Regeling compensatie inkomensgevolgen WIA sector Politie

12 september 2006

nr. 2006-0000293821

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

Gelet op artikel 21, tweede lid, van het Besluit bezoldiging politie;

Besluit:

Artikel 1

In deze regeling wordt verstaan onder:

a. ambtenaar: de ambtenaar bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel i, van het Besluit bezoldiging politie;

b. WIA: de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen.

Artikel 2

1. De ambtenaar waarvan de mate van arbeidsongeschiktheid op grond van de WIA is vastgesteld op minder dan 35% en die als gevolg van de arbeidsongeschiktheid inkomensverlies heeft, maakt aanspraak op een compensatie van dit inkomensverlies.

2. Inkomensverlies is het verschil tussen de oorspronkelijke bezoldiging van de ambtenaar en de bezoldiging nadat de arbeidsongeschiktheid is vastgesteld op minder dan 35%, waarbij verhogingen van de bezoldiging wegens algemene salarismaatregelen of een verhoging van het salaris, als bedoeld in artikel 9 van het Besluit bezoldiging politie, buiten beschouwing worden gelaten.

Artikel 3

1. De compensatie, bedoeld in artikel 2, is een toelage ter hoogte van 70% van het inkomensverlies voor de duur van vijf jaar;

2. De periode van vijf jaar gaat in met ingang van de kalenderdag dat de mate van arbeidsongeschiktheid van de ambtenaar is vastgesteld op minder dan 35%, maar niet voordat 104 weken na de eerste ziektedag zijn verstreken.

3. Bij samenloop van de compensatie, bedoeld in artikel 2, met een uitkering krachtens de Werkloosheidswet of het Besluit bovenwettelijke werkloosheidsuitkering politie, wordt de compensatie verminderd met het bedrag van de uitkering krachtens de Werkloosheidswet of het Besluit bovenwettelijke werkloosheidsuitkering politie.

Artikel 4

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot en met 29 december 2005.

Artikel 5

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling compensatie inkomensgevolgen WIA sector Politie.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, J.W. Remkes.

Toelichting

Algemeen

De wet Werk en Inkomen naar Arbeidsvermogen (WIA) biedt geen inkomensgarantie voor ambtenaren die minder dan 35% arbeidsongeschikt zijn. In het Akkoord Arbeidsvoorwaarden sector Politie (2005–2007) is de afspraak gemaakt dat deze categorie ambtenaren zoveel mogelijk aan het werk dient te blijven. Daarbij kan echter sprake zijn van een inkomensverlies omdat de ambtenaar in een kleinere betrekking (= minder uren per week) of in een functie op een lager salarisniveau gaat werken. De Regeling compensatie inkomensgevolgen WIA sector Politie biedt aan deze categorie ambtenaren een tijdelijke compensatie van 70% van het inkomensverlies voor een periode van vijf jaar. Het inkomensverlies is het verschil tussen de oorspronkelijke bezoldiging van de ambtenaar en zijn bezoldiging na de vaststelling van een mate van arbeidsongeschikt van minder dan 35%. Gedurende de periode van vijf jaar worden verhogingen van de bezoldiging wegens algemene salariswijzigingen of periodieke salarisverhogingen niet in mindering gebracht op de compensatie. Overige verhogingen van de bezoldiging, bijvoorbeeld als gevolg van een bevordering naar een hogere salarisschaal, worden wel in mindering gebracht op de compensatie.

Ter illustratie: een ambtenaar die voor 30% arbeidsongeschikt is en 20% minder werkt in zijn eigen of gelijkwaardige functie, heeft een inkomensverlies ten opzichte van zijn oorspronkelijke bezoldiging van 20%. Betrokkene ontvangt in dat geval gedurende vijf jaar een compensatie van 70% over dit inkomensverlies van 20%. Gaat betrokkene in deze periode meer uren werken of wordt hij ingedeeld in een hogere salarisschaal dan wordt zijn inkomensverlies lager waardoor ook de compensatie lager uitvalt. Is niet langer meer sprake van een inkomensverlies dan wordt de compensatie stopgezet.

Het kan voorkomen dat een ambtenaar op grond van de WIA door het UWV in eerste instantie de mate van arbeidsongeschiktheid hoger of gelijk aan 35% wordt vastgesteld en dat op een later tijdstip het UWV de mate van arbeidsongeschiktheid vaststelt op minder dan 35%. In dat geval maakt de ambtenaar aanspraak op een compensatie van het inkomensverlies voor de duur van vijf jaar. Deze duur vangt aan op de kalenderdag dat de ambtenaar de arbeidsongeschikt lager dan 35% is vastgesteld.

Artikelsgewijs

Artikel 2

Alleen ambtenaren die op grond van de wet Werk en inkomen naar arbeidsvermogen een mate van arbeidsongeschiktheid van minder dan 35% hebben, komen in aanmerking voor een compensatie van het inkomensverlies. Voor de berekening van het inkomensverlies blijven algemene salariswijzigingen en periodieke salarisverhogingen buiten beschouwing. Alle overige wijzigingen van de bezoldiging worden meegenomen in de berekening van het inkomensverlies. Dat betekent bijvoorbeeld dat een toename van de operationele toelage als gevolg heeft dat het inkomensverlies daalt. Ook een verhoging van de bezoldiging als gevolg van een indeling van de ambtenaar in een hogere salarisschaal heeft als gevolg dat het inkomensverlies daalt.

Artikel 3

De toelage maakt onderdeel uit van de bezoldiging in de zin van het Besluit bezoldiging politie en is dus pensioengevend. Dit houdt in onder meer in dat de toelage onderdeel uitmaakt van de berekeningsbasis van de vakantie-uitkering en van de berekeningsbasis voor het non-activiteitsinkomen in de zin van de Tijdelijke ouderenregeling. Voor de vaststelling van de eindejaarsuitkering op grond van artikel 25b van het Besluit bezoldiging politie wordt, in uitzondering op de algemene regel, de toelage beschouwd als salaris. Hiermee wordt voorkomen dat het inkomensverlies voor minder dan 70% wordt gecompenseerd als gevolg van een lagere eindejaarsuitkering.

Artikel 5

De datum van inwerkingtreding van deze regeling is gelijk aan de datum van inwerkingtreding van de WIA (Stb. 2005, 619), namelijk 29 december 2005.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

J.W. Remkes

Naar boven