Wijziging regeling SUWI

Regeling van de Minister en de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 24 augustus 2006, nr. UB/S/2006/69683, tot wijziging van de regeling SUWI in verband met A/B-routering en enkele technische aanpassingen

De Minister en de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

Gelet op de artikelen 26, tweede lid, 49, negende lid, en 77 van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen en de artikelen 3, tweede lid, 9, vijfde lid, en 10 van het Besluit Inlichtingenbureau gemeenten;

Besluiten:

Artikel I

Wijziging van de Regeling SUWI

De Regeling SUWI wordt als volgt gewijzigd:

A

Paragraaf 2.1 komt te luiden:

§ 2.1

Methodiek indeling werkzoekenden

Artikel 2.1

Gezamenlijke bepaling methodiek indeling werkzoekenden

Aan de in artikel 26, eerste lid, van de Wet SUWI bedoelde administratieve indeling van werkzoekenden ligt een methodiek ten grondslag die in gezamenlijk overleg van de CWI, het UWV en de VNG dan wel burgemeester en wethouders wordt bepaald.

B

In artikel 5.11, vierde lid, vervalt, onder vervanging van de komma voor ‘of’ door een punt: of dragen ze de gegevens voor die doeleinden gedocumenteerd over aan het Steinmetzarchief van het Nederlands Instituut voor Wetenschappelijke Informatiediensten. Bij de overdracht worden de richtlijnen van het Steinmetzarchief in acht genomen.

C

Artikel 6.7 vervalt.

D

In artikel 6.8 wordt ‘1 juli 2006’ vervangen door: 1 januari 2007.

E

De bijlagen III, IV, VI, VIII, IX, X, XI en XX bij de Regeling SUWI worden vervangen door de bijlagen III, IV, VI, VIII, IX, X, XI en XX bij deze regeling.

F

Bijlage XVII vervalt.

Artikel II

Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst, met dien verstande dat artikel I, onderdeel D, terugwerkt tot en met 1 juli 2006.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 24 augustus 2006.
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, A.J. de Geus.De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, H.A.L. van Hoof.

Toelichting

Algemeen

Deze regeling tot wijziging van de Regeling SUWI voorziet onder meer in deregulering van bepalingen (in artikel 2.1 Regeling SUWI) omtrent de administratieve indeling van werkzoekenden. Zoals bij gelegenheid van de Verzamelwet sociale verzekeringen 2006 (Kamerstukken II, 2004–2005, 30 238, nr. 3, pag. 27) is aangegeven, wordt het huidige voorschrift in de Regeling SUWI om werkzoekenden in vier fasen in te delen te gedetailleerd geacht. Het wettelijke voorschrift (artikel 26, eerste lid, Wet SUWI) om de afstand tot de arbeidsmarkt te bepalen is voldoende; de weg waarlangs kan in beginsel aan de uitvoering zelf worden overgelaten.

Het Algemeen Ketenoverleg, bestaande uit de Centrale organisatie werk en inkomen (hierna: CWI), het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (hierna: UWV), de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (hierna: de VNG) en Divosa, heeft aangegeven de onderhavige deregulering te steunen, omdat deze de weg vrij maakt voor de zogeheten ‘A/B-routering’ en daarmee samenhangende geïntegreerde dienstverlening. Wel wijst het Algemeen Ketenoverleg erop dat het concept van ‘A/B-routering’ geen landelijk uniforme gedaante heeft, maar rekening houdend met de lokale/regionale context lokaal en regionaal wordt uitgewerkt. De ‘A/B-routering’ is in de optiek van het Algemeen Ketenoverleg geen eindstation, maar een manier om geleidelijk over te gaan naar maatwerk aan de klant vanuit geïntegreerde dienstverlening.

De Tweede Kamer is bij brief van 16 maart 2006 (Kamerstukken II, 2005–2006, 26 448, nr. 259) op de hoogte gesteld van het voornemen om de ‘A/B-routering’ in te voeren.

Een ander belangrijk element van deze regeling vormt een wijziging van de bijlagen III, IV, VI, VIII, IX, X, XI en XX, behorende bij de Regeling SUWI.

In de Regeling SUWI zijn regels gesteld over onder meer de jaarrekening, het jaarverslag, het kwartaalverslag en de overige periodieke informatieverstrekking van de CWI, het UWV, de Sociale verzekeringsbank (hierna: SVB) en het Inlichtingenbureau (hierna: IB) aan de Minister. Voorts wordt door de CWI een afzonderlijk organisatieonderdeel in stand gehouden, dat de beheertaken uitvoert voor Suwinet (de infrastructuur voor de elektronische gegevensuitwisseling). Door dit organisatieonderdeel Bureau Keteninformatisering Werk en Inkomen (hierna: BKWI) wordt apart gerapporteerd aan de Minister.

De concreet te leveren informatieproducten over de hierboven genoemde onderwerpen zijn nader gespecificeerd in de bijlagen III, IV, VI, VIII, IX, X, XI en XX. Deze bijlagen zijn laatstelijk gewijzigd bij ministeriële regeling van 30 juni 2005 (Stcrt. 2005, 130). Bij deze wijziging is de overeengekomen reguliere informatieverstrekking ten aanzien van verslagjaar 2005 vastgelegd in de bijlagen.

Door middel van de onderhavige regeling wordt de wijze van verantwoording en informatievoorziening die ten aanzien van verslagjaar 2006 is overeengekomen met de SUWI-organisaties, vastgelegd in de bijlagen IV (CWI), III (CWI), VI (UWV), VIII (SVB), XI (IB) en XX (BKWI). De wijzigingen zijn vooraf afgestemd met de SUWI-organisaties en de Inspectie Werk en Inkomen (hierna: IWI).

De genoemde bijlagen omvatten een totaaloverzicht van de reguliere informatieverstrekkingen door de SUWI-organisaties aan de Minister. Op grond van respectievelijk de artikelen 72 en 42 van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen (hierna: Wet SUWI) kunnen de Minister en de IWI om aanvullende informatie verzoeken. Voor zover nodig, zullen de bijlagen jaarlijks geactualiseerd worden.

Verder dient opgemerkt te worden dat mede door wijziging van bovengenoemde bijlagen invulling wordt gegeven aan de in artikel 49 van de Wet SUWI gecreëerde mogelijkheid om te bepalen dat het kwartaalverslag van het vierde kwartaal achterwege kan blijven. Dit heeft echter geen betrekking op de kwartaalgegevens die nodig zijn voor het departementale jaarverslag, aangezien de Minister hierover jaarlijks in mei aan het parlement verantwoording aflegt. Deze zogeheten ‘VBTB-informatie’ (de prestatie-indicatoren en kengetallen die nodig zijn voor het jaarverslag van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid), dient wel gehandhaafd te blijven en op hetzelfde moment beschikbaar te komen. Dit is in de bijlagen tot uitdrukking gebracht (geen reguliere verslag over het vierde kwartaal, wel beperkte informatie).

Van de gelegenheid is tevens gebruikgemaakt een aantal technische aanpassingen in de Regeling SUWI aan te brengen, zoals het schrappen van een uitgewerkte bepaling en een overbodig geworden bijlage. De wijziging van bijlage X (‘informatieproducten ten behoeve van de RWI’) is eveneens technisch van karakter.

Artikelsgewijs

Onderdeel A (artikel 2.1)

Rekening houdend met de wens van ketenpartners om het bepalen van de methodiek voor de administratieve indeling als een gezamenlijke verantwoordelijkheid te beschouwen, wordt nu in artikel 2.1 Regeling SUWI vastgelegd dat de methodiek (het instrument) die ten grondslag ligt aan de administratieve indeling als bedoeld in artikel 26, eerste lid, Wet SUWI in gezamenlijk overleg (dus op basis van overeenstemming) tussen ketenpartners wordt bepaald. Overlegpartijen zijn de CWI, het UWV en de VNG dan wel – op lokaal/regionaal niveau – burgemeester en wethouders.

De in het ‘oude’ vijfde lid van artikel 2.1 Regeling SUWI bestaande eis van overleg blijft hiermee van kracht, maar dan nu nadrukkelijk op basis van gelijkwaardigheid van partijen.

Onderdeel B (artikel 5.11)

Dit artikel wordt aangepast omdat gebleken is dat de wijze waarop de overdracht van de gegevens aan het Steinmetzarchief hier is geregeld, niet in overeenstemming is met de Archiefwet. Overigens is het Steinmetzarchief inmiddels opgenomen in de organisatie Data Archiving and Networked Services (DANS). Geregeld wordt nu alleen, dat de CWI, het UWV en de SVB (persoons)gegevens langer kunnen bewaren dan vijf jaar ten behoeve van historische en wetenschappelijke doeleinden. De Archiefwet schrijft dan voor op grond van welke procedures de gegevens dan tot maximaal 50 jaar niet hoeven te worden vernietigd.

Onderdeel C (artikel 6.7)

Artikel 6.7 bevatte een overgangsbepaling voor de aansluiting van gemeenten op het IB en voor het gebruik van Suwinet. In de bij de artikel 6.7 behorende bijlage XVII (‘Aansluitingsschema gemeenten op IB’) werd voor de gemeenten bepaald met ingang van welke datum ze uiterlijk de gegevens, bedoeld in artikel 3, eerste lid, van het Besluit Inlichtingenbureau gemeenten, in elk geval door tussenkomst van het IB verstrekten. Volgens het toenmalige artikel 6.7, tweede lid, van de Regeling SUWI maken burgemeester en wethouders vanaf de in de bijlage XVII genoemde datum eveneens gebruik van Suwinet. Nu voor alle gemeenten in aansluiting op het IB respectievelijk gebruik van Suwinet is voorzien, heeft artikel 6.7 van de Regeling SUWI geen functie meer en kan dit artikel vervallen.

Onderdeel D (artikel 6.8)

Artikel 6.8 bevat een regeling met het oog op het verstrekken van gegevens over detentie via het IB (aansluiting gemeenten op Dienst Justitiële Inrichtingen). Zoals toegelicht bij de wijzigingsregeling van 29 juni 2004 (Stcrt. 2004, 128) is deze regeling tijdelijk van karakter in verband met voorgenomen aanpassing van het Besluit Inlichtingenbureau gemeenten. Omdat deze wijziging van het Besluit Inlichtingenbureau gemeenten nog niet is geëffectueerd, is de in artikel 6.8 opgenomen ‘einddatum’ aangepast. Omdat de datum van 1 juli 2006, die als einddatum was opgenomen bij de inwerkingtreding van deze regeling inmiddels is verstreken, is aan dit onderdeel in artikel II terugwerkende kracht verleend tot 1 juli 2006.

Onderdeel E (bijlagen III, IV, VI, VIII, IX, X, XI en XX)

Deze wijzigingen in de bijlagen zijn technisch van aard.

Onderdeel F (bijlage XVII)

De bij artikel 6.7 behorende bijlage XVII (‘Aansluitingsschema gemeenten op IB’) vervalt, aangezien het bijbehorende artikel 6.7 ook bij deze regeling is komen te vervallen en de bijlage daardoor geen functie meer heeft. Zie verder ook de toelichting op artikel 6.7.

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

A.J. de Geus

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

H.A.L. van Hoof

Naar boven