Regeling instelling Nationaal rapporteur mensenhandel

Regeling van 6 september 2006, nr. 5440552/06/AvdJ, houdende instelling van de Nationaal rapporteur mensenhandel (Regeling instelling Nationaal rapporteur mensenhandel)

De Minister van Justitie,

Besluit:

Artikel 1

Instelling Nationaal rapporteur mensenhandel

Er is een Nationaal rapporteur mensenhandel.

Artikel 2

Bureau Nationaal rapporteur mensenhandel

De Nationaal rapporteur mensenhandel wordt in zijn werkzaamheden ondersteund door een bureau.

Artikel 3

Werkwijze Nationaal rapporteur mensenhandel

De Nationaal rapporteur mensenhandel regelt zijn werkwijze en die van het bureau.

Artikel 4

Taken Nationaal rapporteur mensenhandel

1. De Nationaal rapporteur mensenhandel onderzoekt de (ontwikkelingen in de) omvang en kenmerken van mensenhandel, alsmede de effecten van genomen beleidsmaatregelen in de aanpak van mensenhandel.

2. De Nationaal rapporteur mensenhandel adviseert de regering over de voorkoming en bestrijding van mensenhandel.

3. De Nationaal rapporteur mensenhandel rapporteert jaarlijks aan de regering door toezending van zijn rapport aan onze Minister van Justitie.

Artikel 5

Rapport

1. Het rapport, genoemd in artikel 2, derde lid, bevat in ieder geval:

a. een verantwoording van de wijze van onderzoek;

b. de resultaten van het verrichte onderzoek en de daarop gebaseerde conclusies;

c. aanbevelingen ter verbetering van de voorkoming en bestrijding van mensenhandel.

2. De aanbevelingen, genoemd in het eerste lid, onder c, kunnen zich richten tot de centrale overheid, lokale overheid en andere bestuursorganen, tot (de Nederlandse inbreng in) internationale organisaties en tot non-gouvernementele organisaties.

3. De Minister van Justitie zendt het rapport ter kennisneming aan de Eerste en Tweede Kamer der Staten-Generaal.

Artikel 6

Benoeming Nationaal rapporteur mensenhandel

1. De Nationaal rapporteur mensenhandel wordt benoemd door de Minister van Justitie.

2. De benoeming vindt telkens plaats voor een periode van vier jaar.

Artikel 7

Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking met ingang van de tweede dag na dagtekening van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst.

Artikel 8

Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling instelling Nationaal rapporteur mensenhandel.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 6 september 2006.
De Minister van Justitie, J.P.H. Donner.

Toelichting

1. Algemeen

Op 26 april 1997 heeft een Ministersconferentie van de Europese Unie onder Nederlands voorzitterschap een verklaring aangenomen tot bestrijding van vrouwenhandel, getiteld ‘The Hague ministerial declaration on European guidelines for effective measures to prevent and combat trafficking in women for the purpose of sexual exploitation’ of – kortweg – ‘de Haagse Verklaring’. In deze verklaring worden staten aangemoedigd een nationaal rapporteur aan te stellen om aan de respectieve overheden te rapporteren over de omvang, aard en mechanismen van vrouwenhandel en over de effecten van het gevoerde beleid.

In navolging van deze Verklaring van Den Haag heeft Nederland met ingang van 1 april 2000, een ‘Nationaal rapporteur mensenhandel’ aangesteld.

2. De Nationaal rapporteur mensenhandel en het ondersteunend bureau

Voor de vervulling van de functie Nationaal rapporteur mensenhandel (verder: Nationaal rapporteur), wordt gedacht aan een persoon met groot persoonlijk gezag die beschikt over toepasselijke deskundigheid en affiniteit met het thema. Deze onafhankelijke functionaris rapporteert aan de regering over mensenhandel en adviseert over de aanpak ervan. De positionering van het Bureau nationaal rapporteur mensenhandel (verder: het Bureau) dat de Nationaal rapporteur in zijn werkzaamheden ondersteunt dient eveneens borg te staan voor de onafhankelijkheid van de Nationaal rapporteur. Beheersmatig is het Bureau ondergebracht bij het Ministerie van Justitie (Bureau SG). Dit ministerie is aanspreekpunt voor de logistieke ondersteuning van het Bureau en zorgt voor huisvesting. Inhoudelijk is er vanuit het ministerie geen bemoeienis met het Bureau.

3. De taken van de Nationaal rapporteur

Er wordt jaarlijks een rapportage gepresenteerd over de ontwikkelingen op het terrein van mensenhandel, gevolgd door conclusies en aanbevelingen ter verbetering van preventie en bestrijding van mensenhandel.

Ten behoeve van het onderzoek heeft de Nationaal rapporteur geen bijzondere wettelijke bevoegdheden toegekend gekregen. Wel dienen door de rapporteur benaderde organen en instellingen alle medewerking te verlenen bij het beschikbaar stellen c.q. verkrijgen van de benodigde gegevens. De Nationaal rapporteur en het Bureau zijn tevens gemachtigd om inzage te krijgen in politiedossiers en hebben toegang gekregen tot dossiers van het openbaar ministerie (ook in lopende zaken).

4. De werkwijze van de Nationaal rapporteur

De Nationaal rapporteur richt zich primair tot organen en instellingen die beschikken over relevante informatie, maar hoeft zich niet te beperken tot het verzamelen van reeds bestaande informatie. Het Bureau kan – binnen de budgettaire en capacitaire mogelijkheden – ook zelf onderzoek initiëren.

5. De benoeming van de Nationaal rapporteur

De Nationaal Rapporteur wordt aangesteld door de regering en benoemd door de Minister van Justitie, na overleg in de Ministerraad.

De Minister van Justitie,

J.P.H. Donner

Naar boven