Wijziging Regeling vergoeding beeldschermbril OCW 2006

Regeling van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 2 oktober 2006, nr. P&O/2006/37885, houdende wijziging van de Regeling vergoeding beeldschermbril OCW 2006

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

Gelet op artikel 3, eerste lid, sub e, van de Arbeidsomstandighedenwet 1998 en artikel 5.11 van het Arbeidsomstandighedenbesluit;

Gehoord het Departementaal Georganiseerd Overleg van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap;

Besluit:

Artikel I

Het tweede lid van artikel 3 van de Regeling vergoeding beeldschermbril OCW 2006 komt als volgt te luiden:

2. Bij het verzoek tot vergoeding van de beeldschermbril of aanpassing van de glazen van de beeldschermbril dient te worden bijgevoegd een advies van een deskundige en een gespecificeerde rekening van een vakopticien die door de bedrijfsarts is geaccordeerd.

Artikel II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 2 oktober 2006.
De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, M.J.A. van der Hoeven.

Toelichting

Een van de voorwaarden voor vergoeding van de beeldschermbril is dat een advies van de oogarts wordt overlegd. In het algemeen zal echter een andere deskundige een voorschrift tot het dragen van een beeldschermbril geven. Om die reden is artikel 3, tweede lid, van de regeling gewijzigd in die zin dat een voorschrift van een deskundige benodigd is alvorens tot vergoeding kan worden overgegaan. Als deskundigen in dit verband kunnen worden aangemerkt de vakopticien, de optometrist en – uiteraard – de oogarts. Een vakopticien is een gediplomeerde opticien die aangesloten is bij de Nederlandse Unie van Opticiens (NUVO). Om vast te kunnen stellen dat ook daadwerkelijk kosten zijn gemaakt, dient een rekening te worden overlegd van de vakopticien. De rekening dient te worden geaccordeerd door de bedrijfsarts.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

M.J.A. van der Hoeven

Naar boven