Wijziging Besluit beleidsregels ontslagtaak CWI

22 augustus 2006

Nr. CWI 2006/013

Centrale organisatie werk en inkomen

De Raad van bestuur van de Centrale organisatie werk en inkomen,

Gelet op artikel 6, eerste lid van het Buitengewoon Besluit Arbeidsverhoudingen 1945 waarin de uitvoering van de wettelijke ontslagtaak is opgedragen aan de Centrale organisatie werk en inkomen;

Gelet op de in artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht neergelegde bevoegdheid om als bestuursorgaan beleidsregels vast te stellen;

Besluit:

Artikel 1

Bij de uitvoering van de in artikel 6 van het Buitengewoon Besluit Arbeidsverhoudingen 1945 opgenomen ontslagtaak past de Centrale organisatie werk en inkomen het beleid toe dat is vastgesteld in het Besluit Beleidsregels Ontslagtaak CWI van 6 september 2005 (CWI 2005/009, Stcrt. 7 oktober 2005, nr. 195, p. 11, laatstelijk gewijzigd in Stcrt. 2006, nr. 122, p. 19) en de bij dit besluit behorende bijlage ‘Beleidsregels Ontslagtaak CWI’.

Artikel 2

Van de in artikel 1 genoemde bijlage wordt hoofdstuk 34 ‘Langdurige arbeidsongeschiktheid’ gewijzigd. In de toelichting bij dit besluit wordt de wijziging toegelicht.

Artikel 3

De in artikel 2 genoemde wijziging treedt in werking per 1 oktober 2006.

Dit besluit wordt met de toelichting in de Staatscourant geplaatst met uitzondering van de wijziging van de bijlage ‘Beleidsregels Ontslagtaak CWI’. Deze bijlage ligt ter inzage bij de vestigingen van de afdeling Juridische Zaken van de Centrale organisatie werk en inkomen en is te raadplegen via de website van CWI.

Amsterdam, 22 augustus 2006
De Voorzitter Raad van bestuur, R. de Groot.

Toelichting

Op basis van artikel 6 van het Buitengewoon Besluit Arbeidsverhouding 1945 (BBA) behoeft een werkgever voor de opzegging van de arbeidsverhouding voorafgaande toestemming van de Centrale organisatie werk en inkomen (CWI). Het Ontslagbesluit is de ministeriële regeling ter uitvoering van artikel 6, derde en vierde lid BBA en bevat naast procedurevoorschriften inhoudelijke toetsingscriteria voor de beoordeling van een toestemmingsverzoek.

CWI heeft het hierbij te hanteren uitvoeringsbeleid vastgesteld door middel van het Besluit Beleidsregels Ontslagtaak CWI 2005 van 6 september 2005 (CWI 2005/009, Stcrt. 7 oktober 2005, nr. 195, p. 11, laatstelijk gewijzigd in Stcrt. 2006, nr. 122, p. 19) en neergelegd in de bij dit besluit behorende bijlage ‘Beleidsregels Ontslagtaak CWI’.

Bij langdurige arbeidsongeschiktheid doet zich regelmatig de situatie voor dat een werknemer zijn eigen werk of ander passend werk verricht, maar voor minder uren dan het overeengekomen aantal uren. Doorgaans zal de werkgever op enig moment (veelal na twee jaar ziekte) de arbeidsovereenkomst willen aanpassen aan het feitelijk aantal gewerkte uren. Tot 1 oktober 2006 kon de werkgever deze urenvermindering bewerkstelligen door middel van een ontslagprocedure bij CWI. Vanwege de ondeelbaarheid van de arbeidsverhouding was de werkgever verplicht toestemming te vragen voor het opzeggen van het volledige dienstverband. De gevraagde toestemming voor ontslag werd in die gevallen verleend onder de premisse dat de werknemer aansluitend op de beëindigde dienstbetrekking een nieuwe arbeidsovereenkomst voor minder uren (te weten het deel dat ziet op de werkhervatting) werd aangeboden.

Het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft bepaald dat het verlenen van een ontslagvergunning in voornoemde gevallen (ook wel ‘deeltijdontslag’ genoemd) niet langer aan de orde kan zijn, omdat deze ontslagpraktijk niet in overeenstemming is met artikel 5:2 lid 1 onder b van het Ontslagbesluit. Daarnaast blijft de arbeidsverhouding in een dergelijke situatie in stand en kunnen werkgever en werknemer, zonder dat daarvoor een ontslagprocedure noodzakelijk is, de arbeidsovereenkomst in onderling overleg aanpassen aan de nieuwe situatie.

Voor CWI is dit standpunt aanleiding om haar uitvoeringsbeleid te herzien. Een aanvraag voor deeltijdontslag bij langdurige arbeidsongeschiktheid zal voortaan dan ook worden geweigerd met de motivering dat de werkgever in dat geval kennelijk mogelijkheden heeft voor aangepast of ander passend werk en derhalve niet heeft voldaan aan het vereiste van artikel 5:2 lid 1 onder b van het Ontslagbesluit. Hoofdstuk 34 ‘Langdurige arbeidsongeschiktheid’, paragraaf 10 van de Beleidsregels Ontslagtaak wordt daartoe gewijzigd door invoeging van een nieuwe subparagraaf met de titel ‘deeltijdontslag niet (langer) mogelijk’.

De wijziging treedt in werking op 1 oktober 2006 en is van toepassing op ontslagaanvragen, die op of na 1 oktober 2006 bij CWI worden ingediend. Ontslagaanvragen, ingediend vóór 1 oktober 2006, zullen worden afgewikkeld conform de tot die datum geldende uitvoeringspraktijk.

De bijlage, waarnaar in het besluit wordt verwezen, is te raadplegen op de website van CWI en ligt voor eenieder ter inzage bij de vestigingen van de afdeling Juridische Zaken van CWI. Een actuele adreslijst is geplaatst op de website van CWI.

Naar boven