Regeling Adviescommissie toelating en begeleiding 2006

Regeling van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, van 7 augustus 2006, nr. PO/ZO/2006/26935, houdende regels met betrekking tot de samenstelling van de Adviescommissie toelating en begeleiding en verlenging van de periode van haar werkzaamheden (Regeling Adviescommissie toelating en begeleiding 2006)

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

Gelet op artikel XII, eerste, vijfde en zesde lid, van de Wet van 28 november 2002 tot wijziging van de Wet op de expertisecentra, de Wet op het primair onderwijs en de Wet op het voortgezet onderwijs in verband met de invoering van een leerlinggebonden financiering en de vorming van regionale expertisecentra (regeling leerlinggebonden financiering) (Stb. 2002, 631) en artikel 10 van de Regeling invoering LGF;

Besluit:

Artikel 1

Verlenging

De periode, bedoeld in artikel XII, eerste lid, van de Wet van 28 november 2002 tot wijziging van de Wet op de expertisecentra, de Wet op het primair onderwijs en de Wet op het voortgezet onderwijs in verband met de invoering van een leerlinggebonden financiering en de vorming van regionale expertisecentra (regeling leerlinggebonden financiering) (Stb. 2002, 631) wordt verlengd tot 1 augustus 2009.

Artikel 2

Samenstelling

1. Tot voorzitter, tevens lid van de commissie, wordt herbenoemd: mr. drs. M.G. Nicolaï, wonende te Zoetermeer.

2. Tot leden van de commissie worden herbenoemd:

a. prof. dr. J.M.A. Hermanns, wonende te Woerden;

b. drs. J.D. Rensen, wonende te Delft;

c. dhr. P.A. Stobbelaar, wonende te Valkenswaard;

d. prof. mr. P.J.J. Zoontjens, wonende te Goirle.

Artikel 3

Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 augustus 2006.

Artikel 4

Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling Adviescommissie toelating en begeleiding 2006.

Deze Regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, M.J.A. van der Hoeven.

Toelichting

Op grond van artikel XII van de Wet van 28 november 2002 tot wijziging van de Wet op de expertisecentra, de Wet op het primair onderwijs en de Wet op het voortgezet onderwijs in verband met de invoering van een leerlinggebonden financiering en de vorming van regionale expertisecentra (regeling leerlinggebonden financiering) (Stb. 631) is, door middel van de Regeling Adviescommissie toelating en begeleiding (ACTB) van 19 november 2003, kenmerk PO/PJ-2003/55157 Gele katern nummer 29/30 van 10 december 2003, de Adviescommissie toelating en begeleiding (hierna: ACTB) ingesteld. Op grond van art. XII, zesde lid van genoemde wet kan de periode met ten hoogste drie jaar worden verlengd. In artikel 5 van de Regeling Adviescommissie toelating en begeleiding is bepaald dat de voorzitter en de leden voor één aansluitende periode kunnen worden herbenoemd. In artikel 10 van de Regeling invoering LGF van 4 maart 2003, kenmerk PO/LGF-2003/1741, Gele katern nummer 8 van 26 maart 2003 is bepaald dat voor de toepassing van artikel XII, eerste lid, van de wet van 28 november 2002, voor ‘de periode van 1 augustus 2002 tot 1 augustus 2005’ wordt gelezen: de periode van 1 augustus 2003 tot 1 augustus 2006.

Met deze regeling houdende de samenstelling van de ACTB, blijven de voorschriften van de Regeling Adviescommissie toelating en begeleiding (ACTB) van 19 november 2003, van kracht.

Bij de ATCB moet verplicht advies worden gevraagd in gevallen waarin ouders van een leerling bezwaar maken tegen een beslissing van het bevoegd gezag om een leerling niet toe te laten dan wel tegen de besteding van het leerlinggebonden budget (vgl. artikel XII, derde lid, van genoemde wet).

Daarnaast kunnen ouders en scholen voor het basisonderwijs, (voortgezet) speciaal onderwijs of voortgezet onderwijs in geval van discussie tussen ouders en school advies aan de commissie vragen aangaande de daadwerkelijke toelating van geïndiceerde leerlingen of over de besteding van het leerlinggebonden budget (vgl. artikel XII, tweede lid, van genoemde wet van 28 november 2002 (Stb. 631). Met betrekking tot de verplichte besteding van het leerlinggebonden budget kan ook het regionale expertisecentrum, waartoe de school voor (voortgezet) speciaal onderwijs behoort, waar de verplichte besteding van het leerlinggebonden budget wordt ingezet, de commissie om advies vragen.

Ouders en scholen kunnen tevens een beroep doen op onafhankelijke onderwijsconsulenten indien er zich problemen voordoen bij de plaatsing van geïndiceerde leerlingen op scholen voor (voortgezet) speciaal onderwijs en reguliere scholen.

Het netwerk van de onderwijsconsulenten is ondergebracht bij de ACTB. De verzoeken om inschakeling van een onderwijsconsulent komen binnen bij het ondersteunend bureau van de ACTB waar wordt beoordeeld of en zo ja, welke onderwijsconsulent wordt ingeschakeld. De onderwijsconsulenten komen eerst in beeld daar waar de begeleiding vanuit de regionale expertisecentra onvoldoende resultaten oplevert en de plaatsing van een leerling in een impasse is geraakt. De onderwijsconsulenten hebben een ruime (onderwijsinhoudelijke) kennis en ervaring op het gebied van opvangmogelijkheden van geïndiceerde leerlingen binnen het regulier en het (voortgezet) speciaal onderwijs. Daarnaast vervullen de onderwijsconsulenten ook een rol in die gevallen waarin sprake is van langdurige thuiszittersproblematiek.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

M.J.A. van der Hoeven

Naar boven