Staatscourant van het Koninkrijk der Nederlanden
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
|---|---|---|---|
| Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport | Staatscourant 2006, 175 pagina 12 | Besluiten van algemene strekking |
Authentieke versie (PDF)
Informatie
Printen
Delen
Regeling terminale en palliatieve zorg 2007
Regeling van 4 september 2006 van de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, DLZ-KZ-2711142, tot subsidiëring van de coördinatie van terminale en palliatieve zorg in 2007
De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
Gelet op artikel 3 van de Kaderwet volksgezondheidssubsidies en artikel 10 van de Welzijnswet 1994;
Besluit:
In deze regeling wordt verstaan onder:
a. minister: de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport;
b. instelling: een privaatrechtelijke rechtspersoon met volledige rechtsbevoegdheid, dan wel een rechtspersoon krachtens publiekrecht ingesteld;
c. instellingssubsidie: een per boekjaar verstrekte subsidie in de kosten van structurele activiteiten van een instelling.
De minister kan ten behoeve van het jaar 2007 een instellingssubsidie verstrekken voor de ondersteuning van de coördinatie van:
a. organisaties met een coördinatiefunctie op het gebied van de vrijwillige terminale zorg, met inbegrip van de zelfstandige hospices, de bijna-thuis-huizen en de intensieve thuiszorg;
b. netwerken palliatieve zorg.
De gesubsidieerde activiteiten bestaan uit de ondersteuning van de coördinatie van:
a. hulp die personen op vrijwillige basis zonder overeengekomen beloning bieden aan een terminale zorgbehoevende in de vorm van hoofdzakelijk vervangende mantelzorg in de thuissituatie van de hulpbehoevende, in zelfstandige hospices of in de bijna-thuis-huizen;
b. vorming en instandhouding van netwerken palliatieve zorg ten behoeve van de versterking van de onderlinge samenwerking tussen de bij de palliatieve zorg betrokken organisaties en personen.
1. Voor de instellingssubsidie komt uitsluitend in aanmerking een instelling die op grond van paragraaf 2.10 van de Regeling subsidies AWBZ subsidie is verleend voor de gesubsidieerde activiteiten in het jaar 2006.
2. De aanvraag van de instellingssubsidie gaat vergezeld van een afschrift van de beschikking tot de verlening, bedoeld in het eerste lid.
1. De instellingssubsidie voor de ondersteuning van de coördinatie van de netwerken palliatieve zorg wordt slechts verleend indien is voldaan aan de volgende voorwaarden:
a. aan de netwerken palliatieve zorg nemen instellingen en organisaties van professionele zorgverleners deel;
b. met organisaties van patiënten, vrijwilligers en zorgverzekeraars wordt regelmatig overleg gepleegd.
De instellingssubsidie bedraagt ten hoogste het bedrag dat wordt berekend met de formule (12 / A) × B, waarbij de letter:
– A staat voor het aantal maanden waarvoor de instelling op grond van de Regeling subsidies AWBZ subsidie is verleend voor de uitvoering van gesubsidieerde activiteiten in het jaar 2006;
– B staat voor het subsidiebedrag dat de instelling op grond van de Regeling subsidies AWBZ ten hoogste is verleend voor de uitvoering van gesubsidieerde activiteiten in het jaar 2006.
Op de instellingssubsidie zijn de artikelen 3 en 4 alsmede Hoofdstuk III van de Subsidieregeling VWS-subsidies van toepassing.
1. In afwijking van artikel 32, eerste lid, van de Subsidieregeling VWS-subsidies worden slechts de volgende lasten bij het verlenen van de instellingssubsidie in aanmerking genomen:
a. salariskosten van de coördinatiefunctie;
b. premies voor verzekering van wettelijke aansprakelijkheid van vrijwilligers binnen de uitoefening van hun werkzaamheden, voorzover noodzakelijk;
c. reiskosten van vrijwilligers tot maximaal de forfaitaire vrijstelling voor dergelijke vergoedingen ingevolge de belastingwetgeving;
d. kosten voor de werving en training van vrijwilligers;
e. kosten van algemene kantoorkosten ten behoeve van de coördinatie- en ondersteuningsfunctie.
2. In afwijking van artikel 32, eerste lid, van de Subsidieregeling VWS-subsidies worden bij het verlenen van de instellingssubsidie niet in aanmerking genomen lasten die hoger zijn dan die welke voortvloeien uit de van toepassing zijnde collectieve arbeidsovereenkomsten.
De minister kan indien bijzondere omstandigheden daartoe aanleiding geven, artikelen buiten toepassing laten of daarvan afwijken.
Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en vervalt met ingang van 1 januari 2008 met dien verstande dat deze regeling van toepassing blijft op subsidies die op grond van deze regeling zijn verleend of vastgesteld.
Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling terminale en palliatieve zorg 2007.
Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.
Toelichting
Deze regeling heeft betrekking op de subsidieverstrekking ten behoeve van palliatieve terminale zorg. Op dit moment maakt deze subsidieverstrekking nog onderdeel uit van de op de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten gebaseerde Regeling AWBZ-subsidies, Paragraaf 2.10. Coördinatie vrijwillige thuiszorg en mantelzorg (Stcrt. 2005, 242). Als gevolg van de totstandkoming van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo; Kamerstukken I 2005/2006, 30 131, nr. A) valt met ingang van 2007 een groot deel van de volgens die paragraaf gesubsidieerde activiteiten niet meer onder de AWBZ. Paragraaf 2.10 van de Regeling AWBZ-subsidies zal daarom komen te vervallen.
Het continueren van de subsidieverstrekkingen voor de palliatieve terminale zorg op grond van een afzonderlijke regeling is om de volgende redenen noodzakelijk. Anders dan bij de vrijwillige thuiszorg en de mantelzorg, die op grond van de Wmo vanaf 2007 tot de verantwoordelijkheid van gemeenten behoren, gaat de verantwoordelijkheid voor de instandhouding van de palliatieve terminale zorg als zodanig niet over naar de gemeenten. Die blijft op het terrein van de gezondheidszorg liggen en er is geen aanleiding mijn beleid ter ondersteuning van de vrijwillige palliatieve terminale zorg te beëindigen. Voor het voortzetten van de subsidieverstrekking maak ik gebruik van de mogelijkheid op grond van de Kaderwet volksgezondheidssubsidies een regeling tot stand te brengen. De regeling is mede gestoeld op de Welzijnswet 1994, omdat behalve professionele zorginstellingen ook vrijwilligers een belangrijke bijdrage leveren aan de palliatieve terminale zorg. Ten behoeve van een adequate infrastructuur voor die zorg is een veelal bovengemeentelijke coördinatie nodig van alle betrokkenen. Volledigheidshalve zij nog opgemerkt dat deze regeling met ingang van 1 januari 2007 van rechtswege zal zijn gebaseerd op artikel 3 van de Kaderwet VWS-subsidies.
Verder is gekozen voor een afzonderlijke regeling die uitsluitend betrekking heeft op de subsidieverstrekkingen ten behoeve van de palliatieve zorg. Voor de subsidieverstrekkingen op de beleidsterreinen van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport geldt een algemene subsidieregeling die met ingang van 1 juli 2006 in werking is getreden: de Subsidieregeling VWS-subsidies. Die nieuwe regeling bevat het totaal aan regels die in het algemeen gelden voor de VWS-subsidies. Indien daartoe aanleiding is, kunnen bij afzonderlijke regeling afwijkende of aanvullende regels worden gesteld. Hoewel deze algemene bepalingen voor het merendeel van toepassing kunnen zijn, is aan een afzonderlijke regeling wel behoefte. Dat heeft te maken met een omschrijving van de activiteiten en van de instellingen die in aanmerking kunnen komen voor subsidie. Daarnaast is een specifieke regeling nodig voor het bepalen van de hoogte van de subsidie.
De regeling is tijdelijk. Het is van belang dat de palliatieve terminale zorg financieel gezien in ieder geval geen hinder ondervindt van de veranderingen als gevolg van de Wmo, zodat die zorg gecontinueerd kan blijven. Het jaar 2007 geldt daarbij als een overgangsjaar waarin de subsidiëring op de voet van 2006 wordt voortgezet. De regeling is daarom nagenoeg gelijkluidend aan paragraaf 2.10 van de Regeling AWBZ-subsidies. De subsidiabele activiteiten, de kosten die voor subsidie in aanmerking komen en het beschikbare budget zijn derhalve historisch bepaald. Kortheidshalve wordt hier verwezen naar de toelichting op paragraaf 2.10 de Regeling AWBZ-subsidies.
De instellingen die in 2006 gesubsidieerd werden voor de activiteiten die op grond van de onderhavige regeling subsidiabel zijn, komen in 2007 wederom in aanmerking voor subsidie. Dat geldt ook voor de zorgkantoren voor zover die zelf de subsidiabele activiteiten ter hand hebben genomen. Instellingen kunnen maximaal hetzelfde subsidiebedrag ontvangen als in 2006 is verstrekt voor dezelfde activiteiten die volgens deze regeling worden gesubsidieerd. De maximale subsidie wordt op jaarbasis berekend: indien een zorgkantoor een instelling pas in de loop van 2006 subsidie heeft verstrekt voor een periode korter dan een kalenderjaar, wordt de maximale subsidie naar rato van die kortere periode verhoogd tot het bedrag dat overeenkomt met een volledig kalenderjaar. Een belangrijk verschil met de huidige situatie is dat de subsidie niet meer via het College zorgverzekeringen door zorgkantoren wordt verstrekt, maar door de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Dat brengt enkele ondergeschikte wijzigingen van administratieve aard mee in de wijze waarop de subsidie wordt verstrekt. Om gebruik te maken van deze regeling dient een ingevuld aanvraagformulier voor een subsidieverlening voor 1 oktober 2006 te worden opgestuurd aan het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. De Subsidieregeling VWS-subsidies en het aanvraagformulier zijn te downloaden op de website van het ministerie: ‘www.minvws.nl’. Een tweede belangrijk verschil is de vorming van een egalisatiereserve. De egalisatiereserve werkt als een buffer, waarmee overschotten uit het ene jaar ingezet kunnen worden voor tekorten in het andere jaar. Uitgebreide informatie daarover is opgenomen in de toelichting op de Subsidieregeling VWS-subsidies (Stcrt. 2006, 116).
In het jaar 2007 zal de bestaande subsidiesystematiek bezien worden. Met name de verdeling van het beschikbare budget over de verschillende regio’s en organisaties zal worden heroverwogen. In het verleden zijn de middelen voor de coördinatie van vrijwillige thuiszorg en mantelzorg over de zorgkantoorregio’s verdeeld op basis van het aantal 65-plussers per 100.000 inwoners. Uit het Nivel-rapport ‘De rol van zorgkantoren en netwerken bij de realisatie van palliatieve voorzieningen’ (2005) blijkt dat de zorgkantoren elk een eigen invulling gaven aan de uitvoering van de Regeling AWBZ-subsidies voor wat betreft de coördinatie van vrijwillige thuiszorg en mantelzorg. Als gevolg hiervan bestaan er grote verschillen in de wijze waarop de beschikbare middelen zijn verdeeld. Het voornemen is om de beschikbare middelen volgens uniforme criteria te verdelen. Bij een gelijkblijvend budget betekent dit een herverdeling van subsidiegelden. Naar verwachting zal de vernieuwde subsidiesystematiek per 1 januari 2008 ingevoerd worden. Anders dan in 2007, zullen zich dan voor individuele instellingen ingrijpende wijzigingen kunnen voordoen.
De gevolgen voor de administratieve lasten voor zowel burgers als bedrijven zijn nihil.
De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
C.I.J.M. Ross-van Dorp
Permanente link
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stcrt-2006-175-p12-SC76772.html