Staatscourant van het Koninkrijk der Nederlanden
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties | Staatscourant 2006, 181 pagina 12 | Besluiten van algemene strekking |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties | Staatscourant 2006, 181 pagina 12 | Besluiten van algemene strekking |
12 september 2006
Nr. 2006-0000293823
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
Gelet op artikel 48 van het Besluit bezoldiging politie;
Besluit:
In deze regeling wordt verstaan onder:
a. betrokkene: de ambtenaar als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel i van het Besluit bezoldiging politie die is herbeoordeeld op grond van de Wet wijziging systematiek herbeoordelingen arbeidsongeschiktheidswetten;
b. gewezen betrokkene: de gewezen ambtenaar als bedoeld in artikel 1, eerst lid, onderdeel ff van het Besluit bezoldiging politie, die als gevolg van een dienstongeval volledig arbeidsongeschikt is geworden en waarvan het ontslag is verleend op grond van artikel 94, eerste lid, onderdeel e, van het Besluit algemene rechtspositie politie en die is herbeoordeeld op grond van de Wet wijziging systematiek herbeoordelingen arbeidsongeschiktheidswetten;
c. WAO: Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering;
d. WAO-uitkering: een uitkering op grond van de WAO;
e. herplaatsingstoelage: een herplaatsingstoelage als bedoeld in hoofdstuk 9 van het Pensioenreglement;
f. invaliditeitspensioen: een invaliditeitspensioen als bedoeld in hoofdstuk 8 van het Pensioenreglement;
g. Pensioenreglement: het Pensioenreglement van de Stichting Pensioenfonds ABP
h. Bsgasp: Besluit suppletieregeling gedeeltelijk arbeidsongeschikten sector politie;
i. Bbwp: Besluit bovenwettelijke werkloosheidsuitkering politie
j. TRI: Tijdelijke regeling inkomensgevolgen herbeoordeelde arbeidsongeschikten
k. WW: Werkloosheidswet
l. verdiencapaciteit: het salaris dat de betrokkene of gewezen betrokkene met zijn mogelijkheden nog kan verdienen zoals dat is vastgesteld door de arbeidsdeskundige van het UWV tijdens het WAO-onderzoek;
Het bevoegd gezag biedt de betrokkene waarvan de mate van arbeidsongeschiktheid lager is vastgesteld een zodanige uitbreiding van het dienstverband aan dat de verhoogde verdiencapaciteit, behorend bij die lagere mate van arbeidsongeschiktheid, volledig wordt benut, tenzij een zwaarwegend dienstbelang zich tegen die uitbreiding verzet.
Indien het volledig benutten van de verhoogde verdiencapaciteit, als bedoeld in artikel 2, niet bereikt kan worden door een uitbreiding van het dienstverband biedt het bevoegd gezag de ambtenaar binnen twaalf maanden nadat de mate van arbeidsongeschiktheid lager is vastgesteld tweemaal een passende functie aan binnen diens gezagsbereik of bij een andere werkgever waarmee de betrokkene zijn verhoogde verdiencapaciteit volledig kan benutten, tenzij een zwaarwegend dienstbelang zich tegen het aanbieden van een passende functie verzet.
Van een zwaarwegend dienstbelang, als bedoeld in de artikelen 2 en 3, is sprake indien het aanbieden van een uitbreiding van het dienstverband of een passende functie leidt tot ernstige problemen:
a. van financiële of organisatorische aard;
b. wegens het niet voorhanden zijn van voldoende werk, of
c. omdat de vastgestelde formatieruimte of personeelsbegroting van het regionaal politiekorps daartoe ontoereikend is.
1. De betrokkene die de verhoogde verdiencapaciteit niet volledig kan benutten heeft aanspraak op een volledige compensatie van het inkomensverlies voor de duur van vijf jaar in de vorm van een toelage.
2. Het inkomensverlies is het verschil tussen de bezoldiging, de WAO-uitkering en de herplaatsingstoelage van de ambtenaar in de maand voorafgaande aan vaststelling van een lagere mate van arbeidsongeschiktheid en de bezoldiging, de WAO-uitkering en de herplaatsingstoelage per maand na deze vaststelling.
3. Deze aanspraak gaat in op de kalenderdag dat de mate van arbeidsongeschiktheid van betrokkene lager is vastgesteld.
4. Bij samenloop van de aanspraak, bedoeld in het eerste lid, met een uitkering krachtens de WW, het Bbwp, het Bsgasp of de TRI of een invaliditeitspensioen, wordt de aanspraak verminderd met de verhoging dan wel toekenning van de uitkering krachtens de WW, Bbwp, Bsgap of TRI of het invaliditeitspensioen als gevolg van de vaststelling van een verminderde mate van arbeidsongeschiktheid.
1. Het bevoegd gezag heeft een inspanningsverplichting om de gewezen betrokkene, waarvan de mate van arbeidsongeschiktheid lager is vastgesteld en die zich heeft gemeld bij het bevoegd gezag, binnen 30 maanden zijn verdiencapaciteit te laten benutten.
2. De periode van 30 maanden gaat in met ingang van de eerste dag van de maand volgend op het moment dat de mate van arbeidsongeschiktheid van de gewezen betrokkene is vastgesteld.
Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 oktober 2004.
Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling herbeoordelingsoperatie WAO sector Politie.
Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.
In de Wet wijziging systematiek herbeoordelingen arbeidsongeschiktheidswetten is geregeld dat de wettelijke periodieke beoordelingen in de arbeidsongeschiktheidswetten is vervallen. Voor bestaande uitkeringsgerechtigden, geboren op of na 2 juli 1954, is er wel sprake van een eenmalige herbeoordeling. Deze herbeoordelingsoperatie is op 1 oktober 2004 begonnen en wordt over tweeëneenhalf jaar verspreid.
Als gevolg van de herbeoordelingsoperatie kan van politieambtenaren de verdiencapaciteit hoger worden vastgesteld waardoor de mate van arbeidsongeschiktheid afneemt. In het Akkoord Arbeidsvoorwaarden sector Politie (2005–2007) zijn enkele afspraken gemaakt over de gevolgen van de herbeoordelingsoperatie voor de (gewezen) politieambtenaar.
Afgesproken is dat het bevoegd gezag de politieambtenaar, die door de herbeoordelingsoperatie een hogere verdiencapaciteit heeft, een zodanige uitbreiding van het dienstverband aanbiedt dat hij zijn hogere verdiencapaciteit volledig benut tenzij een zwaarwegend dienstbelang zich daartegen verzet. Indien het volledig benutten van de bijgestelde verdiencapaciteit alleen kan worden bereikt door het verrichten van een functie met een hoger salarisniveau dan biedt het bevoegd gezag binnen 12 maanden twee maal een passende functie aan binnen het bereik van het bevoegd gezag of bij een andere werkgever, tenzij zwaarwegend dienstbelang zich daartegen verzet.
Van een zwaarwegend dienstbelang is sprake indien dit leidt tot ernstige problemen:
– van financiële of organisatorische aard;
– omdat onvoldoende werk voorhanden is, of;
– omdat de vastgestelde formatieruimte of personeelsbegroting van het korps daartoe ontoereikend is.
Indien de politieambtenaar zijn nieuwe verdiencapaciteit niet volledig kan benutten wordt het inkomensverlies dat daarvan het gevolg is gedurende een periode van vijf jaar volledig aangevuld. Bij het bepalen van de hoogte van het inkomensverlies wordt rekening gehouden met aanspraken op een werkloosheidsuitkering en/of een Tijdelijke regeling inkomensgevolgen herbeoordeelde arbeidsongeschikten.
Gewezen politieambtenaren die voorheen volledig arbeidsongeschikt waren kunnen als gevolg van de herkeuring weer verdiencapaciteit verwerven. Indien de voormalige politieambtenaar als gevolg van een dienstongeval destijds arbeidsongeschikt is geworden heeft de voormalige werkgever een inspanningsverplichting om deze voormalige politieambtenaar in de gelegenheid te stellen zijn verdiencapaciteit te benutten en terug te laten keren in het arbeidsproces.
In dit artikel zijn enkele begrippen gedefinieerd. Bij het begrip gewezen betrokkene is van belang dat sprake is van arbeidsongeschiktheid als gevolg van een dienstongeval en dat de ontslaggrond is ongeschiktheid tot het verrichten van zijn arbeid wegens ziekte.
In dit artikel is bepaald dat het bevoegd gezag een verplichting heeft de betreffende betrokkene zijn verhoogde verdiencapaciteit volledig te laten benutten door hem een uitbreiding van het dienstverband aan te bieden, tenzij er zwaarwegende dienstbelangen zijn die zich hiertegen verzetten.
Het kan voorkomen dat met een uitbreiding van het dienstverband niet bereikt kan worden dat de betrokkene zijn verhoogde verdiencapaciteit volledig benut. Bijvoorbeeld in het geval de ambtenaar een volledig dienstverband heeft in een functie op een lager salarisniveau dan voor zijn arbeidsongeschiktheid. In dat geval is het bevoegd gezag verplicht om binnen twaalf maanden na de vaststelling van de verminderde mate van arbeidsongeschiktheid aan de betrokkene tweemaal een passende functie aan te bieden. Dit kan een functie zijn binnen het gezagsbereik van het bevoegd gezag of daarbuiten (dus buiten het regionaal politiekorps). Alleen indien een zwaarwegend dienstbelang zich er tegen verzet kunnen deze aanbiedingen achterwege blijven.
In dit artikel wordt bepaald wanneer sprake is van een zwaarwegend belang zoals bedoeld in de artikelen 2 en 3.
Het niet volledig kunnen benutten van de verhoogde verdiencapaciteit betekent dat het bevoegd gezag (nog) geen uitbreiding van het dienstverband zoals bedoeld in het tweede lid of een passende functie zoals bedoeld in het derde lid heeft aangeboden. Indien het bevoegd wel een uitbreiding van het dienstverband of een passende functie heeft aangeboden, heeft de ambtenaar de mogelijkheid (gehad) om zijn verhoogde verdiencapaciteit volledig te benutten. De ambtenaar komt in dat geval niet in aanmerking voor een compensatie van het inkomensverlies.
Het inkomensverlies is het verschil tussen de som van de bezoldiging, de WAO-uitkering en de herplaatsingstoelage in de maand voor de indeling in de lagere arbeidsongeschiktheidsklasse en de som van de bezoldiging, de WAO-uitkering en de herplaatsingstoelage per maand na deze indeling. Indien de bezoldiging, de WAO-uitkering of de herplaatsingstoelage in de loop van de tijd hoger worden, door bijvoorbeeld een algemene salariswijziging of de toekenning van periodieke salarisverhoging, betekent dit een verkleining van het inkomensverlies.
De aanspraak start op de kalenderdag waarin de ambtenaar is ingedeeld in de lagere arbeidsongeschiktheidsklasse. Dat betekent dat indien de ambtenaar op 1 maart verneemt dat per 1 mei de indeling in de lagere arbeidsongeschiktheidsklasse wordt geëffectueerd, 1 mei de dag is waarop de aanspraak aanvangt.
De toelage maakt onderdeel uit van de bezoldiging in de zin van het Besluit bezoldiging politie en is dus pensioengevend. Dit houdt in onder meer in dat de toelage onderdeel uitmaakt van de berekeningsbasis van de vakantie-uitkering en van de berekeningsbasis voor het non-activiteitsinkomen in de zin van de Tijdelijke ouderenregeling. Voor de vaststelling van de eindejaarsuitkering op grond van artikel 25b van het Besluit bezoldiging politie wordt, in uitzondering op de algemene regel, de toelage beschouwd als salaris. Hiermee wordt voorkomen dat het inkomensverlies niet geheel wordt gecompenseerd als gevolg van een lagere eindejaarsuitkering.
De inspanningsverplichting van het bevoegd gezag ten aanzien van de gewezen betrokkenen gaat pas in op het moment dat de betreffende gewezen betrokkene zich heeft gemeld bij het bevoegd gezag. De duur van de inspanningsverplichting is gekoppeld aan de maand waarin de gewezen betrokkene een hogere verdiencapaciteit is toegekend. Dat betekent dat het bevoegd gezag ten aanzien van de gewezen betrokkene waarvan op 1 februari 2006 de mate van arbeidsongeschiktheid verminderd is vastgesteld en dit meldt op 1 juli 2006, in de periode van 1 juli 2006 tot 1 augustus 2008 een inspanningsverplichting heeft.
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
J.W. Remkes
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stcrt-2006-181-p12-SC76882.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.