Aanpassing enkele regelingen in verband met de invoering van een bromfietsrijbewijs

Regeling van 25 augustus 2006, nr. HDJZ/AWW/2006-1259, Hoofddirectie Juridische Zaken, houdende aanpassing van enkele regelingen in verband met de invoering van een bromfietsrijbewijs

De Minister van Verkeer en Waterstaat,

Gelet op artikel 134, derde en negende lid, van de Wegenverkeerswet 1994 en op de artikelen 51, 57, 98 en 158 van het Reglement rijbewijzen;

Besluit:

Artikel I

De Regeling goedkeuring tarieven CBR wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 2 wordt ‘, verklaringen van geschiktheid en bromfietscertificaten’ vervangen door: en verklaringen van geschiktheid.

B

Artikel 4 vervalt.

Artikel II

De Regeling maatregelen rijvaardigheid en geschiktheid wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 1, onderdeel f, wordt na ‘motorrijtuig’ ingevoegd: niet zijnde een bromfiets,.

B

Artikel 11 komt als volgt te luiden:

1. De kosten van het tweede onderzoek bedragen € 461,42. Dit bedrag wordt telkenjare voor het komende kalenderjaar vastgesteld. Artikel 10, eerste lid, tweede en derde volzin, is van overeenkomstige toepassing.

2. De kosten van het tweede onderzoek worden betaald binnen twee weken na de mededeling van het CBR als bedoeld in artikel 134, derde lid, van de wet, op de wijze zoals bij die mededeling is aangegeven.

3. Betrokkene verleent onder meer niet de vereiste medewerking aan het tweede onderzoek, bedoeld in artikel 134, derde lid, van de wet, indien hij de kosten, bedoeld in het eerste lid, niet tijdig of niet op de voorgeschreven wijze voldoet.

Artikel III

Deze regeling treedt in werking op het tijdstip waarop artikel I, onderdeel C, de wet van 28 juni 2006 tot wijziging van de Wegenverkeerswet 1994 in verband met de invoering van een bromfietsrijbewijs (Stb. 322) in werking treedt.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Verkeer en Waterstaat, K.M.H. Peijs.

Toelichting

De invoering van het bromfietsrijbewijs heeft tot gevolg dat enkele regelingen moeten worden aangepast en enkele andere kunnen worden ingetrokken.

Artikel I

Dit artikel voorziet in de wijziging van de Regeling goedkeuring tarieven CBR. Als gevolg van het afschaffen van het bromfietscertificaat op grond van de wijziging van de Wegenverkeerswet 1994 door de wet van 28 juni 2006 tot wijziging van de Wegenverkeerswet 1994 in verband met invoering van een bromfietsrijbewijs (Stb. 322) moet artikel 2 worden aangepast en kan artikel 4 vervallen.

Op grond van overgangsrecht worden de aanvragen voor vervangende bromfietscertificaten, voor zover nog bromfietscertificaten worden afgegeven, behandeld overeenkomstig de betrokken bepalingen bij of krachtens de Wegenverkeerswet 1994 zoals die golden voor inwerkingtreding van de wet van 28 juni 2006 tot wijziging van de Wegenverkeerswet 1994 in verband met invoering van een bromfietsrijbewijs.

Artikel II

Onderdeel A

Het betreft hier een technische aanpassing van het in deze regeling gebruikte begrip beginnende bestuurder. Omdat voor de bestuurders van bromfietsen geen geschiktheidseisen worden gesteld, is deze regeling ook niet op hen van toepassing. Dit geldt ook voor de beginnende bromfietser. Dit brengt met zich dat de definitie van beginnende bestuurders zodanig moet worden aangepast dat deze alleen van toepassing is op beginnende bestuurders van motorrijtuigen, niet zijnde bromfietsen.

Onderdeel B

In de hierboven genoemde wet wordt tevens voorzien dat de kosten van het tweede onderzoek in het kader van de vorderingsprocedure op grond van de artikelen 130 tot en met 134a van de Wegenverkeerswet 1994 geheel voor rekening van betrokkene komen. Dit artikel voorziet in de daarmee samenhangende aanpassingen in de Regeling maatregelen rijvaardigheid en geschiktheid.

De kosten van het tweede onderzoek bedragen € 461,42 en bestaan uit drie onderdelen: de kosten van het door de keurend arts te declareren onderzoek, de kosten van het door het laboratorium te declareren bloedonderzoek en de organisatiekosten.

Op grond van de tariefbeschikking van het College tarieven gezondheidszorg/Zorgautoriteit i.o. van 5 juli 2006, wordt door de keurend arts maximaal € 133,– gedeclareerd. Het laboratorium declareert maximaal € 40,–. De organisatiekosten bedragen € 288,42 en bestaan voor een groot deel uit administratiekosten, zoals het inplannen van de onderzoeken en het, naar aanleiding van de ontvangen rapporten, motiveren van de besluiten.

Het totaalbedrag van het tweede onderzoek wordt jaarlijks bijgesteld aan de hand van rekenformule voor de berekening van de aanpassing van de kosten van de educatieve maatregel alcohol en verkeer. Met het oog hierop is bepaald dat artikel 10, eerste lid, tweede en derde volzin, van overeenkomstige toepassing is.

De Regeling afdracht vergoeding bromfietscertificaten en de Regeling vaststelling model bromfietscertificaat zijn vanaf het tijdstip van inwerkingtreding van de wet van 28 juni tot wijziging van de Wegenverkeerswet 1994 in verband met de invoering van een bromfietsrijbewijs vervallen, omdat met de inwerkingtreding van die wet de rechtsgrond onder deze regelingen is komen te vervallen. Voor bromfietscertificaten die worden afgegeven na inwerkingtreding van de wet op grond van artikel V, derde lid, respectievelijk VI, derde lid, blijven de betrokken bepalingen van kracht voor de in die leden bedoelde aanvragen.

De Minister van Verkeer en Waterstaat,

K.M.H. Peijs

Naar boven