Regeling machtiging klachtbehandeling Rijksrecherche

Regeling van de Minister van Justitie van 22 september 2006, nr. 5443244/06, houdende machtiging van het College van procureurs-generaal tot het behandelen van klachten over de Rijksrecherche (Regeling machtiging klachtbehandeling Rijksrecherche)

De Minister van Justitie,

Gelet op de artikelen 10:3, 10:9, eerste lid, en 10:12 van de Algemene wet bestuursrecht;

Besluit:

Artikel 1

In deze regeling wordt verstaan onder:

College: het College van procureurs-generaal;

bijzondere ambtenaren van politie: de bijzondere ambtenaren van politie werkzaam bij de Rijksrecherche als bedoeld in artikel 43 van de Politiewet 1993, met inbegrip van de directeur Rijksrecherche, en met inbegrip van de ambtenaren aangesteld voor de uitvoering van technische, administratieve en andere taken ten dienste van die bijzondere ambtenaren van politie.

Artikel 2

Aan het College wordt machtiging verleend om namens de Minister van Justitie klachten te behandelen over gedragingen van de bijzondere ambtenaren van politie.

Artikel 3

Het College wordt toegestaan de hem verleende machtiging door te geven aan de directeur Rijksrecherche, tenzij de klacht een gedraging van deze functionaris betreft.

Artikel 4

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Artikel 5

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling machtiging klachtbehandeling Rijksrecherche.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 22 september 2006.
De Minister van Justitie a.i., M.C.F. Verdonk.

Toelichting

In artikel 62, tweede lid, van de Politiewet 1993 wordt bepaald dat de Minister van Justitie regels vaststelt ten aanzien van klachten over het optreden van bijzondere ambtenaren van politie als bedoeld in artikel 43 van de Politiewet 1993. Hieraan is gehoor gegeven middels de Klachtenregeling Rijksrecherche 1997 en de Klachtenregeling bijzondere ambtenaren van politie, die beiden naar verwachting binnenkort worden vervangen door de Klachtenregeling Rijksrecherche. De laatstgenoemde regeling gaat uit van de situatie dat middels onderhavige regeling de benodigde onderliggende machtiging juist is geregeld, hetgeen tevoren lijkt te zijn verzuimd.

Ingevolge artikel 10:12 van de Awb is de regelgeving van afdeling 10.1.1. van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb), betreffende mandaat, van overeenkomstige toepassing indien een bestuursorgaan een ander machtiging verleent tot het verrichten van handelingen die noch een besluit, noch een privaatrechtelijke rechtshandeling zijn. Klachtenbehandeling valt hieronder.

Met de onderhavige regeling machtigt de Minister van Justitie het College van procureurs-generaal (hierna: het College) klachten te behandelen over gedragingen van de ambtenaren die werkzaam zijn bij de Rijksrecherche. Het College wordt toegestaan – en gezien de bovengenoemde voorgenomen Klachtenregeling Rijksrecherche ook geacht – de machtiging door te geven aan de directeur Rijksrecherche, met uitzondering van klachten die gedragingen van deze functionaris zelf betreffen. Deze klachten zullen worden behandeld door het College.

Aangezien de Minister van Justitie in de Regeling machtiging klachtbehandeling College van procureurs-generaal 2003 het College gemachtigd heeft klachten te behandelen over alle onderdelen van het Openbaar Ministerie met uitzondering van de Rijksrecherche, wordt met deze nieuwe regeling formeel een einde gemaakt aan de uitzonderingspositie van de Rijksrecherche.

De Minister van Justitie a.i.,

M.C.F. Verdonk

Naar boven