Wijziging Voorschrift Vreemdelingen 2000 (negenenveertigste wijziging)
Regeling van de Minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie van 12 augustus 2006, nr. IND Uit 06-3959, houdende wijziging van het Voorschrift Vreemdelingen 2000 (negenenveertigste wijziging)
De Minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie,
Gelet op artikel 4.21, eerste lid, onder d, van het Vreemdelingenbesluit 2000;
Besluit:
Artikel I
Het Voorschrift Vreemdelingen 2000 wordt gewijzigd als volgt:
A
Artikel 3.3 wordt gewijzigd als volgt:
1. In het eerste lid worden onder verlettering van de onderdelen b en c tot d en e twee onderdelen ingevoegd, luidende:
b. voor vreemdelingen die in afwachting zijn van een besluit of een rechterlijke beslissing op een aanvraag tot verlenging of wijziging van een verblijfsvergunning als bedoeld in artikel 14 van de Wet onder de beperking genoemd in artikel 3.4, eerste lid onder x van het Besluit, en die rechtmatig verblijf als bedoeld in artikel 8, onder g, van de Wet hebben: het document W2 van het model dat als bijlage 7f2 bij deze regeling is gevoegd;
c. voor overige vreemdelingen die in afwachting zijn van een besluit of een rechterlijke beslissing op een aanvraag tot verlening, verlenging of wijziging van een verblijfsvergunning als bedoeld in de artikelen 14 en 20 van de Wet en die rechtmatig verblijf als bedoeld in artikel 8, onder f, g of h van de Wet hebben en waarbij naar het oordeel van Onze Minister sprake is van zeer bijzondere omstandigheden: het document W2 van het model dat als bijlage 7f2 bij deze regeling is gevoegd;
2. Het tweede lid komt te luiden:
De documenten, bedoeld in het eerste lid, onder a, b en c, zijn ingevolge artikel 4.21, eerste lid, onder c en d, van het Besluit tevens vastgesteld als geldend document ter vaststelling van de identiteit, nationaliteit en verblijfsrechtelijke positie van vreemdelingen.
3. In het derde lid wordt “eerste lid, onder b” vervangen door: eerste lid, onder d.
4. In het vierde lid wordt “eerste lid, onder c” vervangen door: eerste lid, onder e.
B
Artikel 3.6 komt te luiden:
Artikel 3.6
Als document waaruit het rechtmatig verblijf als bedoeld in artikel 8, onder k, van de Wet, blijkt, zijn aangewezen de volgende documenten en verklaringen:
a. in het geval, bedoeld in artikel 4.21, eerste lid onder d, van het Besluit: het document W2 van het model dat als bijlage 7f2 bij deze regeling is gevoegd;
b. in de overige gevallen: de Sticker Verblijfsaantekeningen Algemeen van het model dat als bijlage 7g bij deze regeling is gevoegd, voorzien van de aantekening “verblijf als bedoeld in artikel 8, onder k, Vw 2000 tot (datum). Arbeid wel/niet toegestaan; tewerkstellingsvergunning wel/niet vereist”.
Artikel II
Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.
Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.
Den Haag, 12 augustus 2006
De Minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie, M.C.F. Verdonk.
Toelichting
Bij Besluit van 8 februari 2006, Staatsblad 2006, nr. 73, tot wijziging van onder meer artikel 4.21 van het Vreemdelingenbesluit 2000 is voorzien in de mogelijkheid om bij ministeriële regeling een model vast te stellen voor een document waarmee vreemdelingen die rechtmatig verblijf hebben in de zin van artikel 8, onder f, g, h, j, of k, van de Vreemdelingenwet 2000 (hierna: de Wet) en die niet beschikken over een geldig document voor grensoverschrijding, hun identiteit, nationaliteit en verblijfsrechtelijke positie aan kunnen tonen.
Bij brief van 20 mei 2005 (TK, 2004-2005, 19637, nr. 939) is reeds aan de Tweede Kamer bericht voor welke categorieën vreemdelingen dit nieuw document beschikbaar zal worden gesteld voor zover betrokkenen niet in het bezit zijn van een geldig document voor grensoverschrijding, te weten:
1. vreemdelingen die vallen onder een vertrekmoratorium als bedoeld in artikel 45, vijfde lid van de Wet;
2. vreemdelingen die in Nederland mogen verblijven omdat het gelet op hun gezondheidstoestand of die van hun gezinsleden niet verantwoord is om te reizen (artikel 64 van de Wet);
3. alleenstaande minderjarige vreemdelingen die in afwachting zijn van een beslissing op de aanvraag tot verlenging of wijziging van de eerder onder die beperking verleende verblijfsvergunning en
4. slachtoffers van mensenhandel die rechtmatig verblijf in de zin van artikel 8, onder k van de Wet hebben.
Voor de categorieën 1 en 2 was hiertoe al eerder – zie de negenendertigste wijziging van het Voorschrift Vreemdelingen 2000 ( Staatscourant d.d. 14 juli 2005, nr. 134) – vastgelegd welk document daartoe aangewezen werd, namelijk het zogenoemde W2-document.
In artikel I, onderdelen A en B, wordt thans vastgelegd dat dit document ook bestemd is voor de categorieën 3 en 4.
Van andere vreemdelingen die in afwachting zijn van een beslissing op een reguliere aanvraag mag en kan in alle redelijkheid verwacht worden dat zij in het bezit zijn van een geldig document voor grensoverschrijding en dat zij zich daartoe zo nodig kunnen wenden tot de diplomatieke vertegenwoordiging van het land van herkomst.
Enkel in zeer bijzondere omstandigheden, waarbij met name gedacht moet worden aan het feit dat betrokkene al is vrijgesteld van het in artikel 16, eerste lid onder b, van de Wet neergelegde vereiste dat moet worden beschikt over een geldig document voor grensoverschrijding, kan aanleiding bestaan om alsnog een W2-document te verstrekken.
De Minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie,
M.C.F. Verdonk