Wijziging Regeling residuen bestrijdingsmiddelen

Regeling van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 15 augustus 2006, nr. VGP/PSL 2708549, houdende wijziging van de bijlagen bij Richtlijn 90/642/EEG

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

Handelende in overeenstemming met de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit;

Gelet op richtlijn nr. 2006/60/EG van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 7 juli 2006 (PbEU L 206) tot wijziging van de bijlagen bij Richtlijn 90/642/EEG van de Raad wat betreft de maximumgehalten aan residuen van trifloxystrobin, thiabendazool, abamectine, benomyl, carbendazim, Thiofanaat-methyl, myclobutanil, glyfosaat, trimethylsulfonium, fenpropimorf en chloormequat en op richtlijn 90/642/EEG van de Raad van de Europese gemeenschappen tot vaststelling van maximumgehalten aan residuen van bestrijdingsmiddelen in en op bepaalde produkten van plantaardige oorsprong, met inbegrip van groeten en fruit (PbEG L 642), alsmede op artikel 1 van het Residubesluit;

Besluit:

Artikel I

Bijlage II van de Regeling residuen van bestrijdingsmiddelen1 wordt als volgt gewijzigd:

1. De specificaties, opgenomen bij de bestrijdingsmiddelen die tevens zijn vermeld in de bijlage bij deze regeling, worden vervangen door de in die bijlage opgenomen specificaties.

2. In het onderdeel ‘Voetnoten’ wordt toegevoegd:

14) tot en met 31 juli 2009 geldt een tijdelijke MRL van 0,2 mg/kg.

3. Aan het slot van het onderdeel ‘Motief’ worden de volgende regels toegevoegd:

28. Aanpassing aan richtlijn nr. 2006/60/EG van 7 juli 2006 (PbEU L 206).

29. Voorlopige MRL ingevolge artikel 5 ter van richtlijn nr. 90/642/EEG.

Artikel II

1. Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

2. In afwijking van het eerste lid treedt artikel I ten aanzien van de bestrijdingsmiddelen carbendazim en thiofanaat-methyl, in werking met ingang 15 september 2006.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, J.F. Hoogervorst.

Bijlage

Deze bijlage behoort bij artikel I van de Regeling van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 15 augustus 2006, VGP/PSL 2708549, houdende wijziging van de Regeling residuen van bestrijdingsmiddelen.

Bestrijdingsmiddel, bestanddeel daarvan of omzettings-product

Omzettings-producten inbegrepen in toegelaten maximumgehalten

Maximumgehalten aan residuen uitgedrukt als

Toegelaten maximumgehalten aan residuen (mg/kg)

Voetnoot

Motief

carbendazim

      

a) plantaardige

producten

geen

som van benomyl

en carbendazim,

uitgedrukt als carbendazim

pitvruchten

0,2

  
   

abrikozen

0,2

  
   

kersen

0,5

  
   

perziken, nectarines en soortgelijke kruisingen daaronder begrepen

0,2

  
   

pruimen

0,5

  
   

tafeldruiven

0,3

  
   

wijndruiven

0,5

  
   

papaja’s

0,2

 

28

   

tomaten

0,5

  
   

aubergines

0,5

  
   

okra

2

  
   

spruitjes

0,5

  
   

bonen (met peul)

0,2

  
   

erwten (met peul)

0,2

  
   

sojabonen

0,2

  
   

gerst en haver

2

  
   

rogge, triticale en tarwe

0,1

  
   

overige granen

0,01*

  
   

overige plantaardige producten

0,1*

  
       

b) dierlijke

producten

geen

som van carbendazim

en thiofanaat-methyl, uitgedrukt als carbendazim

vlees

0,05*

  
   

melk- en melkproducten

0,05*

  
   

eieren

0,05*

  
       

chloormequat

geen

chloormequat

noten

0,1*

  
   

peren

0,2

14)

28

   

olijven

0,1*

  
   

gekweekte paddestoelen

10

  
   

oliehoudende zaden

0,1*

  
   

thee

0,1*

  
   

hop

0,1*

  
   

haver

5

  
   

tarwe, rogge, triticale en gerst

2

  
   

kippenlever

0,05

  
   

rundernieren

0,2

  
   

runderlever

0,1

  
   

melk

0,05

  
   

overige

0,05*

  
       

diethofencarb

geen

diethofencarb

pitvruchten

0,5

 

29

   

overige

0,05*

  
       

etofenprox

geen

etofenprox

perziken, nectarines en soortgelijke kruisingen daaronder begrepen

0,5

 

29

   

overige

0,01*

  
       

propamocarb

geen

propamocab

radijs

1

  
   

Solanaceae

1

  
   

Cucurbitaceae

1

  
   

(met eetbare schil)

   
   

Cucurbitaceae

1

  
   

(met niet-eetbare schil)

   
   

sla

15

  
   

andijvie

5

 

29

   

bloemkoolachtigen

0,2

  
   

sluitkoolachtigen

0,2

  
   

prei

3

  
   

aardappelen

0,5

  
   

overige

0,1*

  
       

thiofanaat-methyl

      

a) plantaardige

producten

geen

thiofanaat-methyl

noten

0,2

  
   

pitvruchten

0,5

  
   

abrikozen

2

  
   

kersen

0,3

  
   

perziken, nectarines en soortgelijke kruisingen daaronder begrepen

2

  
   

pruimen

0,3

  
   

wijndruiven

3

  
   

papaja’s

1

 

28

   

tomaten

2

  
   

aubergines

2

  
   

okra

1

  
   

Cucurbitaceae

0,3

  
   

(met niet-eetbare schil)

   
   

spruitjes

1

  
   

sojabonen

0,3

  
   

gerst en haver

0,3

  
   

rogge, triticale en tarwe

0,05

  
   

overige granen

0,01*

  
   

overige plantaardige producten

0,1*

  
       

b) dierlijke

producten

zie carbendazim

     

Toelichting

Deze regeling strekt onder meer tot gedeeltelijke uitvoering van richtlijn nr. 2006/60/EG van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 7 juli 2006 (PbEU L 206) tot wijziging van de bijlagen bij Richtlijn 90/642/EEG van de Raad wat betreft de maximumgehalten aan residuen van trifloxystrobin, thiabendazool, abamectine, benomyl, carbendazim, Thiofanaat-methyl, myclobutanil, glyfosaat, trimethylsulfonium, fenpropimorf en chloormequat, namelijk voor wat betreft de daarin vastgestelde maximumgehalten aan residuen van carbendazim, thiofanaat-methyl en chloormequat. De in de richtlijn opgenomen maximumgehalten van trifloxystrobin, thiabendazool, abamectine myclobutanil, glyfosaat, trimethylsulfonium en fenpropimorf zullen later worden geïmplementeerd. Tijdige implementatie van alle maximumgehalten is, gelet op het tijdstip van publicatie van richtlijn 2006/60/EG, niet mogelijk. Zo verlangt de richtlijn dat ten aanzien van chloormequat uiterlijk 31 juli 2006 aan de richtlijn voldaan diende te zijn. Ten aanzien van carbendazim en thiofanaat-methyl dient uiterlijk 14 september 2006 uitvoering aan de richtlijn te worden gegeven. Implementatie ten aanzien van alle maximumgehalten, leidt tot een verdere vertraging, vandaar dat is gekozen voor een gedeeltelijke.

Voor producten van plantaardige oorsprong, met inbegrip van groenten en fruit, en granen worden residugehalten vastgesteld op een zodanig niveau als voor een effectieve gewasbescherming nodig is. Hierbij is de hoeveelheid residu zo klein mogelijk en tegelijk toxicologisch aanvaardbaar, mede gelet op de geschatte inname via de voeding. De maximumgehalten aan residuen (MRLs) komen overeen met de bovengrens van de hoeveelheden residu die naar verwachting in producten kunnen worden gevonden wanneer goede landbouwpraktijken in acht zijn genomen.

Richtlijn 2006/60/EG stelt onder andere voor de bestrijdingsmiddelen carbendazim, thiofanaat-methyl en chloormequat MRLs vast in bepaalde producten van plantaardige oorsprong.

Alle maatregelen die in bovengenoemde richtlijn zijn getroffen zijn in overeenstemming met de adviezen van het Permanent Comité voor voedselketen en diergezondheid.

Tevens zijn, ingevolge artikel 5 ter van richtlijn 90/642/EEG van de Raad van de Europese gemeenschappen tot vaststelling van maximumgehalten aan residuen van bestrijdingsmiddelen in en op bepaalde produkten van plantaardige oorsprong, met inbegrip van groeten en fruit (PbEG L 642), op verzoek van België voor de bestrijdingsmiddelen diethofencarb en propamocarb, en op verzoek van Italië voor het bestrijdingsmiddel etofenprox tijdelijke MRLs vastgesteld in bepaalde producten van plantaardige oorsprong.

De door de betreffende lidstaten verstrekte landbouwkundige gegevens waarop bovengenoemde tijdelijke MRLs zijn gebaseerd, zijn geëvalueerd en aanvaardbaar bevonden. Als resultaat van uitgevoerde inname-berekeningen op basis van Nederlandse diëetgegevens zijn bovengenoemde tijdelijke MRLs eveneens uit toxicologisch oogpunt aanvaardbaar bevonden.

De vastgestelde tijdelijke MRLs zijn ter kennis gebracht van de Commissie van de Europese Gemeenschappen.

Administratieve lasten

Deze regeling leidt niet tot administratieve lasten voor het bedrijfsleven.

In onderstaande transponeringstabel wordt het verband weergegeven tussen de richtlijn 2006/60/EG, en deze regeling.

Richtlijn

Regeling Residuen van bestrijdingsmiddelen

2006/60/EG

 

artikel 1, 3 en 4

geen omzetting vereist

artikel 2

Bijlage II

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

J.F. Hoogervorst

  • 1

    Stcrt. 1984, 54; laatstelijk gewijzigd bij regeling van 10 juli 2006 (Stcrt. 137).

Naar boven