Wijziging Regeling verkrijging en verlies Nederlanderschap van 13 maart 2003

Regeling van de Minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie van 16 augustus 2006, nr. 5434284, tot wijziging van de Regeling verkrijging en verlies Nederlanderschap van 13 maart 2003

De Minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie in zijn hoedanigheid van minister van het Koninkrijk,

Besluit:

Artikel I

De Regeling verkrijging en verlies Nederlanderschap wordt als volgt gewijzigd:

A

Aan artikel 3, eerste lid wordt toegevoegd:

Op het afschrift van de bevestiging van de verkrijging van het Nederlanderschap vermeldt de uitvoeringsautoriteit de datum waarop de bevestiging ingevolge artikel 29, derde lid dan wel artikel 60a Besluit verkrijging en verlies Nederlanderschap is bekendgemaakt.

B

Artikel 4 wordt als volgt gewijzigd:

1. Artikel 4, eerste lid komt te luiden:

1. De uitvoeringsautoriteiten bedoeld in artikel 2, onder b en c Besluit verkrijging en verlies Nederlanderschap, bij wie een optieverklaring wordt ingediend, reiken binnen gerede tijd de bevestiging van de optieverklaring aan de optant uit of verzenden deze binnen gerede tijd per post aan de optant.

2. Artikel 4, tweede lid komt te luiden:

2. De bevestigingen van optieverklaringen namens een minderjarige door zijn wettelijke vertegenwoordiger afgelegd, worden verzonden naar het adres van deze vertegenwoordiger, tenzij sprake is van een uitreiking op grond van artikel 60a Besluit verkrijging en verlies Nederlanderschap.

3. Artikel 4, derde lid komt te luiden:

3. Gehele of gedeeltelijke weigering van de optieverklaring maakt de uitvoeringsautoriteit bedoeld in artikel 2 Besluit verkrijging en verlies Nederlanderschap bekend door uitreiking in persoon van het besluit of door toezending daarvan per aangetekende post.

C

Artikel 5 wordt als volgt gewijzigd:

1. Artikel 5, eerste lid komt als volgt te luiden:

1. De uitvoeringsautoriteit bedoeld in artikel 2, onder a Besluit verkrijging en verlies Nederlanderschap die een optieverklaring heeft bevestigd aan de persoon, die bij hem een optieverklaring heeft afgelegd, of aan wie de verlening van het Nederlanderschap aan een persoon, die door zijn tussenkomst is genaturaliseerd, is medegedeeld, nodigt de betrokken persoon uit voor een bijeenkomst waarin deze verkrijging of verlening op ceremoniële wijze wordt gevierd en waarbij de optiebevestiging of het uittreksel van het besluit tot verlening van het Nederlanderschap wordt uitgereikt op de in de artikelen 60a en 60b Besluit verkrijging en verlies Nederlanderschap voorgeschreven wijze. Uitgenodigd voor de ceremonie wordt in ieder geval de persoon aan wie een besluit tot verkrijging of verlening dan wel een besluit tot medeverlening moet worden uitgereikt.

2. In Artikel 5, vierde lid vervalt tussen ‘Antillen’ en ‘Aruba’ de komma en wordt op die plaats het woord ‘of’ tussengevoegd. De woorden ‘of buiten het Koninkrijk’ vervallen.

3. Aan artikel 5 wordt een vijfde lid toegevoegd, inhoudende:

5.

a. De uitvoeringsautoriteit bedoeld in artikel 2, onder d Besluit verkrijging en verlies Nederlanderschap die een optieverklaring heeft bevestigd aan de persoon, die bij hem een optieverklaring heeft afgelegd, of aan wie de verlening van het Nederlanderschap aan een persoon, die door zijn tussenkomst is genaturaliseerd, is medegedeeld, nodigt in beginsel de betrokken persoon uit voor een bijeenkomst waarin deze verkrijging of verlening op ceremoniële wijze wordt gevierd en waarbij de optiebevestiging of het uittreksel van het besluit tot verlening van het Nederlanderschap wordt uitgereikt op de in de artikelen 60a en 60b Besluit verkrijging en verlies Nederlanderschap voorgeschreven wijze.

b. Uitgenodigd voor de ceremonie wordt in ieder geval de persoon aan wie een besluit tot verkrijging of verlening dan wel een besluit tot medeverlening moet worden uitgereikt.

c. Indien om zwaarwegende redenen van een voor uitreiking op te roepen of reeds opgeroepen persoon niet kan worden verwacht dat deze de bevestiging van de verkrijging van het Nederlanderschap dan wel het uittreksel uit het naturalisatiebesluit in persoon wordt uitgereikt, kan een andere wijze van bekendmaking worden gekozen. Onder zwaarwegende redenen wordt in ieder geval gerekend de fysieke of psychische onmogelijkheid te verschijnen; alsmede een voor de op te roepen persoon af te leggen reisafstand, die in redelijkheid niet van hem kan worden verlangd.

d. Wegens bijzondere aan de personele omvang van de diplomatieke of consulaire post gerelateerde omstandigheden kan het hoofd komen tot een andere wijze van bekendmaking dan uitreiking in persoon.

e. Een bekendmaking per post geschiedt in beginsel onmiddellijk na de vaststelling van de optiebevestiging dan wel onmiddellijk na de ontvangst van het uittreksel van het naturalisatiebesluit doch uiterlijk binnen één week daarna.

4. Aan artikel 5 wordt een zesde lid toegevoegd, inhoudende:

6.

a. Van een ingevolge artikel 60b, achtste lid, Besluit verkrijging en verlies Nederlanderschap vervallen besluit tot verlening van het Nederlanderschap zendt de uitvoeringsautoriteit het uittreksel van het besluit aan het hoofd van de Immigratie- en Naturalisatiedienst, met de vermelding dat het besluit niet inwerking is getreden.

b. De uitvoeringsautoriteit laat de onder a. bedoelde inzending achterwege tot het moment dat over het besluit omtrent de wijze van bekendmaking van het besluit tot verlening van het Nederlanderschap onherroepelijk in bezwaar of beroep is beslist.

D

Artikel 6, tweede lid komt te luiden:

2. Indien de verzoeker aantoont, dat hij andere bijzondere en objectief waardeerbare redenen heeft om geen afstand te doen van zijn oorspronkelijke nationaliteit, dan legt na ontvangst van het naturalisatieverzoek het hoofd van de Immigratie- en Naturalisatiedienst die redenen aan de Minister ter beoordeling voor.

Artikel II

De artikelen 6, 12 en 14, derde lid van de Regeling verkrijging en verlies Nederlanderschap treden in werking in Aruba, met dien verstande dat het in die artikelen bepaalde slechts op in Aruba ingediende naturalisatieverzoeken van toepassing is voor zover deze zijn ingediend na de inwerkingtreding van dit Artikel.

Artikel III

1. Onderdeel A van Artikel I treedt in werking op 1 oktober 2006 voor in Nederland bevestigde opties en op 1 januari 2007 voor op de diplomatieke en consulaire posten bevestigde opties. In de Nederlandse Antillen en in Aruba treedt dit onderdeel in werking op dezelfde dag dat aldaar artikel 60a Besluit verkrijging en verlies Nederlanderschap in werking treedt.

2. Onderdelen B1, B2, B3, C1, C2, C4 en D van Artikel I treden in werking op 1 oktober 2006.

3. Onderdeel C3 van Artikel I treedt in werking op 1 oktober 2006, behoudens het bepaalde ten aanzien van de bekendmaking van optiebevestigingen in sub a. Het bepaalde ten aanzien van de bekendmaking van optiebevestigingen in sub a treedt in werking op 1 januari 2007.

4. Artikel II treedt in werking op 1 oktober 2006.

Artikel IV

Deze regeling wordt met de toelichting in de Staatscourant, het Publicatieblad van de Nederlandse Antillen en het Afkondigingsblad van Aruba geplaatst.

De Minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie, M.C.F. Verdonk.

Toelichting

In verband met de invoering van de bijeenkomst van ceremoniële aard te houden voor degenen die tijdens de bijeenkomst door optie of naturalisatie Nederlander zullen worden, is aanpassing van de Regeling verkrijging en verlies Nederlanderschap noodzakelijk. De onderhavige aanpassing sluit aan bij de wijziging van het Besluit verkrijging en verlies Nederlanderschap (Staatsbladen 2006, 250 en 323).

De wijziging van het BVVN komt erop neer dat, vooralsnog alleen in Nederland en op de diplomatieke en consulaire posten, aspirant-Nederlanders verplicht zijn om tijdens een ceremonie het uittreksel van het naturalisatiebesluit of de optiebevestiging in ontvangst te nemen. Deze verplichting geldt voor de aspirant-Nederlander woonachtig in het buitenland echter alleen indien de diplomatieke of consulaire post overgaat tot bekendmaking middels een ceremonie.

Slechts in uitzonderlijke gevallen kunnen de aspirant-Nederlanders zich laten vertegenwoordigen door een gemachtigde of kunnen zij het besluit per post toegezonden krijgen. Dit kan als sprake is van zwaarwegende redenen aan de zijde van de voor de uitreiking op te roepen persoon.

Van de regel om in persoon te verschijnen kan slechts in bijzondere omstandigheden wegens zwaarwegende redenen worden afgeweken. In zulke uitzonderingsgevallen kan de betrokkene, nadat een daartoe strekkend besluit door de tot uitreiking bevoegde autoriteit is genomen, door een gemachtigde worden vertegenwoordigd. Ook kan in die gevallen zijn besloten de uitreiking op een aan de omstandigheden aangepaste wijze te doen, waarbij te denken is aan een uitreiking buiten de naturalisatieceremonie om of aan toezending per post. Om uitgezonderd te worden van de regel in persoon te verschijnen, dient betrokkene bij de tot uitreiking bevoegde autoriteit een daartoe strekkend verzoek in te dienen.

De regeling verkrijging en verlies Nederlanderschap bevat in artikel 5 sinds 1 april 2003 de mogelijkheid tot een ceremoniële bijeenkomst op vrijwillige basis voor zowel overheid als betrokkenen. De mogelijkheid tot een dergelijke feestelijke bijeenkomst ter viering van de verkrijging van het Nederlanderschap blijft bestaan in de Nederlandse Antillen en Aruba, tot het moment dat ook in deze landen de onderhavige wijziging van het Besluit verkrijging en verlies Nederlanderschap in werking zal treden.

De datum van inwerkingtreding van de wijziging van het Besluit verkrijging en verlies Nederlanderschap is voor Nederlandse gemeenten 1 oktober 2006. Met betrekking tot naturalisatieverzoeken van buiten het Koninkrijk woonachtige naturalisandi treedt het wijzigingsbesluit eveneens in werking op 1 oktober 2006. Per 1 januari 2007 vallen ook optiebevestigingen van buiten het Koninkrijk woonachtige optanten onder de wijziging van het BVVN. Op de Nederlandse Antillen en Aruba heeft het wijzigingsbesluit van het BVVN vooralsnog geen betrekking.

Vanaf 1 oktober 2006 zullen in Nederland, afhankelijk van het aantal aspirant-Nederlanders, regelmatig ceremonies moeten worden georganiseerd, inclusief de ceremonie op de nationale naturalisatiedag (24 augustus). Zo dient in Nederland in het geval van naturalisatie binnen zes weken na dagtekening van het koninklijk besluit betrokkene te worden uitgenodigd voor een ceremonie, die binnen zes weken na de uitnodiging plaats moet vinden. De uitreiking van de optiebevestiging dient in het algemeen plaats te vinden binnen een termijn van negen weken nadat is vastgesteld dat de optant heeft voldaan aan de vereisten die aan de optie zijn gesteld.

Gemeenten die relatief grote aantallen aspirant-Nederlanders hebben, zullen met een vaste regelmaat ceremonies moeten organiseren.

Artikel 29, derde lid BVVN bepaalt dat voor de buiten het Koninkrijk gevestigde autoriteiten, belast met de uitreiking van optiebevestigingen een regeling wordt getroffen betreffende de wijze van bekendmaking van het besluit tot verkrijging van het Nederlanderschap. Artikel 56, tweede lid BVVN bepaalt dat voor uittreksels van naturalisatiebesluiten eenzelfde regeling kan worden getroffen. Met het nu voorgestelde vijfde lid van artikel vijf wordt invulling gegeven aan de hierbedoelde regeling.

Anders dan het Besluit verkrijging en verlies Nederlanderschap voorschrijft voor de binnen het Koninkrijk gevestigde autoriteiten, belast met de uitreiking van optiebevestigingen en uittreksels van naturalisatiebesluiten, is Hoofdstuk IIIA BVVN derhave niet per definitie van toepassing op de bekendmaking van de verkrijging van het Nederlanderschap voor buiten het Koninkrijk woonachtigen.

Zodra sprake is van uitreiking op een ceremoniële bijeenkomst op een diplomatieke of consulaire vertegenwoordiging, wordt zo veel mogelijk de procedure uit Hoofdstuk IIIA gevolgd, met dien verstande dat de uitreikingstermijnen uit dat hoofdstuk dan niet gelden.

De wijze waarop vorm wordt gegeven aan de feestelijke viering van de verkrijging van het Nederlanderschap is opengelaten. De bedoeling is dat de bijeenkomst enige allure heeft en de nieuwe staatsburger het ervaart als een positief welkom.

Artikelsgewijs

Artikel I

Onderdeel A

Ten behoeve van het register dat wordt gehouden op grond van artikel 22, eerste lid Rijkswet op het Nederlanderschap zenden de autoriteiten die een optie hebben bevestigd daarvan een afschrift in. Door de corresponderende wijziging van het Besluit verkrijging en verlies Nederlanderschap wordt voor de vaststelling van de verkrijging van het Nederlanderschap tevens de informatie van belang dát de bevestiging is bekendgemaakt. Om die reden draagt de aan het eerste lid toegevoegde zin de autoriteit die de bekendmaking heeft verricht op om op dat afschrift de datum te vermelden waarop de bevestiging is bekendgemaakt. De wijze van bekendmaking hoeft daarbij niet te worden vermeld.

Onderdeel B, wijziging 1

Dit betreft het huidige artikel vier, eerste lid van de regeling, dat, onder een redactionele aanpassing, blijft gelden voor optiebevestigingen in de Nederlandse Antillen en Aruba.

Onderdeel B, wijziging 2

Dit betreft het huidige artikel vier, tweede lid van de regeling, dat, onder een redactionele aanpassing, blijft gelden voor optiebevestigingen in de Nederlandse Antillen, Aruba en op de buitenlandse posten, voorzover daar wordt afgezien van het houden van een ceremoniële bijeenkomst.

Onderdeel B, wijziging 3

Dit betreft het huidige artikel vier, derde lid van de regeling, en betreft de wijze van bekendmaking van weigering van een optie dan wel van een medeoptie. Onder een redactionele aanpassing die samenhangt met de overige redactionele wijzigingen in artikel 4, blijft het derde lid gelden voor de weigering een optie te bevestigen in Nederland, de Nederlandse Antillen, Aruba en op de buitenlandse posten.

Onderdeel C, wijziging 1

Het huidige artikel vijf, eerste lid, zoals dat vanaf 1 januari 2006 geldt voor Nederland, waarin vanaf die datum voor de Nederlandse gemeenten de verplichting ligt om een ceremonie te houden, wordt redactioneel aangepast aan de verplichting van de burger om voor de uitreiking van de optiebevestiging of het uittreksel van het naturalisatiebesluit op de ceremonie te verschijnen.

Onderdeel C, wijziging 3

Aan artikel 5 wordt een nieuw vijfde lid toegevoegd dat betrekking heeft op de wijze van bekendmaken door de hoofden van de diplomatieke en de consulaire posten. Uitgangspunt bij deze bekendmakingen is dat ook voor hen een feestelijk getinte bijeenkomst ter viering van de verkrijging van het Nederlanderschap zal plaatsvinden.

Voor de uitreiking van optiebevestigingen en uittreksels uit naturalisatiebesluiten kent het Besluit verkrijging en verlies Nederlanderschap voor de hoofden van de diplomatieke en consulaire posten geen vaste uitreikingstermijn. Gezien de zeer verschillende omstandigheden waaronder de hoofden de bekendmaking van de verkrijging of verlening van het Nederlanderschap dienen te verzorgen, is, zodra sprake is van het houden van een ceremoniële bijeenkomst, de mogelijkheid van een ruime uitreikingstermijn gewenst.

Is geen sprake van uitreiking van het besluit, maar van een bekendmaking per postbezorging dan geeft de onderhavige regeling daarvoor een termijn.

Zwaarwegende redenen betreffen altijd redenen aan de kant van de op te roepen/reeds opgeroepen persoon en komen om die reden eerst voor toetsing in aanmerking nadat het hoofd van de diplomatieke of consulaire post heeft besloten dat er een ceremoniële bijeenkomst ter gelegenheid van de verkrijging van het Nederlanderschap wordt gehouden. Net als in de Nederlandse situatie kan bij een optant of een naturalisandus buiten het Koninkrijk sprake zijn van een fysieke of psychische belemmering om op een ceremonie te kunnen verschijnen. Daarnaast kan, anders dan in Nederland, incidenteel voor buiten het Koninkrijk woonachtigen sprake zijn van een zodanig grote reisafstand naar de plaats waar de ceremonie wordt gehouden, dat in redelijkheid niet van de optant of de naturalisandus kan worden verlangd dat hij in persoon de ceremonie bijwoont.

Nederlandse vertegenwoordigingen in het buitenland verrichten hun werkzaamheden onder zeer verschillende omstandigheden en mogelijkheden. Ook bij de verkrijging van het Nederlanderschap in het buitenland is evenwel het uitgangspunt dat sprake is van uitreiking in persoon van het besluit leidend tot het Nederlanderschap. Desalniettemin kan het voorkomen dat een diplomatieke of consulaire post (niet behorend tot een diplomatieke post) zodanig kleinschalig is dat het organiseren van een ceremonie een te zware belasting zou worden of niet spoedig na de vaststelling van de optiebevestiging of de ontvangst van het uittreksel kan worden georganiseerd. In een dergelijk voorkomend geval kan incidenteel worden besloten geen ceremonie te houden, maar in het belang van de betrokken burger over te gaan tot de onmiddellijke bekendmaking via de postbezorging.

Het voorgestelde vijfde lid van artikel vijf sluit niet uit dat ook een honorair consul een ceremonie houdt. Beheerst de honorair consul (enigszins) de Nederlandse taal, dan geniet een ceremoniële bijeenkomt bij de honorair consul de voorkeur boven het door betrokkene, soms ver, moeten reizen naar de diplomatieke of consulaire beroepspost waar de honorair consul onder ressorteert.

Onderdeel D

In onderdeel D worden met een redactionele aanpassing ondervonden interpretatieverschillen weggenomen. De oorspronkelijke tekst van artikel 6, tweede lid bleek voor meerdere interpretaties vatbaar. De nu voorgestelde tekst beoogt een eenduidigere interpretatie te bewerkstelligen.

Artikel II

Artikel II laat een drietal bepalingen die niet met de overige bepalingen op 1 april 2003 in werking zijn getreden, in werking treden.

Artikel III

Artikel III geeft nadere bepalingen over de inwerkingtreding van de verschillende onderdelen van deze regeling. Hiertoe noodzaakt de niet-gelijktijdige inwerkingtreding van de wijziging van het Besluit verkrijging en verlies Nederlanderschap in Nederland, de Nederlandse Antillen, Aruba alsmede het gegeven dat het houden van naturalisatieceremonies voor de Nederlandse vertegenwoordigingen per 1 oktober 2006 voor naturalisatiebesluiten en per 1 januari 2007 voor optiebevestigingen een verplichting zal zijn.

De Minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie,

M.C.F. Verdonk

Naar boven