Warenwetregeling invoer bepaalde levensmiddelen uit Brazilië, China, Egypte, Iran en Turkije (beschikking 2006/504/EG)

Regeling van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 22 augustus 2006, nr. VGP/VV 2709446, houdende bijzondere voorwaarden voor de invoer van bepaalde levensmiddelen uit derde landen wegens de risico’s van verontreiniging van deze producten met aflatoxinen, en intrekking van de Warenwetregeling vrijstelling evenementroken vis (Warenwetregeling invoer bepaalde levensmiddelen uit Brazilië, China, Egypte, Iran en Turkije (beschikking 2006/504/EG)

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

Handelende in overeenstemming met de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit;

Gelet op beschikking nr. 2006/504/EG van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 12 juli 2006 tot vaststelling van bijzondere voorwaarden voor de invoer van bepaalde levensmiddelen uit derde landen wegens de risico’s van verontreiniging van deze producten met aflatoxinen (PbEU L 199), op artikel 16, vierde lid, van de Warenwet, alsmede op artikel 4, onder c, van het Warenwetbesluit Invoer levensmiddelen uit derde landen;

Besluit:

Artikel 1

In deze regeling wordt verstaan onder beschikking 2006/504/EG: beschikking nr. 2006/504/EG van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 12 juli 2006 tot vaststelling van bijzondere voorwaarden voor de invoer van bepaalde levensmiddelen uit derde landen wegens de risico’s van verontreiniging van deze producten met aflatoxinen (PbEU L 199).

Artikel 2

Het binnen Nederlands grondgebied brengen van eet- en drinkwaren, van herkomst of van oorsprong uit Brazilië, China, Egypte, Iran en Turkije, geschiedt ten aanzien van de in beschikking 2006/504/EG bedoelde levensmiddelen met inachtneming van die beschikking.

Artikel 3

De volgende regelingen worden ingetrokken:

a. Warenwetregeling invoer paranoten uit Brazilië;

b. Warenwetregeling Invoer grondnoten uit China;

c. Warenwetregeling Invoer grondnoten uit Egypte (beschikking 2000/49/EG);

d. Warenwetregeling invoer pistachenoten uit Iran 2005;

e. Warenwetregeling Invoer vijgen, hazel- en pistachenoten uit Turkije;

f. Warenwetregeling vrijstelling evenementroken vis.

Artikel 4

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 oktober 2006.

Artikel 5

Deze regeling wordt aangehaald als: Warenwetregeling invoer bepaalde levensmiddelen uit Brazilië, China, Egypte, Iran en Turkije (beschikking 2006/504/EG).

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, J.F. Hoogervorst.

Toelichting

Deze regeling geeft uitvoering aan beschikking nr. 2006/504/EG van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 12 juli 2006 tot vaststelling van bijzondere voorwaarden voor de invoer van bepaalde levensmiddelen uit derde landen wegens de risico’s van verontreiniging van deze producten met aflatoxinen (PbEU L 199), verder te noemen beschikking 2006/504/EG.

Aflatoxine B1 is een zwaar genotoxische carcinogene stof die zelfs in uiterst lage gehalten bijdraagt tot het risico van leverkanker. De wettelijke grenswaarden voor aflatoxine, vastgesteld bij verordening (EG) 466/20011 , zijn regelmatig overschreden in bepaalde levensmiddelen uit bepaalde derde landen. Dergelijke verontreinigingen vormen een ernstige bedreiging voor de volksgezondheid in de Europese Unie. Daarom zijn op communautair niveau bijzondere voorwaarden vastgesteld.

Tot 1 oktober 2006 waren deze bijzondere voorwaarden vastgesteld bij de volgende beschikkingen:

a. beschikking nr. 2000/49/EG van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 6 december 1999 (PbEG 2000, L 19) tot intrekking van beschikking 1999/356/EG en houdende speciale voorwaarden voor de invoer van grondnoten en bepaalde van grondnoten afgeleide producten van oorsprong uit of verzonden uit Egypte;

b. beschikking nr. 2002/79/EG van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 4 februari 2002 houdende speciale voorwaarden voor de invoer van grondnoten en daarvan afgeleide producten van oorsprong uit of verzonden uit China (PbEG L 34);

c. beschikking nr. 2002/80/EG van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 4 februari 2002 tot vaststelling van bijzondere voorwaarden voor de invoer van vijgen, hazelnoten, pistachenoten en bepaalde daarvan afgeleide producten van oorsprong uit of verzonden uit Turkije (PbEG L 34);

d. beschikking nr. 2003/493/EG van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 4 juli 2003 tot vaststelling van bijzondere voorwaarden voor de invoer van paranoten in de dop van oorsprong uit of verzonden uit Brazilië (PbEU L 168);

e. beschikking nr. 2005/85/EG van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 26 januari 2005 houdende vaststelling van bijzondere voorwaarden voor de invoer van pimpernoten (pistaches) en bepaalde daarvan afgeleide producten van oorsprong of herkomst uit Iran (PbEU L 30).

Deze beschikkingen waren uitgevoerd bij vijf Warenwetregelingen.

Veel van de bijzondere voorwaarden in deze vijf beschikkingen waren gelijk. De Commissie van de Europese Gemeenschappen heeft daarom besloten deze voorwaarden onder te brengen in één beschikking en de vijf bovengenoemde beschikkingen in te trekken. Daartoe is vastgesteld beschikking 2006/504/EG.

Ook beschikking 2006/504/EG dient te worden geïmplementeerd krachtens de Warenwet. Dat gebeurt bij deze regeling. Uit praktische overwegingen is daarbij wederom gekozen voor een dynamische verwijzing naar de beschikking, in artikel 2 van deze regeling. Dat betekent dat de desbetreffende levensmiddelen uit Brazilië, China, Egypte, Iran, en Turkije vanaf 1 oktober 2006 slechts binnen Nederlands grondgebied mogen worden gebracht met inachtneming van de bij beschikking 2006/504/EG, inclusief wijzigingen daarvan, gestelde voorschriften.

Als gevolg van de vijf ingetrokken beschikkingen dienen ook de ter uitvoering daarvan vastgestelde Warenwetregelingen te worden ingetrokken. Artikel 3 van deze regeling zorgt daarvoor. Van de gelegenheid is daarbij gebruik gemaakt ook de Warenwetregeling vrijstelling evenementroken vis in te trekken, aangezien die regeling vrijstelling verleende van een voorschrift in de met ingang van 1 januari 2006 ingetrokken Warenwetregeling Hygiëne van levensmiddelen.

Voor op grond van beschikking 2006/504/EG door de Voedsel en Waren Autoriteit (VWA) uitgevoerde controles wordt een retributie in rekening gebracht op basis van artikel 2a van het Warenwetbesluit retributies levensmiddelen en artikel 4 van de Warenwetregeling vaststelling van tarieven voor retributies levensmiddelen.

Deze regeling heeft geen gevolgen voor de administratieve lasten voor de burger en het bedrijfsleven.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

J.F. Hoogervorst

Naar boven