Regeling vaststelling programma’s van eisen PO en (V)SO en bekostiging materiële instandhouding samenwerkingsverband 2007

Regeling van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 29 september 2006, nr. PO/BenB/06–37878, houdende de vaststelling van programma’s van eisen voor het basisonderwijs, het speciaal onderwijs en het voortgezet speciaal onderwijs en de bekostiging voor de materiële instandhouding van het samenwerkingsverband samenhangend met de inrichting van de zorgstructuur voor het jaar 2007 (Regeling vaststelling programma’s van eisen PO en (V)SO en bekostiging materiële instandhouding samenwerkingsverband 2007)

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

Gelet op artikel 113, eerste lid, artikel 115 en artikel 118, vierde lid, van de Wet op het primair onderwijs en artikel 111, eerste lid, van de Wet op de expertisecentra;

Besluit:

Artikel 1

Begripsbepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

a. WPO: de Wet op het primair onderwijs;

b. WEC: de Wet op de expertisecentra;

c. basisschool: basisschool genoemd in artikel 1 van de Wet op het primair onderwijs;

d. speciale school voor basisonderwijs: speciale school voor basisonderwijs genoemd in artikel 1 van de Wet op het primair onderwijs;

e. school voor (voortgezet) speciaal onderwijs: school voor speciaal onderwijs, voor voortgezet speciaal onderwijs of voor speciaal en voortgezet speciaal onderwijs niet zijnde een instelling genoemd in artikel 1 van de Wet op de expertisecentra;

Artikel 2

Vaststelling programma’s van eisen voor basisscholen en de speciale scholen voor basisonderwijs

De programma’s van eisen voor de basisscholen en de speciale scholen voor basisonderwijs worden met ingang van het jaar 2007 vastgesteld overeenkomstig bijlage 1 bij deze regeling.

Artikel 3

Vaststelling programma’s van eisen voor scholen voor (voortgezet) speciaal onderwijs

De programma’s van eisen voor de scholen voor (voortgezet) speciaal onderwijs worden met ingang van het jaar 2007 vastgesteld overeenkomstig bijlage 2 bij deze regeling.

Artikel 4

Vaststelling van de bekostiging voor de materiële instandhouding van het samenwerkingsverband samenhangend met de inrichting van de zorgstructuur

De bekostiging voor de materiële instandhouding van het samenwerkingsverband samenhangend met de inrichting van de zorgstructuur voor het jaar 2007 wordt vastgesteld overeenkomstig bijlage 3 bij deze regeling.

Artikel 5

Intrekking regelingen

De volgende regelingen worden ingetrokken:

a. Regeling vaststelling programma’s van eisen basisonderwijs 2002;

b. Regeling vaststelling programma’s van eisen (v)so en svo 2002;

c. Regeling vaststelling programma’s van eisen basisonderwijs voor het jaar 2003;

d. Regeling vaststelling programma’s van eisen (v)so en pro met declaratiebekostiging voor het jaar 2003;

e. Regeling vaststelling bedragen en programma’s van eisen basisonderwijs voor het jaar 2004;

f. Regeling vaststelling bedragen en programma’s van eisen (v)so en pro met declaratiebekostiging voor het jaar 2004;

g. Regeling vaststelling bedragen programma’s van eisen basisonderwijs, (v)so en pro voor het jaar 2005;

h. Regeling vaststelling bedragen programma’s van eisen basisonderwijs, (v)so en pro voor het jaar 2006.

Artikel 6

Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking op een bij ministeriële regeling te bepalen tijdstip.

Artikel 7

Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling vaststelling programma’s van eisen PO en (V)SO en bekostiging materiële instandhouding samenwerkingsverband 2007.

Deze regeling zal met de toelichting en de bijlagen in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, M.J.A. van der Hoeven.

Bijlage 1

Bekostigingsstelsel basisonderwijs

Bedragen programma’s van eisen voor basisscholen en speciale scholen voor basisonderwijs voor het jaar 2007

I. Totale vergoeding voor Materiële Instandhouding (MI-vergoeding)

De totale MI-vergoeding is een lumpsumvergoeding bestaande uit verschillende onderdelen en wordt uitgedrukt in de formule: Y = Ya + Yb + Yc + Yd

waarbij

Y = rijksvergoeding per school per jaar

Ya = vergoeding groepsafhankelijke programma’s van eisen

Yb = vergoeding leerlingafhankelijke programma’s van eisen

Yc = vergoeding aanvullende programma’s van eisen

Yd = extra vergoedingen.

Voor elk van de symbolen Ya tot en met Yd geldt een formule, waarin gerekend wordt met een vast bedrag per school en een bedrag per variabele indicator (leerling, groep of m2).

Hieronder volgt de uitwerking naar de verschillende programma’s van eisen.

A. Groepsafhankelijke programma’s van eisen

Ya = bedrag per school afhankelijk van het aantal te huisvesten groepen leerlingen als bedoeld in artikel 14, eerste en tweede lid, van het Besluit bekostiging WPO

2 groepen

3 groepen

4 groepen

5 groepen

6 groepen

€ 16.813,00

€ 21.632,00

€ 27.857,00

€ 33.279,00

€ 36.893,00

voor elke groep meer

€ 4.217,00

  

Bij meer dan 13 groepen wordt het bedrag eenmalig verhoogd met

€ 1.606,00

B. Leerlingafhankelijke programma’s van eisen

Vergoedingsformule:

Yb = vast bedrag per school + bedrag per leerling × het aantal leerlingen

Vergoedingsbedragen:

Vast bedrag per school = € 11.451,07

Bedrag per leerling = € 267,67

C. Aanvullende programma’s van eisen

Nederlands Onderwijs aan AndersTaligen (NOAT)

Vergoedingsformule:

Yc = vast bedrag per school + bedrag per leerling × het aantal NOAT-leerlingen

Vergoedingsbedragen:

Vast bedrag per school = € 98,68

Bedrag per leerling = € 17,67

D. Extra vergoedingen

1. Voor speciale scholen voor basisonderwijs wordt voor 2% van de leerlingen in het samenwerkingsverband een extra vergoeding van € 198,57 per leerling verstrekt. Indien in het samenwerkingsverband meerdere speciale scholen voor basisonderwijs aanwezig zijn, vindt de verdeling van deze vergoeding plaats overeenkomstig de rekenregel zorgformatie:

l = p/q × (0,02 × r) × eerdergenoemd bedrag per leerling. De factor (0,02 × r) wordt rekenkundig afgerond op een geheel getal. In deze rekenregel hebben de componenten de volgende inhoud:

l = extra vergoeding MI voor een speciale school voor basisonderwijs in een samenwerkingsverband

p = het aantal leerlingen van de speciale school voor basisonderwijs, voor zover dat aan het desbetreffende samenwerkingsverband is toe te rekenen

q = het totale aantal leerlingen van alle speciale scholen voor basisonderwijs die deelnemen aan het desbetreffende samenwerkingsverband, voor zover dit aan dat samenwerkingsverband is toe te rekenen

r = het totale aantal leerlingen van alle basisscholen en speciale scholen voor basisonderwijs die deelnemen aan het desbetreffende samenwerkingsverband, voor zover dit aan dat samenwerkingsverband is toe te rekenen.

2. Voor basisscholen in een samenwerkingsverband zonder speciale school voor basisonderwijs wordt voor 2 % van de leerlingen in het samenwerkingsverband een extra vergoeding van € 198,57 per leerling verstrekt.

Bijlage 2

Bekostigingsstelsel speciaal onderwijs en voortgezet speciaal onderwijs

Bedragen programma’s van eisen voor scholen voor speciaal onderwijs en voortgezet speciaal onderwijs voor het jaar 2007.

I. De totale MI-vergoeding

De totale MI-vergoeding is een lumpsumvergoeding bestaande uit verschillende onderdelen en wordt uitgedrukt in de formule: Y = Ya + Yb + Yc

waarbij

Y = rijksvergoeding per school per jaar

Ya = vergoeding groepsafhankelijke programma’s van eisen

Yb = vergoeding leerlingafhankelijke programma’s van eisen

Yc = vergoeding aanvullende programma’s van eisen

Voor elk van de symbolen Ya tot en met Yc geldt een formule, waarin gerekend wordt met een vast bedrag per school en een bedrag per variabele indicator (leerling of groep). Onder groep wordt verstaan het aantal te huisvesten groepen als bedoeld in artikel 128 van de WEC. Bovendien wordt in Ya en Yb nog gerekend met vaste bedragen per schooltype.

Hieronder volgen de totale vergoedingsbedragen van de twee hoofdgroepen van de programma’s van eisen, de aanvullende programma’s van eisen en overige vergoedingsbedragen.

A. Vergoedingsbedragen groepsafhankelijke programma’s van eisen

Onderwijssoort

Per school

SO-schooltype

VSO-schooltype

  

vast

per groep

vast

per groep

a. Dove kinderen

€ 15.474,13

€ 2.910,06

€ 3.625,75

€ 4.481,53

€ 3.574,31

b. Slechthorende kinderen

€ 7.272,80

€ 2.881,46

€ 4.681,56

€ 4.701,06

€ 3.590,28

c. Kinderen met ernstige spraak moeilijkheden

€ 7.339,19

€ 2.927,78

€ 4.756,82

nvt

nvt

f. Lichamelijk gehandicapte kinderen

€ 13.339,93

€ 6.761,16

€ 6.457,47

€ 5.660,22

€ 4.981,72

h. 1e Langdurig zieke kinderen met lichamelijke handicap

€ 7.790,94

€ 4.190,18

€ 5.290,50

€ 5.095,71

€ 4.202,82

h. 2e langdurig zieke kinderen anders dan met lichamelijke handicap

€ 6.130,92

€ 3.996,44

€ 4.651,52

€ 5.941,11

€ 3.317,25

j. Zeer moeilijk lerende kinderen

€ 7.196,17

€ 3.825,71

€ 4.660,44

€ 5.165,07

€ 4.465,59

k. Zeer moeilijk opvoedbare kinderen

€ 6.130,92

€ 3.996,44

€ 4.651,52

€ 5.941,11

€ 3.317,25

m. Kinderen in scholen verbonden aan pedologisch instituut

€ 6.130,92

€ 3.996,44

€ 4.651,52

€ 5.941,11

€ 3.317,25

n. meervoudig gehandicapte kinderen met de combinatie:

a + j (doof en zmlk)

€ 12.162,94

€ 3.276,32

€ 4.039,63

€ 4.754,94

€ 3.930,82

Doof en blind

€ 15.474,13

€ 2.910,06

€ 3.625,75

€ 4.481,53

€ 3.574,31

b + j (sh en zmlk)

€ 7.242,15

€ 3.259,16

€ 4.673,11

€ 4.886,66

€ 3.940,40

f + j (lg en zmlk)

€ 11.156,74

€ 2.882,64

€ 5.825,24

€ 5.049,96

€ 5.049,14

B. Vergoedingsbedragen leerlingafhankelijke programma’s van eisen

Onderwijssoort

Per school

SO-schooltype

VSO-schooltype

  

vast

per leerling

vast

per leerling

Alle onderwijssoorten

€ 10.073,88

    

a. Dove kinderen

 

€ 5.963,00

€ 936,07

€ 6.399,00

€ 1.038,31

b. Slechthorende kinderen

 

€ 5.202,00

€ 798,58

€ 5.838,00

€ 987,80

c. Kinderen met ernstige spraak moeilijkheden

 

€ 4.447,00

€ 663,69

nvt

nvt

f. Lichamelijk gehandicapte kinderen

 

€ 11.364,00

€ 769,70

€ 12.385,00

€ 865,51

h. 1e Langdurig zieke kinderen met lichamelijke handicap

 

€ 3.477,00

€ 530,71

€ 6.864,00

€ 947,99

h. 2e langdurig zieke kinderen anders dan met lichamelijke handicap

 

€ 3.249,00

€ 525,88

€ 6.844,00

€ 717,29

j. Zeer moeilijk lerende kinderen

 

€ 5.401,00

€ 540,21

€ 6.412,00

€ 838,60

k. Zeer moeilijk opvoedbare kinderen

 

€ 3.249,00

€ 525,88

€ 6.844,00

€ 717,29

m. Kinderen in scholen verbonden aan pedologisch instituut

 

€ 3.249,00

€ 525,88

€ 6.844,00

€ 717,29

n. meervoudig gehandicapte kinderen met de combinatie:

a + j (doof en zmlk)

 

€ 9.473,65

€ 1.287,21

€ 10.566,80

€ 1.583,40

Doof en blind

 

€ 9.838,95

€ 1.544,52

€ 10.558,35

€ 1.713,21

b + j (sh en zmlk)

 

€ 8.712,65

€ 1.149,72

€ 10.005,80

€ 1.532,89

f + j (lg en zmlk)

 

€ 3.526,00

€ 832,78

€ 3.766,00

€ 1.034,98

C. Aanvullende programma’s van eisen

1. Brancardliften

Dit betreft een aanvullende vergoeding voor brancardliften waarin vergoedingscomponenten zijn opgenomen voor installatieonderhoud en elektriciteitsverbruik. De vergoeding per brancardlift is € 5.572,20

2. Schoolbaden

Dit betreft een aanvullende vergoeding voor ruimten voor watergewenning of bewegingstherapie (hydrotherapie) in gebruik bij en door scholen. De genormeerde vergoeding is afhankelijk van het soort bad en het bedrag per m3 waterinhoud.

Soort bad

Bedrag per:

Bad

m3 waterinhoud

hydrotherapiebad

 

€ 8.654,05

€ 251,95

watergewenningsbad

 

€ 18.711,74

€ 146,45

toeslag beweegbare bodem

 

€ 907,55

€ 68,62

3. Vergoeding dienstreizen leerkrachten voor ambulante begeleiding van teruggeplaatste leerlingen

Dit betreft een aanvullende vergoeding voor dienstreizen ten behoeve van de ambulante begeleiding van leerlingen, die in het direct voorafgaande schooljaar waren toegelaten tot een school, niet zijnde een instelling als bedoeld in artikel 1 van de WEC, en die zonder dat voor hen nog een leerlinggebonden budget beschikbaar is, zijn teruggeplaatst naar een school als bedoeld in artikel 1 van de Wet op het primair onderwijs (bo) of een school als bedoeld in de Wet op het voortgezet onderwijs dan wel een opleiding, genoemd in artikel 7.2.2., eerste lid onder a en b, van de Wet educatie en beroepsonderwijs (vo).

Het bedrag per teruggeplaatste leerling is gesplitst naar onderwijssoort en schooltype waarnaar is teruggeplaatst.

Onderwijssoort

bo

vo

a. Dove kinderen

€ 1.178,09

€ 539,13

b. Slechthorende kinderen

€ 359,41

€ 179,71

c. Kinderen met ernstige spraak moeilijkheden

€ 359,41

€ 179,71

f. Lichamelijk gehandicapte kinderen

€ 451,26

€ 451,25

h. 1e Langdurig zieke kinderen met lichamelijke handicap

€ 351,44

€ 235,24

h. 2e langdurig zieke kinderen anders dan met lichamelijke handicap

€ 432,47

€ 240,81

j. Zeer moeilijk lerende kinderen

€ 175,72

€ 115,80

k. Zeer moeilijk opvoedbare kinderen

€ 432,47

€ 240,81

m. Kinderen in scholen verbonden aan pedologisch instituut

€ 432,47

€ 240,81

n. meervoudig gehandicapte kinderen met de combinatie:

a + j (doof en zmlk)

€ 351,44

€ 235,24

Doof en blind

€ 351,44

€ 235,24

b + j (sh en zmlk)

€ 351,44

€ 235,24

f + j (lg en zmlk)

€ 351,44

€ 235,24

II. Overige vergoedingsbedragen

1. Vergoeding dienstreizen leerkrachten voor autistische leerlingen.

De regionale expertise centra’s (REC’s) ontvangen de bijzondere bekostiging voor de opvang en begeleiding van leerlingen met autisme verbonden aan de scholen voor (v)so, zie artikel 36 van de regeling aanpassing bekostiging personeel primair onderwijs 2006–2007, staatsblad nr. 135 van 14 juli 2006.

De REC’s ontvangen ook de vergoeding voor de dienstreizen van leerkrachten ten behoeve van de begeleiding van leerlingen met autisme. Het vergoedingsbedrag bedraagt voor het gehele jaar 2007 € 933,88 per toegekende fte. De vergoeding wordt vastgesteld naar evenredigheid van de periode waarover deze bijzondere bekostiging is toegekend en naar rato van het aantal fte’s waarop deze bekostiging is gebaseerd of een gedeelte daarvan.

Bijlage 3

Bekostiging voor de materiële instandhouding van het samenwerkingsverband samenhangend met de inrichting van de zorgstructuur.

De MI- bekostiging van de centrale dienst wordt uitgedrukt in de formule:

Y= bedrag per leerling × aantal leerlingen op de basisscholen in het samenwerkingsverband

Vergoedingsbedrag:

Bedrag per leerling = € 6,61.

Toelichting

De programma’s van eisen worden iedere vijf jaar vastgesteld. Aangezien in het jaar 2007 een nieuwe periode van vijf jaar ingaat en worden de programma’s van eisen opnieuw vastgesteld. De programma’s van eisen vormen de onderbouwing van de rijksvergoeding voor de materiële instandhouding van de scholen in het primair onderwijs . Door de inwerkingtreding, met ingang van 1 augustus 2006, van artikel I onderdelen A, E en F van de Wet van 30 januari 2003, houdende wijziging van de Wet op het primair onderwijs onder meer in verband met de vereenvoudiging van de voorschriften verband houdend met Weer Samen Naar School is nu ook de bekostiging voor de materiële instandhouding van het samenwerkingsverband samenhangend met de inrichting van de zorgstructuur opgenomen.

Prijsbijstelling

De bedragen van de programma’s van eisen voor het jaar 2007 zijn aangepast op basis van de werkelijke prijsontwikkeling 2005, de geactualiseerde prijsontwikkeling 2006 en de verwachte prijsontwikkeling 2007 zoals deze zijn gepubliceerd in de Macro Economische Verkenning 2007 Dit resulteert in een bijstelling van de afzonderlijke vergoedingsbedragen voor het jaar 2006 met 1,56 % om op het prijsniveau voor het bekostigingsjaar 2007 te komen. Door de gehanteerde methodiek komt de prijsbijstelling niet altijd overeen met de inflatie van het desbetreffende jaar.

Tussenschoolse opvang

Schoolbesturen zijn met ingang van augustus 2006 verantwoordelijk voor het (laten) organiseren van de tussenschoolse opvang. Hiervoor is een wetswijziging in voorbereiding. Ouders betalen de exploitatiekosten. In de MI-vergoeding is een bedrag opgenomen van € 1,65 miljoen structureel om uitvoering te kunnen geven aan deze verantwoordelijkheid.

Dit bedrag is in 2006 verhoogd met € 30 miljoen. Voor 2007 is hier nog eens € 4,8 miljoen extra voor beschikbaar.

Arbeidstoeleiding Cluster 4, ZMLK , LZ-cluster 3 en MG ( LG + ZMLK)

De vergoeding voor de materiële instandhouding van het speciaal onderwijs en het voortgezet speciaal onderwijs is in 2006 opgehoogd tot het niveau in het praktijkonderwijs. Deze ophoging is ingegaan per 1 augustus 2006 zodat in de vergoedingsbedragen voor 2006 slechts 5/12 van het budget op jaarbasis is opgenomen. In de nieuwe bedragen is het bedrag nu op jaarbasis vastgesteld.

Deze ophoging had alleen gevolgen voor de onderwijssoorten ZMLK, LZ-cluster 3 en de onderwijssoorten die gezamenlijk cluster 4 vormen. In 2007 is hier ook de onderwijssoort meervoudig gehandicapt LG + ZMLK bijgekomen. Voor de overige onderwijssoorten geldt dat de bestaande vso-bekostiging al hoger is dan de bekostiging van het voortgezet onderwijs.

Met deze wijziging is invulling gegeven aan de motie van 8 februari 2005 van het Tweede Kamerlid Aasted-Madsen c.s. (Kamerstukken II 2004/05, 21860, nr. 81).

Vergoeding dienstreizen leerkrachten voor ambulante begeleiding van teruggeplaatste leerlingen.

Zoals aangekondigd in de toelichting van de Regeling bekostiging dienstreizen voor ambulante begeleiding teruggeplaatste leerlingen maakt deze vergoeding vanaf 2007 weer onderdeel uit van de programma’s van eisen voor de scholen voor het speciaal onderwijs en het voortgezet speciaal onderwijs. De vergoeding wordt berekend op basis van het aantal teruggeplaatste leerlingen op 1 oktober 2006.

De materiële instandhouding van het samenwerkingsverband samenhangend met de inrichting van de zorgstructuur.

Het bedrag per leerling voor de samenwerkingsverbanden wordt toegekend op basis van dezelfde leerlingenaantallen waarop ook de personele bekostiging van de zorgvoorzieningen is gebaseerd. Hiertoe is het bedrag per leerling voor de exploitatiekosten zorgplan WSNS zoals dat voorheen was opgenomen in het programma van eisen voor administratie, beheer en bestuur verhoogd met het budget dat gemoeid was met het bedrag dat werd toegekend aan scholen voor speciaal basisonderwijs, met het budget dat gemoeid was met de verhoging van 3% van de basisschool leerlingen en met het budget dat gemoeid was met de leerlingengroei per 1 maart.

Het bedrag per leerling voor administratie, beheer en bestuur is verlaagd met de component voor de exploitatiekosten zorgplan WSNS, zodat het totale budget voor de zorgstructuren onveranderd is gebleven.

Voorlichting

Bij deze regeling horen twee digitale voorlichtingsbrochures, per december 2006 te raadplegen via de website van CFI, www.cfi.nl.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

M.J.A. van der Hoeven

Naar boven