Buitentoepassingstelling voor een gedeelte van 2006 van de energie-investeringsaftrek en de milieu-investeringsaftrek

11 oktober 2006

Nr. DB2006/00476

Directoraat-Generaal voor Fiscale Zaken, Directie Directe Belastingen

De Minister van Financiën,

Gelet op artikel 3.52, eerste lid, onderdeel b, van de Wet inkomstenbelasting 2001;

Besluit:

Artikel 1

1. In artikel 3.42, derde lid, van de Wet inkomstenbelasting 2001 wordt tot 1 januari 2007 ‘44 percent’ vervangen door: 0 percent.

2. In artikel 3.42a, derde lid, van de Wet inkomstenbelasting 2001 worden tot 1 januari 2007 ‘40 percent’, ‘30 percent’ en ‘15 percent’ vervangen door: 0 percent.

Artikel 2

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na die van de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot en met 12 oktober 2006.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 11 oktober 2006.
De Minister van Financiën, G. Zalm.

Toelichting

De energie-investeringsaftrek (EIA) en de milieu-investeringsaftrek (MIA) zijn gebudgetteerde regelingen. De bewaking van het budget vindt plaats aan de hand van de meldingen van gedane investeringen door belastingplichtigen. Om in aanmerking te komen voor de regeling is als voorwaarde gesteld dat binnen drie maanden na het tijdstip van de investering een melding moet zijn ingediend bij het bureau Investeringsregelingen en Willekeurige Afschrijving (IRWA) van de belastingdienst.

Uit de gegevens inzake de tot nu toe gemelde investeringen blijkt dat sprake is van een zeer groot beroep op de EIA en MIA in 2006. Naar de huidige inzichten zullen, rekening houdend met de nog te verwachten meldingen van de investeringen van de afgelopen drie maanden, de budgetten van de EIA en MIA voor 2006 overschreden worden. Bij de EIA wordt een overschrijding voorzien van ruim € 200 mln. ten opzichte van een budget van € 139 mln. Bij de MIA wordt een overschrijding voorzien van € 50 mln. ten opzichte van een budget van € 118 mln. Op dit moment bedraagt de geraamde overschrijding bij de EIA reeds € 165 mln., en is bij de MIA het budget volgens de raming uitgeput.

Gelet op het voorgaande is het op nihil stellen van het percentage van de EIA en MIA voor een gedeelte van 2006 noodzakelijk. De onderhavige regeling voorziet hierin. Deze regeling is van toepassing op aanschaffingskosten of voortbrengingskosten die op of na donderdag 12 oktober 2006 doch voor 1 januari 2007 zijn gemaakt. Artikel 3.52, eerste lid, onderdeel b, van de Wet inkomstenbelasting 2001 bevat de wettelijke basis voor deze regeling. Op grond van het tweede lid van dat artikel dient binnen 3 maanden na inwerkingtreding van deze regeling een voorstel van wet tot goedkeuring van deze regeling naar de Staten-Generaal te worden gezonden.

De komende drie maanden zullen nog meldingen binnenkomen bij het bureau IRWA van investeringen die hebben plaatsgevonden vóór donderdag 12 oktober 2006. Pas als alle meldingen over het jaar 2006 binnen zijn, kan worden bepaald in hoeverre de budgetten voor 2006 zijn overschreden. Per 1 januari 2007 zullen beide regelingen weer worden opengesteld. De budgetoverschrijding die in 2006 optreedt, zal niet ten laste worden gebracht van het budget van de regelingen in 2007.

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot en met 12 oktober 2006. De rechtvaardiging1 van het toekennen van terugwerkende kracht is de noodzaak om aankondigingseffecten te voorkomen. Daarnaast worden door het toekennen van terugwerkende kracht de budgettaire gevolgen beperkt.

De Minister van Financiën,

G. Zalm

Naar boven