Regeling vaststelling lesgeld voor het cursusjaar 2007–2008
Regeling van de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, van 27 september 2006, nr. SFB/2006/34525, houdende vaststelling van het lesgeld voor het cursusjaar 2007–2008 (Regeling vaststelling lesgeld voor het cursusjaar 2007–2008)
De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
Gelet op artikel 5, tweede en derde lid, van de Les- en cursusgeldwet;
Besluit:
Artikel 1
Indexering
Onder consumentenprijsindex, als bedoeld in artikel 5, tweede lid, van de Les- en cursusgeldwet, wordt verstaan de reeks ‘consumentenprijsindex alle huishoudens’, zoals die wordt berekend en gepubliceerd door het Centraal Bureau voor de Statistiek.
Artikel 2
Vaststelling lesgeld
Het lesgeld, bedoeld in artikel 5, tweede lid, van de Les- en cursusgeldwet, wordt voor het cursusjaar 2007–2008, aan de hand van de consumentenprijsindex, bedoeld in artikel 1, vastgesteld op € 975.
Artikel 3
Intrekking andere regeling
De regeling vaststelling lesgeld voor het cursusjaar 2005–2006 wordt ingetrokken.
Artikel 4
Inwerkingtreding
Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en vervalt met ingang van 1 augustus 2008.
Artikel 5
Citeertitel
Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling vaststelling lesgeld voor het cursusjaar 2007–2008.
Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.
De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, B. Bruins.
Toelichting
Algemeen
Lesgeld is verschuldigd door leerlingen van 18 jaar en ouder in het beroepsonderwijs en het voortgezet algemeen volwassenenonderwijs.
Het lesgeld wordt jaarlijks aan de inflatie aangepast aan de hand van de consumentenprijsindex, zo bepaalt artikel 5, tweede lid, van de Les- en cursusgeldwet.
Het lesgeld voor het cursusjaar 2007–2008 is aan de hand van de in artikel 5, derde lid, van de Les- en cursusgeldwet beschreven indexeringsmethodiek vastgesteld op een bedrag van (afgerond) € 975. Dit betekent een verhoging van € 12 ten opzichte van het voor het cursusjaar 2006–2007 vastgestelde lesgeld van € 963.
Het lesgeld wordt volledig of gedeeltelijk gecompenseerd voor de leerlingen voor wie aanspraak bestaat op een tegemoetkoming in de onderwijsbijdrage als bedoeld in hoofdstuk 3 en 4 van de Wet tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten. Voor de deelnemers aan het beroepsonderwijs die vallen onder de Wet studiefinanciering 2000 wordt, indien zij aanspraak hebben op aanvullende financiering, de lesgeldverhoging eveneens gecompenseerd.
Artikelsgewijs
Artikel 1
Op grond van artikel 5, tweede en derde lid, van de Les- en cursusgeldwet wordt het lesgeld jaarlijks aangepast aan de hand van de consumentenprijsindex.
Als indexcijfer wordt gehanteerd de reeks ‘consumentenprijsindex alle huishoudens’, zoals dat wordt berekend door het Centraal Bureau voor de Statistiek en bekendgemaakt in het Statistisch Bulletin van het Centraal Bureau voor de Statistiek.
Artikel 2
De indexering wordt bepaald door de procentuele wijziging die het indexcijfer van de consumentenprijs over de maand april, voorafgaand aan de aanpassing, heeft ondergaan ten opzichte van de maand april van het daaraan voorafgaande jaar.
Bedoeld indexcijfer over de maand april 2005 bedraagt 113,2 en over de maand april 2006 114,6. De procentuele wijziging is 1,2367%.
Het lesgeld voor het cursusjaar 2006–2007 bedraagt € 963. Het lesgeld voor het cursusjaar 2007–2008 is derhalve als volgt berekend: € 963 + 1,2367% is € 974,91, afgerond op het naastbij gelegen gehele getal is dit € 975.
Artikelen 3 en 4
Artikel 4 zorgt er voor dat deze regeling met ingang van 1 augustus 2008 vervalt. Op die manier wordt het ontstaan van ‘dor hout’ tegengegaan.
Een dergelijke bepaling was nog niet opgenomen in de Regeling vaststelling lesgeld voor het cursusjaar 2005–2006, vandaar dat die regeling middels artikel 3 wordt ingetrokken.
De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
B. Bruins