Wijziging Instellingsbesluit Inspectie Verkeer en Waterstaat

Wijziging van het Instellingsbesluit Inspectie Verkeer en Waterstaat in verband met gewijzigde taakverdeling op het terrein van waterbeheer

29 augustus 2006

Nr. HDJZ/ABJZ/2006-1326

Hoofddirectie Juridische Zaken

De Minister van Verkeer en Waterstaat,

Gelet op artikel 2, eerste lid, van het Coördinatiebesluit organisatie en formatie rijksdienst;

Besluit:

Artikel I

Artikel 2a van het Instellingsbesluit Inspectie Verkeer en Waterstaat1 komt te luiden:

Artikel 2a

De Inspectie Verkeer en Waterstaat is voorts belast met de volgende taken op het terrein van het waterbeheer:

a. het toezicht op de uitvoering en handhaving van de Wet verontreiniging oppervlaktewateren, de Wet verontreiniging zeewater, de Wet op de waterhuishouding, de Wet bodembescherming, de Wet milieubeheer, de Wet beheer Rijkswaterstaatswerken, de Ontgrondingenwet, de Scheepvaartverkeerswet, de Wet op de waterkering, de Waterstaatswet 1900, de Wrakkenwet, de Grondwaterwet en de Wet van 14 juli 1904, houdende bepalingen omtrent het ondernemen van droogmakerijen en indijkingen (Stb. 147), voorzover de uitvoering en handhaving geschieden door een andere dienst dan de Inspectie Verkeer en Waterstaat, die werkzaam is onder verantwoordelijkheid van de Minister van Verkeer en Waterstaat;

b. de uitvoering en handhaving van de onder a genoemde wetten, voorzover die betrekking hebben op besluiten genomen door en gericht tot de Minister van Verkeer en Waterstaat;

Artikel II

Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 september 2006.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Verkeer en Waterstaat, K.M.H. Peijs.

Toelichting

Algemeen

Inleiding

In het kader van de scheiding van de functies beleid, uitvoering en toezicht binnen het Ministerie van Verkeer en Waterstaat zijn per 1 januari 2003 delen van de uitvoerings- en toezichtfuncties ontvlochten uit de Rijkswaterstaatorganisatie (RWS) en ondergebracht bij de Divisie Water van de Inspectie Verkeer en Waterstaat (IVW). Met ingang van 1 juli 2005 is de Divisie Water in de nieuwe organisatiestructuur benoemd tot Toezichteenheid Waterbeheer, hierna te noemen IVW/TeW. Naar aanleiding van een evaluatie van de taakafbakening en de werkrelatie tussen de IVW/TeW en RWS is gebleken dat het wenselijk is enkele wijzigingen in de taken door te voeren. Hierover zijn in december 2004 tussen de IVW/TeW en RWS afspraken gemaakt die zijn neergelegd in het ‘Protocol van samenwerking tussen de Inspectie VenW Toezichteenheid Waterbeheer en Rijkswaterstaat’. De nieuwe werkwijze zoals vastgelegd in het protocol geldt met ingang van 1 september 2006. Onderhavige wijziging strekt ertoe de wijziging van taken te formaliseren in het Instellingsbesluit IVW. Overigens zullen ook twee andere hiermee samenhangende besluiten, te weten het Besluit mandaat, volmacht en machtiging Inspectie Verkeer en Waterstaat 2005 alsmede het Organiek Besluit Rijkswaterstaat, middels separate wijzigingen in overeenstemming worden gebracht met het genoemde protocol overeenkomstig het daarin genoemde tijdpad.

Gewijzigde taakverdeling IVW en RWS

De gewijzigde taakverdeling tussen IVW en RWS houdt in dat de handhaving van de in het nieuwe artikel 2a genoemde wetten ten aanzien van derden, thans niet meer binnen de IVW, maar weer volledig binnen RWS is belegd. In dit kader is de IVW, en in het bijzonder de TeW, belast met het toezicht op de uitvoering en handhaving ten aanzien van derden door RWS door middel van het opstellen van inspectiekaders, het opvragen van informatie, het uitvoeren van Inspectiecontroles en de rapportage hierover. Om de nieuwe taakverdeling te formaliseren is naast de onderhavige wijziging met ingang van 1 september 2005 ook het Besluit mandaat, volmacht en machtiging Inspectie Verkeer en Waterstaat 2005 gewijzigd. In dat besluit wordt artikel 11 geschrapt. Op grond van dat artikel was de Directeur-Generaal Rijkswaterstaat door de Inspecteur-Generaal Verkeer en Waterstaat gemandateerd tot handhaving richting derden van de Wet verontreiniging oppervlaktewateren, de Wet verontreiniging zeewater, de Wet op de waterhuishouding, de Wet bodembescherming en de Wet milieubeheer. Door middel van onderhavige wijziging en wijziging van het Besluit mandaat, volmacht en machtiging Inspectie Verkeer en Waterstaat 2005 liggen de hiervoor bedoelde handhavingsbevoegdheden weer volledig binnen RWS.

Instrumenten ten behoeve van het toezicht door IVW/TeW

In het hierboven genoemde protocol is een aantal instrumenten omschreven dat de IVW/TeW kan gebruiken in het kader van het uit te oefenen toezicht. Het betreft hier meer specifiek de volgende instrumenten. De IVW/TeW stelt een in beginsel jaarlijks inspectieprogramma vast dat tot doel heeft de werkzaamheden te rangschikken op basis van landelijk vastgestelde prioriteiten, inspectiedoelen en een daaraan gekoppeld risicobeeld op basis van een risico-analyse. Voorts zal de IVW/TeW inspectie- en uitvoeringskaders eigen dienst opstellen. Inspectiekaders zijn kaders ten behoeve van de inspectietaken op basis van de vigerende wet- en regelgeving en beleid. Deze kaders bevatten de kenmerken waaraan de taakuitvoering door RWS moet voldoen (bijvoorbeeld het inspectiekader koelwater). Uitvoeringskaders zijn kaders waarbinnen het bevoegd gezag tot de handhaving en uitvoering van de regelgeving bij het maken van beleid dan wel implementatie hiervan dient te handelen om zijn door de wetgever verkregen beleidsvrijheid in te vullen. Ook voert de IVW/TeW inspecties uit ten aanzien van de taakuitoefening door RWS, onder andere door middel van audits en legt zij de bevindingen hiervan vast in rapportages. Deze rapportages kunnen in voorkomende gevallen aan de Directeur-Generaal Water, de Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat en de Tweede Kamer worden voorgelegd.

Uitvoering en handhaving eigen dienst

Met betrekking tot de uitvoering en handhaving eigen dienst van de in het onderdeel a van artikel 2a genoemde wetten (zie artikel 2a, onderdeel b) treedt er geen verandering op. Dit blijft een taak van de IVW/TeW.

Artikelsgewijs

Artikel I

De IVW/TeW is belast met het toezicht op de uitvoering en handhaving ten aanzien van derden van de in dit onderdeel genoemde wetten. Dit uiteraard voorzover geen andere Toezichteenheid binnen de Inspectie of andere organisatieonderdelen binnen Verkeer en Waterstaat dan wel andere overheden bij of krachtens de wet met deze taken belast zijn. Het toezicht is niet beperkt tot uitvoering en handhaving, maar kan bijvoorbeeld ook betrekking hebben op procedurele aspecten. Het artikel is nu beperkt tot een algemene omschrijving van de toezichtstaak van de Inspectie TeW. Een volledige omschrijving van de instrumenten die het toezicht vormgeven wordt niet langer noodzakelijk geacht. Om die reden is onderdeel d van artikel 2a zoals dat luidde voor de inwerkingtreding van de onderhavige wijziging, dan ook komen te vervallen.

Verder is het aantal wetten ten aanzien waarvan de IVW/TeW haar toezichtstaak en ingevolge het nieuwe onderdeel b, ook haar taken ten aanzien van uitvoering en handhaving eigen dienst kan uitoefenen uitgebreid. Naast wetten op het gebied van waterkwaliteit, worden in dit artikelonderdeel thans ook waterwetten genoemd die de waterkwantiteit of waterkeringsaspecten regelen. Vandaar dat in de aanhef van dit artikel thans gesproken wordt van taken op het terrein van waterbeheer in plaats van taken op het terrein van het water.

De Minister van Verkeer en Waterstaat,

K.M.H. Peijs

  • 1

    Stcrt. 2001, 115; gewijzigd bij besluit van 16 december 2002 (Stcrt. 247).

Naar boven