De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
Handelende in overeenstemming met de Minister van Economische Zaken;
Gelet op beschikking nr. 2006/502/EG van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 11 mei 2006 waarbij de lidstaten worden verplicht maatregelen te treffen om ervoor te zorgen dat uitsluitend kinderveilige aanstekers op de markt worden gebracht en dat het op de markt brengen van ‘novelty lighters’ wordt verboden (PbEU L 198), alsmede op artikel 15, eerste lid, van de Warenwet;
Besluit:
Artikel 1
In deze regeling wordt verstaan onder:
a. beschikking 2006/502/EG: beschikking nr. 2006/502/EG van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 11 mei 2006 waarbij de lidstaten worden verplicht maatregelen te treffen om ervoor te zorgen dat uitsluitend kinderveilige aanstekers op de markt worden gebracht en dat het op de markt brengen van ‘novelty lighters’ wordt verboden (PbEU L 198);
b. aansteker: aansteker, bedoeld in artikel 1, eerste lid, van beschikking 2006/502/EG;
c. novelty lighter: aansteker, bedoeld in artikel 1, tweede lid, van beschikking 2006/502/EG;
d. kinderveilige aansteker: aansteker, bedoeld in artikel 1, derde lid, van beschikking 2006/502/EG;
e. model wegwerpaansteker: aansteker, bedoeld in artikel 1, vierde lid, van beschikking 2006/502/EG;
f. kinderveiligheidstest: test, bedoeld in artikel 1, vijfde lid, van beschikking 2006/502/EG;
g. producent: producent, bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder b, van het Warenwetbesluit algemene productveiligheid;
h. distributeur: distributeur, bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder c, van het Warenwetbesluit algemene productveiligheid
i. bevoegde autoriteit: de Voedsel en Waren Autoriteit.
Artikel 2
Het is verboden aanstekers op de markt te brengen anders dan met inachtneming van deze regeling.
Artikel 3
1. Novelty lighters en andere aanstekers dan kinderveilige aanstekers worden niet op de markt gebracht.
2. Producenten brengen slechts aanstekers op de markt indien zij de handelingen verrichten en de documenten bewaren, voorleggen of afgeven aan de bevoegde autoriteit, bedoeld in artikel 3, eerste lid, van beschikking 2006/502/EG.
3. Distributeurs van aanstekers voldoen onverwijld aan een verzoek inzake het voorleggen van documentatie aan de bevoegde autoriteit, bedoeld in artikel 3, tweede lid, van beschikking 2006/502/EG.
4. Aanstekers waarvoor de producent en de distributeur de documentatie, bedoeld in het tweede en derde lid, niet binnen de door de bevoegde autoriteit vastgestelde termijn hebben voorgelegd, worden niet op de markt gebracht.
Artikel 4
De rapporten van een kinderveiligheidstest:
a. voldoen aan artikel 4, eerste lid, van beschikking 2006/502/EG; en
b. zijn opgesteld door keuringsdiensten, bedoeld in artikel 4, tweede lid, van beschikking 2006/502/EG.
Artikel 5
1. Deze regeling treedt in werking met ingang van 11 maart 2007.
2. Deze regeling vervalt met ingang van 11 mei 2007.
Artikel 6
Deze regeling wordt aangehaald als: Tijdelijke Warenwetregeling kinderveiligheid aanstekers (beschikking 2006/502/EG).
Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.
Op 20 juli 2006 is gepubliceerd beschikking nr. 2006/502/EG van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 11 mei 2006 waarbij de lidstaten worden verplicht maatregelen te treffen om ervoor te zorgen dat uitsluitend kinderveilige aanstekers op de markt worden gebracht en dat het op de markt brengen van ‘novelty lighters’ wordt verboden (PbEU L 198), verder te noemen: beschikking 2006/502/EG.
Van beschikking 2006/502/EG is op 11 mei 2006 kennisgegeven aan de lidstaten. Beschikking 2006/502/EG dient daarom krachtens artikel 6, eerste lid, van die beschikking uiterlijk 11 september 2006 te zijn omgezet in Nederlandse regelgeving. Aangezien die termijn zo kort is dat ter zake niet de totstandkoming van een algemene maatregel van bestuur kan worden afgewacht, is beschikking 2006/502/EG voorlopig krachtens artikel 15, eerste lid, van de Warenwet uitgevoerd bij deze spoedregeling.
In de overwegingen bij beschikking 2006/502/EG is uitgebreid aangeven welke overwegingen hebben geleid tot de vaststelling van die beschikking, en dus ook tot de vaststelling van deze spoedregeling. Kort samengevat komt het erop neer dat vanaf 11 maart 2007 uitsluitend nog kinderveilige aanstekers op de markt mogen worden gebracht, en dat vanaf dat tijdstip het op de markt brengen van zogenaamde novelty lighters specifiek verboden is.
Beschikking 2006/502/EG en deze regeling hebben dus nog geen betrekking op het aanbieden van aanstekers aan de consument. Uit overweging 19 bij beschikking 2006/502/EG blijkt dat het de bedoeling is om de verkoop van niet-kinderveilige aanstekers aan de consument pas met ingang van 11 maart 2008 te verbieden. Daartoe zal een afzonderlijke beschikking door de Commissie worden vastgesteld.
Deze spoedregeling zal zo spoedig mogelijk worden vervangen door regelgeving bij of krachtens het Warenwetbesluit algemene productveiligheid. In de toelichting bij die regelgeving zullen de door beschikking 2006/502/EG veroorzaakte administratieve lasten voor het bedrijfsleven worden gespecificeerd.
Deze regeling heeft geen gevolgen voor de administratieve lasten voor de burger.
In onderstaande tabel is het verband weergegeven tussen beschikking 2006/502/EG en deze spoedregeling.