Besluit tijdelijke vrijstelling gewasbeschermingsmiddelen met deltamethrin 2006

Besluit van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van 30 augustus 2006, nr. TRCJZ/2006/2621, houdende tijdelijke vrijstelling van gewasbeschermingsmiddelen met deltamethrin

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

In overeenstemming met de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en de Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer;

Gelet op artikel 16a van de Bestrijdingsmiddelenwet 1962;

Besluit:

Artikel 1

In dit besluit wordt verstaan onder ‘wet’: Bestrijdingsmiddelenwet 1962.

Artikel 2

Van het verbod in artikel 10, eerste en tweede lid, van de wet wordt vrijstelling verleend voor het handelen in strijd met de voorschriften die krachtens artikel 5, tweede en derde lid, van de wet zijn vastgesteld bij de toelating van gewasbeschermingsmiddelen met de werkzame stof deltamethrin, voor zover dat handelen betrekking heeft op de bestrijding van de maïswortelkever.

Artikel 3

1. De in artikel 2 bedoelde vrijstelling is slechts van toepassing op de volgende gewasbeschermingsmiddelen:

– Agrichem Deltamethrin (toelatingsnummer 11263 N),

– Budget deltamethrin 25 EC (toelatingsnummer 12653 N),

– DECIS EC (toelatingsnummer 12734 N),

– Decis Micro (toelatingsnummer 8388 N),

– Deltamethrin E.C. 25 (toelatingsnummer 10135 N),

– Holland Fyto Deltamethrin (toelatingsnummer 10299 N),

– Protex-Deltamethrin 25 EC (toelatingsnummer 12758 N) en

– Splendid (toelatingsnummer 7774 N).

2. De vrijstelling, bedoeld in artikel 2, is slechts van toepassing, voor zover krachtens de Regeling bestrijding maïswortelkever 2003 een verplichting bestaat om het betrokken terrein te behandelen of laten behandelen tegen de maïswortelkever.

3. De vrijstelling, bedoeld in artikel 2, is voorts slechts van toepassing voor zover de voorschriften, opgenomen in de bijlage bij dit besluit, worden nageleefd.

Artikel 4

Dit besluit treedt in werking met ingang van de eerste dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en vervalt 120 dagen na de inwerkingtreding van dit besluit.

Artikel 5

Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit tijdelijke vrijstelling gewasbeschermingsmiddelen met deltamethrin 2006.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, C.P. Veerman.

Bijlage bij het besluit tijdelijke vrijstelling gewasbeschermingsmiddelen delthamethrin 2006 met voorschriften voor toepassing bij de bestrijding van maïswortelkever

Gebruiksvoorschrift

In het kader van het Besluit tijdelijke vrijstelling gewasbeschermingsmiddelen met deltamethrin 2006 is het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen uitsluitend toegestaan ter bestrijding van de maïswortelkever (Diabrotica virgifera virgifera Le Conte) in de teelt van maïs op alle maïspercelen binnen kerngebieden als bedoeld in artikel 2, eerste lid, of – sinds 2006 – binnen veiligheidszones, als bedoeld in artikel 2, tweede lid, van de Regeling bestrijding maïswortelkever 2003 en voor zover op grond van die regeling het gebruik is voorgeschreven.

Het middel is schadelijk bij inademing en opname door de mond, irriterend voor de huid, kan gevaar veroorzaken voor ernstig oogletsel en is ontvlambaar. Het volgende moet daarom in acht worden genomen:

– Buiten bereik van kinderen bewaren;

– Verwijderd houden van eet- en drinkwaren en van diervoeder;

– Niet eten, drinken of roken tijdens gebruik;

– Spuitnevel niet inademen;

– Draag geschikte handschoenen en een beschermingsmiddel voor de ogen;

– Indien men zich onwel voelt, een arts raadplegen. Indien mogelijk hem het etiket van het middel tonen.

Veiligheidstermijnen

De termijn tussen de laatste toepassing en de vervoedering van de maïs als veevoer mag niet korter zijn dan 4 weken.

De termijn tussen de laatste toepassing en de mechanische oogst van suikermaïs mag niet korter zijn dan 3 dagen.

De termijn tussen de laatste toepassing en de handmatige oogst van maïs mag niet korter zijn dan 14 dagen.

Gebruiksaanwijzing

Algemeen

Het middel werkt niet systemisch, heeft geen dampwerking en dringt niet in het blad door; wel penetreert het middel in de waslaag. De nawerking op plantenmateriaal is lang.

Het middel is zeer giftig voor vissen en andere waterorganismen. Met het oog daarop moet het middel zodanig worden toegepast dat het niet in oppervlaktewater terecht kan komen. Het middel is voorts gevaarlijk voor niet-doelwit arthropoden. Derhalve moet onnodige blootstelling van deze organismen aan het middel worden vermeden.

Toepassingen

Maïs, ter bestrijding van de maïswortelkever (Diabrotica virgifera virgifera Le Conte)

Toepassingsinterval: ca. twee weken.

Toepassingswijze

Het middel uitsluitend toepassen door middel van een gewasbespuiting. Naast de bepalingen van het Lozingenbesluit openteelt en veehouderij wordt gebruik gemaakt van 75% driftreducerende doppen. De toepassing via een vliegtuig is uitgesloten.

Dosering:

Agrichem Deltamethrin (toelatingsnummer 11263 N),

DECIS EC (toelatingsnummer 12734),

Splendid (toelatingsnummer 7774 N),

Holland Fyto Deltamethrin (toelatingsnummer 10299 N),

Deltamethrin EC 25 (toelatingsnummer 10135 N),

Budget deltamethrin 25 EC (toelatingsnummer 12653 N),

Protex-Deltamethrin 25 EC (toelatingsnummer 12758 N):

alle 0,5 liter per ha.

Decis Micro (toelatingsnummer 8388 N): 0,2 kg per ha.

Toelichting

Met het onderhavige besluit wordt uitvoering gegeven aan artikel 16a van de Bestrijdingsmiddelenwet 1962 (Bmw) door het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen met de werkzame stof deltamethrin tegen de maïswortelkever vrij te stellen . De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit heeft de bevoegdheid om vrijstelling of ontheffing te verlenen van het in artikel 10, eerste lid, Bmw opgenomen verbod om te handelen in strijd met de gebruiksvoorschriften die bij de toelating van een bestrijdingsmiddel zijn gesteld. Een dergelijke vrijstelling wordt ingevolge artikel 16a, tweede lid, Bmw in ieder geval verleend ter uitvoering van een communautaire maatregel.

De maïswortelkever is in de Fytorichtlijn (Richtlijn nr. 2000/29/EG van de Raad van de Europese Unie van 10 juli 2000, betreffende de beschermende maatregelen tegen het binnenbrengen en de verspreiding in de Gemeenschap van voor planten en plantaardige producten schadelijke organismen, PbEG L 169) aangewezen als zogenoemd quarantaineorganisme, voor welke organismen de lidstaten ingevolge artikel 16, eerste lid, van genoemde richtlijn een communautaire bestrijdings- of beheersingsverplichting hebben.

Deze verplichting is nader uitgewerkt in de Beschikking van de commissie van 24 oktober 2003 tot vaststelling van noodmaatregelen om de verspreiding in de Gemeenschap van Diabrotica virgifera virgifera Le Conte te voorkomen (Beschikking 2003/766/EG, PbEG L 275). Dit is een communautaire maatregel als bedoeld in artikel 16a, tweede lid, Bmw.

De vrijstelling is slechts van toepassing voor zover bij of krachtens de Regeling bestrijding maïswortelkever 2003 een verplichting bestaat om het betrokken terrein te behandelen tegen maïswortelkevers en de overige voorschriften in het Besluit tijdelijke vrijstelling gewasbeschermingsmiddelen met deltamethrin 2006 en de bijbehorende bijlage worden nageleefd.

Inmiddels is de Regeling bestrijding maïswortelkever 2003 gewijzigd en geldt voornoemde verplichting tot behandeling ook in een veiligheidszone, indien daar aanleiding toe is. Van deze bevoegdheid zal terughoudend gebruik worden gemaakt, namelijk slechts in geval van fytosanitaire noodzaak. De vrijstelling geldt gedurende 120 dagen na de inwerkingtreding van dit besluit.

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

C.P. Veerman

Naar boven