De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
Gelet op de artikelen 8, derde lid, en 22 van de Wet arbeid vreemdelingen;
Besluit:
Artikel I
De Uitvoeringsregels Wet arbeid vreemdelingen behorende bij het Delegatie- en Uitvoeringsbesluit Wet arbeid vreemdelingen1 worden als volgt gewijzigd:
Paragraaf 19a komt te luiden:
19a
Werving van arbeidsaanbod uit de nieuwe lidstaten van de EU
Ter invulling van de tweede fase van het overgangsregime voor het vrij verkeer van werknemers met de nieuwe lidstaten van de Europese Unie, zoals neergelegd in de Toetredingsverdragen tussen de EU en haar lidstaten enerzijds en de lidstaten die per 1 mei 2004 tot de Europese Unie zijn toegetreden anderzijds, kan zonder toets aan artikel 8, eerste lid, onder a en b, van de Wet arbeid vreemdelingen een tewerkstellingsvergunning worden verleend, wanneer de aanvraag betrekking heeft op de tewerkstelling van een vreemdeling met de nationaliteit van Estland, Hongarije, Polen, Letland, Litouwen, Slovenië, Slowakije of Tsjechië, die te werk wordt gesteld in een van de volgende sectoren, bedoeld in artikel 5.1 van de Regeling Wfsv:
1. Agrarisch bedrijf
8. Groothandel in hout, zagerijen, schaverijen en houtbereidingsindustrie
10. Metaalindustrie
12. Metaal- en technische bedrijfstakken
13. Bakkerijen
15. Slagersbedrijven
16. Slagers overig
17. Detailhandel en ambachten
19. Grootwinkelbedrijf
22. Binnenscheepvaart
33. Horeca algemeen
35. Gezondheid, geestelijke en maatschappelijke belangen
41. Groothandel I
42. Groothandel II
44. Zakelijke dienstverlening II
59. Mortelbedrijf
61. Overheid, onderwijs en wetenschappen
62. Overheid, rijk, politie, rechterlijke macht
64. Overheid, provincies, gemeenten en waterschappen
65. Overheid, openbare nutsbedrijven
66. Overheid, overige instellingen
69. Telecommunicatie
Artikel II
Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.
Deze regeling zal met toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.
In de Toetredingsverdragen van de Europese Unie en de 15 lidstaten enerzijds en de nieuwe EU-lidstaten, die per 1 mei 2004 zijn toegetreden anderzijds, is een overgangsregime met betrekking tot het vrij verkeer van werknemers opgenomen. Dit overgangsregime houdt in dat EU-lidstaten tot uiterlijk 1 mei 2011 de bepalingen met betrekking tot het vrij verkeer van werknemers niet behoeven toe te passen.
Als invulling van de tweede fase in het overgangsregime (van 1 mei 2006 tot 1 mei 2009) zal Nederland voorlopig de tewerkstellingsvergunningsplicht voor werknemers uit de nieuwe EU-lidstaten van Midden- en Oost-Europa handhaven. Om toe te groeien naar een volledig vrij verkeer van werknemers zullen echter stapsgewijs sectoren worden vrijgesteld van de arbeidsmarkttoets. Werkgevers die werknemers uit de nieuwe lidstaten van de Europese Unie willen te werk stellen, behoeven in het kader van de aanvraag van een tewerkstellingsvergunning hun vacature niet meer te melden bij CWI. De in artikel 8, eerste lid, onder a en b, van de Wet arbeid vreemdelingen vervatte weigeringsgronden zijn in dezen niet langer van toepassing. Deze wijziging betreft een uitbreiding van het aantal sectoren waarvoor de arbeidsmarkttoets en daarmee de vacaturemelding vervalt. De aanwijzing van sectoren is gebaseerd op de sectorindeling, die is opgenomen in artikel 5.1 van de Regeling Wfsv.