als volgt ingezet over de genoemde onderdelen (aanduiding in procenten; a t/m h = 100%):

stcrt-2006-209-p14-SC77265-17.gif

III.B. Inzet rijksbijdrage RMC-functie

Tabel III.B-1:

Het in het kader van deze regeling beschikbaar gestelde budget voor jaar j + 1 wordt als volgt ingezet over de genoemde onderdelen (aanduiding in geld en in procenten (a t/m h = 100%)):

stcrt-2006-209-p14-SC77265-18.gif

Tabel III.B-2:

Indien sprake is van inzet van de rijksbijdrage voor preventieve activiteiten voor risicoleerlingen die dreigen uit te vallen en/of voor de opvang van herplaatste voortijdig schoolverlaters in het onderwijs dan dient de omvang hiervan expliciet te worden aangegeven van het betreffende onderdeel (zoals vermeld in tabel III.B-1):

(Alleen invullen als sprake is van inzet voor preventie en/of opvang)

stcrt-2006-209-p14-SC77265-19.gif

IV. Gegevens over het aantal voortijdig schoolverlaters en streefdoelen

IV.A. kwantitatief vsv-beeld

Het betreft bij alle categorieën in de regio woonachtige jongeren tot 23 jaar.

Voor definiëring van de categorieën: zie Bijlage I van de Handreiking.

IV.A.1. Vsv’ers

Elke persoon wordt in de tabellen a-f en h slechts één keer meegeteld, ook al is hij verscheidene keren aangemeld. (Bijvoorbeeld als hij in één jaar twee keer uitgevallen is.) De tabellen g en i betreffen meldingen. Hier kunnen vsv’ers dus wel meermalen geteld worden.

Tabel IV-1a. Totaal aantal vsv’ers

stcrt-2006-209-p14-SC77265-20.gif

Tabel IV-1b. Aantal vsv’ers naar etniciteit

stcrt-2006-209-p14-SC77265-21.gif

Tabel IV-1c. Aantal vsv’ers naar laatste opleiding

stcrt-2006-209-p14-SC77265-22.gif

Tabel IV-1d. Aantal vsv’ers naar diploma/getuigschrift

stcrt-2006-209-p14-SC77265-23.gif

1. Formeel zijn jongeren met getuigschrift of met assistentopleiding met een baan geen VSV’ers, maar ze dienen wel gerapporteerd te worden.

Tabel IV-1e Aantal vsv’ers naar geslacht

stcrt-2006-209-p14-SC77265-24.gif

Tabel IV-1f. Aantal vsv’ers naar leeftijd

Het gaat hierbij om de leeftijd op 1 augustus van de verslagperiode (j).

stcrt-2006-209-p14-SC77265-25.gif

Tabel IV-1g. Aantal in verslagperiode aangemelde vsv’ers per maand

stcrt-2006-209-p14-SC77265-26.gif

Tot het invoeren van een geïntegreerde leerplicht/RMC-registratie kan deze tabel achterwege blijven.

In de volgende tabel slaat herhaling op het aantal keren dat een bepaald persoon bij het RMC is aangemeld als vsv’er in de verslagperiode.

Tabel IV-1h. Herhaling in verslagperiode aangemelde vsv’ers

Het gaat in deze tabel alleen om meldingen in de verslagperiode. In deze tabel dient elke VSV’er slechts één keer te worden meegeteld.

stcrt-2006-209-p14-SC77265-27.gif

Tabel IV-1i. Gemeld door

Het gaat in deze tabel alleen om meldingen in de verslagperiode.

stcrt-2006-209-p14-SC77265-28.gif

Tabel IV-1j. Begeleiding vsv’ers

In deze tabel gaat het om de situatie op 31 juli j + 1.

stcrt-2006-209-p14-SC77265-29.gif

IV.A.2. Herplaatsten

Een persoon kan verscheidene keren herplaatst zijn en kan dus soms meermalen opgegeven worden. Bij de tabellen waar dat mogelijk is, wordt dat vermeld.

Tabel IV-2a. Totaal aantal herplaatste vsv’ers

stcrt-2006-209-p14-SC77265-30.gif

Tabel IV-2b. Aantal herplaatste vsv’ers naar etniciteit

stcrt-2006-209-p14-SC77265-31.gif

Tabel IV-2c. Aantal herplaatste vsv’ers naar laatste opleiding

Een persoon kan verscheidene keren herplaatst zijn en kan in de volgende tabel dus meermalen opgegeven worden.

stcrt-2006-209-p14-SC77265-32.gif

Tabel IV-2d. Aantal herplaatste vsv’ers naar diploma/getuigschrift

Een persoon kan verscheidene keren herplaatst zijn en kan in de volgende tabel dus meermalen opgegeven worden.

stcrt-2006-209-p14-SC77265-33.gif

Tabel IV-2e. Aantal herplaatste vsv’ers naar geslacht

stcrt-2006-209-p14-SC77265-34.gif

Tabel IV-2f. Aantal herplaatste vsv’ers naar leeftijd

stcrt-2006-209-p14-SC77265-35.gif

Tabel IV-2g. Duur tot herplaatsing in verslagperiode herplaatste vsv’ers

In de volgende tabel is de ‘Duur tot herplaatsing’ de periode in maanden tussen de aanmelding als vsv’er en herplaatsing. Een persoon kan verscheidene keren herplaatst zijn en kan dus meermalen opgegeven worden.

stcrt-2006-209-p14-SC77265-36.gif

Tabel IV-2h. Bestemming in verslagperiode herplaatste vsv’ers

Een persoon kan verscheidene keren herplaatst zijn en kan dus meermalen opgegeven worden.

stcrt-2006-209-p14-SC77265-37.gif

IV.A.3. Uitgeschreven uit RMC

Tabel IV-3 In verslagperiode uitgeschreven leerlingen

stcrt-2006-209-p14-SC77265-38.gif

IV.B. Compleetheid van het kwantitatieve vsv-beeld

Tabel IV-B

De mate van compleetheid van het kwantitatieve vsv-beeld,

door weergave van het aantal NIET rapporterende gemeenten:

stcrt-2006-209-p14-SC77265-39.gif

Namen van de gemeenten die niet hebben gerapporteerd aan de contactgemeenten over categorie IV.A.1 (betreffende het totaal aantal vsv’ers in verslagperiode).

Geef per vermelde niet-rapporterende gemeente aan op welke leerplicht-groep het ontbreken van de rapportage betrekking heeft door vermelding van één of meer kruisjes in de desbetreffende kolommen.

Het aantal namen van gemeenten dient overeen te komen met het vermelde aantal niet-rapporterende gemeenten t.a.v. categorie IV.A.1.

stcrt-2006-209-p14-SC77265-40.gifstcrt-2006-209-p14-SC77265-41.gif

IV.C. Niet-meldende scholen

Tabel IV-C

Namen en brin-nummers van de scholen die geen vsv-ers hebben gemeld aan gemeenten in de verslagperiode:

(Alleen invullen als er sprake is van niet-meldende scholen.)

stcrt-2006-209-p14-SC77265-42.gifstcrt-2006-209-p14-SC77265-43.gif

IV.D. Streefdoelen vsv’ers

Tabel IV-D1: Realisatie streefcijfers j / j + 1

De mate waarin de streefcijfers, die in de effectrapportage j – 1 / j voor de verslagperiode zijn opgenomen, zijn gerealiseerd.

stcrt-2006-209-p14-SC77265-44.gif

Tabel IV-D2: Streefdoelen nabije toekomst:

stcrt-2006-209-p14-SC77265-45.gif

V. Knelpunten en succesfactoren bij de voortgang

Tabel V-1: Knelpunten

Beschrijving van de gesignaleerde knelpunten/belemmerende factoren en ontbrekende (rand)voorwaarden) bij de uitvoering van de onderscheiden taken bij de RMC-functie in het schooljaar j – 1 / j, in vergelijking met j / j + 1:

stcrt-2006-209-p14-SC77265-46.gif

Tabel V-2: succesfactoren

Beschrijving van de in de regio gebleken succesfactoren en de gunstige (rand)voorwaarden bij de uitvoering van de onderscheiden taken in het kader van de RMC-functie in verslagperiode, in vergelijking met j – 1 / j:

stcrt-2006-209-p14-SC77265-47.gif

VI. Prioriteitstelling

Tabel VI:

Beschrijving van de uitgevoerde prioriteitstelling binnen het totale bestand voortijdig schoolverlaters en de groep herplaatste voortijdig schoolverlaters. (Aanduiding van de onderscheiden subgroep(en) waarop de acties vooral waren gericht en/of de meeste herplaatsingsresultaten werden geboekt.)

stcrt-2006-209-p14-SC77265-48.gif

VII. Trajectbegeleidingsmodel

Beschrijving van de organisatorische vormgeving van de trajectbegeleiding van voortijdig schoolverlaters in het kader van de RMC-funtie.

Het is van belang dat in de beschrijving goed inzichtelijk wordt gemaakt:

a. welke – nader gespecificeerde – RMC-taken cq bijbehorende diensten (waaronder: melding, registratie, diagnose/verwijzing, plaatsing, terugkoppeling informatie),

b. door welke actoren worden uitgevoerd,

c. in welke organisatorische vormgeving.

stcrt-2006-209-p14-SC77265-49.gif

VIII. Preventieproject vmbo-mbo schooljaar 2005–2006

Tabel VIII-1:

Beschrijving van de wijze waarop het preventieproject vmbo-mbo in de regio is vormgegeven.

stcrt-2006-209-p14-SC77265-50.gif

Tabel VIII-2:

1. De mate van compleetheid van het kwantitatieve beeld van het preventieproject door weergave van het aantal afgestudeerde vmbo-ers in het schooljaar 2005–2006;

2. en het aantal deelnemers in de regio dat in het schooljaar 2005–2006 het vmbo met een diploma heeft afgerond en per 1 oktober 2006 is ingeschreven in het mbo of een andere vervolgopleiding;

stcrt-2006-209-p14-SC77265-51.gif

Tabel VIII-3:

Beschrijving van de wijze waarop het jongerenloket is vormgegeven.

stcrt-2006-209-p14-SC77265-52.gif

Tabel VIII-4:

Beschrijving van de resultaten die in het schooljaar 2005–2006 zijn behaald met het jongerenloket in de regio.

stcrt-2006-209-p14-SC77265-53.gif

Tabel VIII-5:

Beschrijving van de inzet van de extra middelen 2006 indien niet ingezet voor het preventieproject vmbo-mbo en/of jongerenloket.

stcrt-2006-209-p14-SC77265-54.gif

Artikel II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, B.J. Bruins.

Toelichting

Voortijdig schoolverlaten is een weerbarstig probleem dat niet alleen grote gevolgen heeft voor de jongeren om wie het gaat, maar voor de samenleving als geheel. Te veel jongeren ondervinden problemen in hun leerloopbaan, waardoor ze te vroeg stoppen met hun opleiding en geen startkwalificatie halen. Het opleidingsniveau van deze jongeren is te laag, daardoor hebben ze een moeilijke positie op de arbeidsmarkt.

Extra investeringen en intensiveringen zijn gedaan om het aantal voortijdig schoolverlaters (vsv-ers) in 2010 ten opzichte van het aantal in 2002 te hebben gehalveerd (Lissabondoelstelling).

Het effect van dit beleid zal in de komende periode zichtbaar worden.

Als onderdeel van de perspectievennota ‘Aanval op de uitval’, brief van de Minister van OCW d.d. 28 april 2006, TK 26 695, nr. 32, vergaderjaar 2005–2006), zijn tijdens ronde-tafelbijeenkomsten ‘quick wins’ en ‘good practices’ geïnventariseerd om het aantal vsv-ers te verminderen.

Op basis van deze inventarisatie blijkt dat het ‘preventieproject vmbo-mbo’ en de invoering van het ‘Jongerenloket’ op korte termijn een aanzienlijke bijdrage kunnen leveren aan de preventie van voortijdige schoolverlaten en het herplaatsen van vsv-ers.

In de onderhavige regeling wordt contactgemeenten een budget beschikbaar gesteld, waardoor het voor contactgemeenten mogelijk is in ieder geval ‘het preventieproject vmbo-mbo’ (zie onder 1) deze zomer in de eigen regio samen met de onderwijsinstellingen uit te voeren (artikel 2, zesde lid, en bijlage C).

1. Preventieproject overgang vmbo-mbo

Na het behalen van hun vmbo diploma heeft 15% tot 25% van de jongeren nog geen keuze voor een vervolgopleiding gemaakt, waardoor het risico groot is dat zij geen vervolgopleiding starten en het onderwijs voortijdig verlaten. Het zogeheten ‘preventieproject overgang vmbo-mbo’ organiseert de samenwerking van vmbo scholen en ROC’s onder regie van de RMC-functie van de gemeente, waardoor de genoemde ‘risicojongeren’ aan het eind van het vmbo, tijdens de zomermaanden en het begin van het mbo gevolgd en begeleid worden.

De begeleiding in het preventieproject richt zich op (her)oriëntatie op een passende (beroeps)opleiding, het tijdig en correct inschrijven bij een ROC of andere vervolgopleiding, het bieden van hulp bij het vinden van een stageplek en het voorkómen dat jongeren geheel ‘buiten beeld raken’.

Voor de uitvoering van het preventieproject kan gebruik gemaakt worden van de handreiking ‘preventieproject overgang vmbo-mbo’ die het Ministerie van OCW in samenwerking met de Taskforce Jeugdwerkloosheid beschikbaar heeft gesteld aan de 39 RMC-contactgemeenten.

De contactgemeente kan daarnaast contact opnemen met de accountmanager van de Taskforce Jeugdwerkloosheid in de eigen regio.

2. Regionale samenwerking: Jongerenloket

In het Jongerenloket werken verschillende gemeentelijke en niet-gemeentelijke instanties, meestal RMC, CWI en sociale dienst, samen vanuit één visie op de aanpak van voortijdig schoolverlaters en (werkloze) jongeren. Inzet is dat jongeren niet langer van ‘het kastje naar de muur’ worden gestuurd en gestreefd wordt naar een gezamenlijke intake en registratie van jongeren en een gecoördineerde en persoonlijke manier van trajectbegeleiding terug naar school, een leerbaan of werk. Het ministerie van OCW en de Taskforce Jeugdwerkloosheid hebben eerder in een brief alle gemeenten opgeroepen het Jongerenloket op te richten. Ter ondersteuning dient de handleiding ‘Jongerenloket: De Praktijk!’ Daarnaast organiseren het ministerie van OCW en de Taskforce Jeugdwerkloosheid leerateliers bij de, in de handleiding beschreven, Jongerenloketten.

Verantwoording in de effectrapportage 2005–2006

De contactgemeente wordt gevraagd de inzet en effecten van de genoemde maatregelen te beschrijven in de effectrapportage over 2005–2006. Hierin rapporteert de contactgemeente op welke wijze het preventieproject in de regio vormgegeven is en geeft het een overzicht van het aantal deelnemers dat het vmbo heeft afgerond, en welk deel van die deelnemers per 1 oktober 2006 in het mbo of andere vervolgopleiding is ingeschreven. Indien de extra financiële middelen voor de oprichting/versterking van een Jongerenloket in de regio worden ingezet, wordt gevraagd om in de effectrapportage van 2005–2006 te beschrijven op welke wijze dit is vormgegeven en daarbij aan te geven welke resultaten hiermee zijn behaald.

Hiertoe wordt in Onderdeel D van deze regeling een bijlage 3 vastgesteld die hoort bij de Uitvoeringsregeling Regionale meld- en coördinatiefunctie voortijdig schoolverlaten.

Artikelsgewijs

Artikel I onderdeel A

In artikel 2 worden enige technische verbeteringen aangebracht, daarnaast worden de bedragen geïndexeerd naar de situatie van 1 januari 2006. Tenslotte wordt in het zesde lid voor het schooljaar 2005–2006 de basis gelegd voor het budget van € 20.000 voor de contactgemeenten (zie verder algemeen deel van de toelichting). Dit bedrag zal in oktober van dit jaar aan de contactgemeenten worden overgemaakt.

Voor het schooljaar 2005–2006 wordt het vaste bedrag voor de contactgemeente verhoogd met een bedrag van € 20.000.

Contactgemeenten zijn hierover al geïnformeerd per brief (BVE/2006/I&I/16177). Door dit bedrag is het voor gemeenten mogelijk toepassing te geven aan het preventieproject vmbo-mbo en/of de oprichting van het jongerenloket. In onderdeel VIII van bijlage 2, die bij Artikel I onderdeel B van deze regeling wordt vastgesteld, is opgenomen welke informatie de contactgemeente hierover aan de minister moet leveren in de effectrapportage over 2005/2006.

Artikel I onderdeel B

In bijlage 2, zoals die oorspronkelijk is vastgesteld, is de gemeenten de keuze geboden om in bepaalde gevallen een verkorte tabel te gebruiken voor de effectrapportage.

Door deze wijziging vervalt die mogelijkheid. Dit gelet op het feit dat de contactgemeenten inmiddels gedurende 4 jaar effectrapportages indienen, zodat de gemeenten tijd gehad hebben hun administratie hierop aan te passen. De gemeenten zijn tijdig op de hoogte gesteld van deze wijziging.

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

B.J. Bruins

Naar boven